Het oude handwerk

 

Ineens plofte het licht uit, de muziek stierf een acute dood en op slag was het stikdonker. Het computerscherm gloeide nog even na. Ongeveer kwart voor middernacht, prima tijd om ongestoord te kunnen schrijven. Nu niet meer; ook de deadline stierf. Buiten alles donker, straatverlichting uit, nergens licht. Heel in de verte schitterden wat straatlantaarns van het dorp verderop. In Eelde was na de stroomuitval alles donker en kennelijk ook al in diepe rust. Het is gek, maar je verbeeldt je toch een 'floep' te horen als alles er zo plotseling mee ophoudt. Alsof elektrisch licht een kaarsvlammetje of een stallantaarn is. De zaklantaarns staan gelukkig voor de greep op hun vaste plek. In de kandelaars en in de kaarsenkroon zaten nog kerstkaarsen. Binnen een mum is er weer licht, sfeervol licht van een batterij kaarsen. En dan mag je met de handen over elkaar zitten. Lezen kan weer, glaasje wijn erbij gaat ook best. Maar verder kun je niets als de stroom uitvalt. Alle moderne hulpmiddelen zijn machteloos en krachteloos.

Het lijkt haast geen toeval, maar uit het stapeltje boekerij dat ik omstommelde, viel de handleiding open van m'n oude rekenliniaal 'Mannheim type'. Hij zat bij de na te kijken spullen, vóór ze bij het oud papier mochten. Echt het oude handwerk, waar techneuten hele vliegtuigontwerpen en bouwwerken mee konden uitrekenen. Gewoon met twee handen en bril voor de kleine cijfertjes. Vroeger (avondschool voor de akte N1) moest ik er bij het vak Sterkteleer brugconstructies mee berekenen. Ik kwam altijd rijen klinknagels te kort. Maar we leerden wèl hoe dat handrekentuig in elkaar zat en hoe een nonius werkte. Er zit een parallel met de landmeterij. Met gecomputeriseerde apparatuur en met behulp van satellieten, is elke kluit aarde zuiver in kaart te brengen. In de onlangs uitgekomen (prachtige) atlas van de Franse kaarten van Drenthe uit 1811-1813, staat beschreven hoe men toen te werk ging. Met meetkettingen en meettafel met vizierlineaal werden gebieden opgemeten. Een ploegje soldaten hielp de geografische ingenieurs de zware meetkettingen sjouwen. Echt het oude handwerk, net als het minutieus tekenen en inkleuren van de kaarten. Elke GIS-specialist kan dat tegenwoordig ook heel mooi - per computer.

Het oude handwerk van meten en schatten vereist een timmermansoog. Zeker als er met gewichten en maten werd gewerkt, die verschilden. Denk maar aan het loodje gemalen koffie, wat sommigen op het oog konden afmeten. De later door de koffiebranders verstrekte maatbekertjes bleken vaak groter dan het officiele lood, een gewichtsmaat die ook voor kaneel en thee in zwang was. Zelfs een mud was lang niet overal hetzelfde mud. Petroleum ging per 'kan' en ik hoor wijlen Ham Pieters van de Shell Tankdienst op het Vliegveld Eelde nog vragen aan piloten uit binnen- en buitenland "Houveul kan most hebben"? Het antwoord kwam in gallons vliegtuigbrandstof en dat 'akkedeerde altijd merakel'. Een computer zou er nu door van slag raken. Net als veel mensen die nog heen en weer aan het rekenen zijn tussen guldens en euro's. Je kunt het op je vingers natellen - en dat konden we mooi oefenen, want het bleef nog urenlang donker.


 

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 15 januari 2002

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.