Volkskunde en Traditie

     
 

‘Verloren Maandag’: wat vind je er nog van terug?

Zoals zo vaak op www.tuttel.com worden artikelen gepubliceerd, waaraan een vraag ten grondslag ligt. Als het een interessante vraag is, duiken we d’r in en komen na enige tijd met een verhaal tevoorschijn.
Dit artikel over Verloren Maandag is het antwoord op een vraag van Lieve Vanscharen (december 2002) en van Marleen & Peter Blommaert (januari 2004). Allen zijn Belgen, maar de laatsten wonen nu in Colorado/USA. Zij zijn vanouds bakkers.

Een feestdag die zoetjesaan in het vergeetboek raakt, is Verloren Maandag. Het is de eerste maandag na Driekoningen, maar weinigen vieren deze dag nog als feestdag. Het was vanouds het staartje van de serie voorchristelijke en christelijke feestdagen in de midwinterperiode. De herkomst is niet helder, omdat ‘feestverklaarders’ zowel een sprankje van de oude Romeinse voorjaarsfeesten als een restje nieuwjaarsviering menen te ontdekken. De veranderingen van het jaarbegin maken de interpretatie van de achtergrond nog ingewikkelder.

Het officiële nieuwjaar bewoog zich eeuwenlang tussen 25 december en 25 maart heen en weer, al naar gelang het land, de religie en de heersende wetgever. De door paus Gregorius verordonneerde kalenderhervorming van 1582 deed er honderden jaren over om algemeen ingevoerd te worden. Engeland bijvoorbeeld ging niet eerder dan in 1752 tot de nieuwe kalender over. Pas in 1923/1924 – toen Griekenland en Roemenië meededen - was er in Europa volledige overeenstemming over 1 januari als begin van een nieuw jaar.

 

Vertier en volksvermaak

Niettemin is Verloren Maandag een begrip gebleven, met welke achtergrond dan ook. Deze nu verbleekte feestdag staat bekend onder vele namen, zoals Koppermaandag, Koppelmaandag, Meiskensmaandag en Raasmaandag of Zotte Maandag (zoals in Ronse te Oost-Vlaanderen).

De bijnamen Zotte Maandag en Raasmaandag duiden op stevig vertier, terwijl Koppelmaandag en Vrouwkens- of Meiskensmaandag een bijverschijnsel van de feestelijkheden aangeven. In zeker opzicht doet dat laatste denken aan de Jennechiesmarkten, waarbij het koppelen van jongens en meisjes een voornaam nevendoel van het marktfestijn is (was).

In elk geval waren jongvolk en ‘ambachtlieden’ vrij op deze maandag en vierden feest. Het volksvermaak vierde hoogtij, tot en met ganstrekken en katknuppelen. In de Lage Landen hield men optochten en ommegangen, waarbij de Leprozenoptocht te Amsterdam vermaard  is geworden. In Antwerpen werd Verloren Maandag enthousiast gevierd, onder meer door grootscheepse kroegentochten onder het zingen van een ‘Verloren maandag’-lied. In Ronse mocht men zelfs ‘volgens de volkszeg’ niet nuchter blijven... Op vele plaatsen liep men gemaskerd rond, waarbij vooral duivelskoppen in trek waren.  Het maandagse feest werkte dinsdag nog na. Dat heette dan ook ‘Blikken Dinsdag’. En de maandag was al verloren…

 

Koppermaandag

In Nederland is de (beperkte) viering van Koppermaandag het enige dat aan Verloren Maandag herinnert. Van al die vroegere festiviteiten van ambachtslieden en gilden, hebben alleen de zetters en de drukkers hun traditie vastgehouden. Ook nadat de gilden in de 18de eeuw het loodje legden, bleven de gezellen van de zetterijen en drukkerijen de speciale Kopperprent maken. Dit mooie stuk vakwerk werd vergezeld met een gelukwens (later nieuwjaarswens) op Koppermaandag aan hunne ‘Heeren en Meesters’ overhandigd. Daarna werd er getrakteerd enzovoorts. Koppermaandag schijnt van ‘kopperen’ afgeleid te zijn, wat ‘feestvieren, plezier maken’ betekende. Een andere (wel erg makkelijke) verklaring vanwege de drinkerij, wordt gezocht bij ‘kop’ (beker).

De Koppermaandag-traditie zakte later in en verwaterde, maar na midden 20ste eeuw is de Koppermaandag  weer hoog in het vaandel van de grafische branche terecht gekomen. De Kopperprent wordt thans meestal aangeboden aan een autoriteit of  andere hooggeplaatst of hooggeëerd persoon. In een goede Kopperprent gaat veel werk zitten. Een kleine drukker verzuchtte dan ook: ”De eerste Koppermaandagprent was een nieuwjaarskaart die niet op tijd klaar was…”.  Klassieke Kopperprenten zijn intussen verzamelstukken geworden.

 

Traditionele eterij

Elk feest kent zijn eigen soorten lekkernijen en feestmaaltijden. Verloren Maandag heeft hierbij zelf een reputatie op te houden. In Antwerpen was het algemeen gebruik om die avond worstenbrood met gekruid kalfsvlees en pannenkoeken of appelbeignets te eten. Uit de historie van Maastricht is weer bekend, dat men in de 14de eeuw  als feestmaaltijd gekookt lam met ajuin nuttigde. Maaltijdtradities hebben een lang leven. In het Sint Juliaans Gasthuis te Antwerpen at men twee eeuwen lang feestmaaltijden volgens vast recept op de Verloren Maandag, Vastenavond en Oudejaarsavond en Driekoningen (In Noord- en Oost-Nederland is anno 2003 op Oudejaarsavond en met Nieuwjaar nog wel sprake van traditionele eetgewoonten. Op Verloren Maandag en Vastenavond echter niet).

Vooral de Belgen onderhouden de goede gewoonten bij feestmaaltijden en lekkernijen. Op Verloren Maandag eten ze worstenbrood en appelbollen. Sommige bakkers maken naast gewoon worstenbrood ook curryworstenbrood en ze zijn allemaal op maandag open. In Doornik eet elk gezin een feestmenu met worstjes, Doornikse sla en konijn met pruimen. Want zeggen ze “Die op verloren Maandag geen konijn heeft, heeft niks”.

 

Geraadpleegde bronnen:

-André Ver Elst; Folkloristische Tijdspiegel voor België, uitg. Brussel z.j.

-K. ter Laan; Van Goor’s Folkloristisch Woordenboek, uitg. Den Haag 1974

alsmede de websites van het Drukkerijmuseum Meppel en Drukkerijmuseum Etten-Leur, gemeentearchief Amsterdam, de Stad Ronse en Drukkers-in-de-Marge.

Jan Tuttel
(9 januari 2005)

 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.