De natuur in


Drie op de vier van ulieden doen het in de vrije natuur. En u doet het ook vaker dan 3x per jaar.. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft het nagerekend: wandelen in de natuur is de meest beoefende besteding van de vrije tijd. Het is een vrij stabiel beeld, want de cijfers van 1997 en 2000 zijn met elkaar vergeleken. Het uitstapje in de natuur blijft hoog scoren. De helft van de Nederlandse bevolking stekkert minstens een keer per maand de deur uit, voor de frisse neus. In elk geval de stad uit, de natuur in, aldus het CBS. Deze vorm van vrijetijdbesteding komt het meest voor bij personen met een hbo of universitaire opleiding. Wat men onder 'natuur' verstaat, wordt niet nader aangeduid. Je mag aannemen dat hiermee 'buitenaf' bedoeld wordt. Voor veel mensen begint 'de natuur' al voorbij de laatste verkeersdrempel op de uitweg van dorp en stad, bij de eerste rij bomen en weilanden met meer dan drie kraaien in het blikveld. Het klinkt lelijker dan het bedoeld is, maar uit andere onderzoeken blijkt dat 'stedelingen' de gehele groene ruimte tot de natuur kunnen rekenen. Uiteraard zijn strand en zee, bos en hei, beken en rivieren, venen en vennetjes de echte natuur, die ook hoger aangeslagen wordt. Maar toch, bij onderzoek onder kinderen naar hun natuurbeleving blijkt een boswachter in een groene jas ook 'natuur' te zijn. Ook weer niet zo gek, want zij zijn als intermediair, als 'vertaler' en tolk tussen gewone stervelingen en de geheimen van de natuur, van onschatbare waarde.

In Drenthe zijn we bekend met het fenomeen spitsuur op zondagmiddag tussen twee en vier uur bij aantrekkelijke natuurterreinen. Een nadeel van dit verkeer is het parkeerprobleem, want zoveel grote parkeerterreinen bij natuurgebieden zijn er ook weer niet. Bovendien zullen ze altijd te klein zijn, omdat méér ruimte ook meer verkeer van natuurbezoekers aantrekt. In Amerika bij nationale parken is dat hetzelfde. Ik vergeet nooit de roodaangelopen Yankee, die kwaad het bezoekerscentrum van 'Grand Canyon national park' binnenstoof, roepend dat hij een uur rondjes had gereden, eer hij een parkeerplekje gevonden had. Men gaat daar nu uitgebreide parkeervelden op grotere afstand aanleggen, waarvandaan een sneltram of railbus het volk richting te bewandelen natuur aan- en afvoert. De kosten worden deels betaald uit entreegelden.

De voorkeur -de wil zelfs- om in de natuur te lopen, kwam naar voren tijdens de mond- en klauwzeercrisis. Toen wandel- en fietsgebieden te lang ontoegankelijk bleven, verbrak het publiek hier en daar de afsluitingen en ging gewoon zijn gang.

Er zijn al veel wandelroutes, maar nooit genoeg. Er komen steeds nieuwe routes bij, als paaltjespad en als beschreven route. Als boeren, waterschappen en de 'waterstaten' meer meewerken, kan een veel groter wandelgebied ontsloten worden. In kwetsbare natuurgebieden kun je denken aan wisselsroutes, waarbijn bij toerbeurt in een deel van het terrein gelopen kan worden, dat anders 'steeds dicht' is. Een ander deel geldt dan als rustgebied voor de natuur. Zo kan iederen het weer doen op zijn eigen plekje in de natuur

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 22 januari 2002

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.