|
Walnotenboom
Het
ene woord haalt het andere uit. Je schrijft over "neut'n zat" en
vertelt hoe je vroeger stokken in bomen gooide om de oogst sneller naar
beneden te helpen. Dat gebeurde bij kastanjes en bij walnoten. Ze
moeten schaars zijn of ik let onderweg niet goed op. Vragen helpt, dus ik
weet van de walnotenbomen in Paterswolde en bij Donderen. In 'Drentse
boerenerven en tuinen' zegt Harry de Vroome dat in een Drentse appelhof af
en toe een walnotenboom geplant werd. Bij Altena in Noord-Drenthe is een walnotenboom in een houtwal gesignaleerd en bij het Biologisch Station te Wijster zijn kiemplanten tot wasdom gekomen. In het 'Brinkenboek' tenslotte wordt de brink in Westenesch geroemd om de beplanting met walnoten. Als bijzondere bomen noemen de auteurs de walnotenbomen in Dwingeloo, Eext en Havelte. Vergeleken
met andere boomsoorten zijn er weinig walnotenbomen in Drenthe. Dat klopt
wel, want zowel klimaat als bodem maken het de boom hier niet makkelijk.
Er is teveel vorst en te weinig 'rijke' grond. In West-Nederland zijn veel
walnoten aangeplant op de dijken langs de grote rivieren en in tuinen op
rivierklei. In Limburg zie je ze ook genoeg. Vroeger bonden voerlui walnotentwijgen aan het paardentuig tegen de steekvliegen. Boerinnen hingen een bosje gekneusde notenbladeren boven de kinderwieg, aldus de Limburgse heemkenner A. Lemmerling. Het notenhout is zeer gewild voor meubelen. De Hanzehogeschool, die in 1996 te Leeuwarden nieuwbouw pleegde, is apetrots op zijn walnotenhouten balies. Bij toeval stuitte men op een omgewaaide notenboom, volgens hun persbericht. In het carričrekonijnenweekblad ('jobwippers') Carp komt een samenwonend stel aan het woord over hun interieur: 'de notenhouten schemerlampjes zijn een succes'. Walnotenhout
is behalve mooi ook duurzaam. Het kan tegen een stootje. In de Eerste
Wereldoorlog werden walnotenbomen door de 'Staat der Nederlanden'
gevorderd. Het hout was nodig voor het maken van geweerkolven. De Duitsers
zelf verordonneerden in 1914 dat in de 'Heimat' geen grote notenbomen
gekapt mochten worden. In 1916 vond in het bezette België echter de
grootste notenkap in de geschiedenis plaats. Walnotenhout is ook gebruikt
voor vliegtuigpropellers. De houten 'luchtschroeven' werden nog tot in de
jaren twintig vervaardigd. Pas toen de vliegtuigmotoren met meer dan 1500
toeren/minuut gingen draaien, schakelde men over op metalen propellers.
Walnotenhout was toen weer voor de meubels en de schemerlampjes. Ik weet
nu waar de bomen staan. Voor de noten, want daar begon het mee. eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 24 oktober 2000
Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
|