Walnotenboom


Het ene woord haalt het andere uit. Je schrijft over "neut'n zat" en vertelt hoe je vroeger stokken in bomen gooide om de oogst sneller naar beneden te helpen. Dat gebeurde bij kastanjes en bij walnoten. 
Paardekastanjes zat in Drenthe en ook tamme kastanjes weet ik te vinden, maar walnotenbomen? De parate kennis schoot te kort. 

Ze moeten schaars zijn of ik let onderweg niet goed op. Vragen helpt, dus ik weet van de walnotenbomen in Paterswolde en bij Donderen. In 'Drentse boerenerven en tuinen' zegt Harry de Vroome dat in een Drentse appelhof af en toe een walnotenboom geplant werd.
De 'Atlas van de Drentse Flora', die ook de oude Hollandse naam okkernoot hanteert, noemt hem als sierboom of 'om de vruchten' aangeplant op erven of in tuinen. Maar wel 'vrij zelden'. 

Bij Altena in Noord-Drenthe is een walnotenboom in een houtwal gesignaleerd en bij het Biologisch Station te Wijster zijn kiemplanten tot wasdom gekomen. In het 'Brinkenboek' tenslotte wordt de brink in Westenesch geroemd om de beplanting met walnoten. Als bijzondere bomen noemen de auteurs de walnotenbomen in Dwingeloo, Eext en Havelte.

Vergeleken met andere boomsoorten zijn er weinig walnotenbomen in Drenthe. Dat klopt wel, want zowel klimaat als bodem maken het de boom hier niet makkelijk. Er is teveel vorst en te weinig 'rijke' grond. In West-Nederland zijn veel walnoten aangeplant op de dijken langs de grote rivieren en in tuinen op rivierklei. In Limburg zie je ze ook genoeg.
Van nature komt de walnotenboom voor van Zuidoost-Europa tot in China. Hij is al heel lang in cultuur en is in noordelijke streken vooral aangeplant om zijn rijke notenoogst, om de eigenschap van het blad vliegen en muggen weg te houden, om het perfecte en mooie hout, met als toegift de bruikbare groene vruchtbast om de noten. Vorige weekend zijn verse bastdoppen op een cursus 'Natuurlijk verven' nog gebruikt om strengen wol mooi donkerbruin te kleuren. 

Vroeger bonden voerlui walnotentwijgen aan het paardentuig tegen de steekvliegen. Boerinnen hingen een bosje gekneusde notenbladeren boven de kinderwieg, aldus de Limburgse heemkenner A. Lemmerling. 

Het notenhout is zeer gewild voor meubelen. De Hanzehogeschool, die in 1996 te Leeuwarden nieuwbouw pleegde, is apetrots op zijn walnotenhouten balies. Bij toeval stuitte men op een omgewaaide notenboom, volgens hun persbericht. In het carričrekonijnenweekblad ('jobwippers') Carp komt een samenwonend stel aan het woord over hun interieur: 'de notenhouten schemerlampjes zijn een succes'.

Walnotenhout is behalve mooi ook duurzaam. Het kan tegen een stootje. In de Eerste Wereldoorlog werden walnotenbomen door de 'Staat der Nederlanden' gevorderd. Het hout was nodig voor het maken van geweerkolven. De Duitsers zelf verordonneerden in 1914 dat in de 'Heimat' geen grote notenbomen gekapt mochten worden. In 1916 vond in het bezette België echter de grootste notenkap in de geschiedenis plaats. Walnotenhout is ook gebruikt voor vliegtuigpropellers. De houten 'luchtschroeven' werden nog tot in de jaren twintig vervaardigd. Pas toen de vliegtuigmotoren met meer dan 1500 toeren/minuut gingen draaien, schakelde men over op metalen propellers. Walnotenhout was toen weer voor de meubels en de schemerlampjes. Ik weet nu waar de bomen staan. Voor de noten, want daar begon het mee.

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 24 oktober 2000

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.