INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 12 april 2005 20:29

van Dingen en Deuntjes

 
Goeiemorgen en welkom op reis. U hoorde het weerbericht en u weet wat dus u mee, of áán moet. Het programma dit uur gaat over 'Reizen & Trekken' en dat is niet niks. Het eist voorbereiding of nog erger; het eist planning! Weggaan is een hele onderneming. U verlaat huis en haard, u laat de vertrouwde omgeving achter en u trekt er op uit. Weg, wegwézen -op vakantie. Op familiebezoek. Op wereldreis. Op bedevaart. Op dienstreis. Op, acht wat maakt het ook uit. Op reis en op trek, want daar gaan we over hebben in tekst en muziek. De meimaand is een reismaand; vanouds al, toen veel en ver op vakantie gaan nog niet eens bestond. Want je kunt het haast niét meer voorstellen - er was een tijd toen vakantie en vakantiereizen zeldzame verschijnselen waren. Alleen de 'happy few' trok weg, het werkende volk had niet eens zoveel vrij!

Wat dat betreft is reizen & trekken van tegenwoordig een duidelijke vorm van democratisering. Bijna elk arbeidend mens in loondienst krijgt vakantiegeld, elke CAO kent een smak vakantiedagen en de prijzen van het reizen zijn laag. Wie wil, kan weg. Vijftig jaar geleden was vakantie vieren een dagje fietsen naar bos, hei en zandplas, of een uitspanning met limonade; veertig jaar geleden werd het al 'een huisje' ergens en nou moet je verdorie al drie keer de wereld rond om nog met een leuk vakantieverhaal voor de dag te komen!

Reizen en trekken is ook 'big business' geworden - met al zijn nevenverschijnselen. De staat waarschuwt je voor enge ziektes in warme landen en in verre oorden, de ANWB en andere hulpdiensten hebben een aparte bedrijfstak opgericht voor het terughalen van stukgelopen reizigers en er is een 'garantiefonds reizen' om reizigers bij te staan tegen inferieure en failliete reisbureaus. Dat fonds SGR heeft in de zestien jaar van zijn bestaan trouwens wèl al twintig miljoen gulden uitgekeerd aan zo'n 30.000 gedupeerde reizigers. Nouja, er zijn zelfs dóórlopende reisverzekeringen, alsof je niks anders doet dan reizen & trekken.

Goed, wij gaan dit uur reizen & trekken op de frequenties van Radio Loep. Uw lokale zender die het dit uur alleen maar over weggaan heeft - niet zo handig als je aan klantenbinding wil doen. Maar vooruit: reizen en trekken met eerst wat gegevens. Nederlanders gaan het meest op vakantie van alle Europeanen en ze gaan ook het meest van allemaal naar het buitenland, op de Luxemburgers na in dit geval. (Maar die kunnen haast niet anders in hun kleine groothertogdom). De rangorde van vakantielanden ligt al tijden in grote lijnen vast (ik moet erbij zeggen dat ik de nieuwste cijfers niet heb, bijvoorbeeld van Oost-Europese bestemmingen), maar Frankrijk is het favoriete vakantieland voor langere vakanties, daarna Duitsland en dan volgen Spanje en Oostenrijk. Specifieke groepen hebben hun eigen vakantiepatroon, wat weer te maken heeft met een bepaalde belangstelling of voorkeur voor een type omgeving of soort volk. De een is gek op gereserveerde Engelsen en een ander zwijmelt bij een leuke Italiaan. Nummer drie voelt zich uit, perfect thuis bij Vlamingen en een blond biertje. Gewoon- vakantievieren is reizen en reizen is kiezen wat je wilt , waar je naar toe wilt en wanneer je wilt.

Nederlanders gaan vaker per jaar op vakantie: één lange vakantie en een, twee, zelfs drie kortere vakanties in andere seizoenen. En daarom zie je overal en altijd wel een stel Nederlanders. Miljoenen mensen gaan op pad. Wij zijn een soort 'vakantie-onkruid' geworden -we gedijen overal. Ook in ons uppie. Japanners en Amerikanen doen het anders, die komen en gaan in clubverband - maar je ziet ze wel op de gekste plaatsen verschijnen. In een oeroud Frans klooster, verstopt achter een berg of in een smalle Noorse fjord met watervallen. Reizen en trekken is echt van iedereen.

We kunnen dit onderwerp van alle kanten besnuffelen, want wie verre reizen maakt, kan veel vertellen. Toch laten we de sterke verhalen dit keer liggen en kijken meer achterom. Een historische terugblik toen reizen hele ondernemingen waren, avonturen zelfs of gewoon min of meer noodzakelijke reizen. In elke geval reizen uit de tijd toen we nog geen tijd hàdden. Zelfs nog van voor de periode toen we zaterdagochtend gewoon naar school moesten en de werkweek 45 uur telde. De 40-urige werkweek met de vrije zaterdag kwam in 1962. Je had toen 15 vakantiedagen. Begin jaren tachtig kwam de 38-urige werkweek in zicht en groeide de vakantie tot 26 vakantiedagen. Nu werken veel mensen maar 32 uur en zijn er veel mensen gestopt met werken eer ze 65 jaar werden en officieel met pensioen mochten. Het gezelschap Vutters behoort nu tot de groep die veel reist en trekt.

Straks een terugblik over de reizen van voorheen. Je had de reis naar de jaarmarkt, wat echt een uitstapje van jewelste was en er waren bedevaarten. Ook hele reizen, die met een diep gevoelde wens of opdracht gepaard gingen. En nog zijn er bedevaarten waardoor hele volksstammen op reis gaan. Ik vraag Ton Kuis, voorlichter van het Bisdom Groningen naar de bedevaarten vroeger en nu.
Na het reizen van vroeger bekijken we het reizen en trekken van tegenwoordig. Wie gaat waar naar toe en hoe? We laten in het tweede halfuur daarover Ria Koerts van reisbureau Broere aan het woord. Ze heeft een goed overzicht van waar mensen heen trekken.

Natuurlijk is er muziek en omdat we de reismiddelen terloops behandelen, laten we de muziek hierover eerst aan het woord. We gaan met de Drentse groep, de BJ Hegen Band met de trein, 'Mean Old Train Blues'.

Boot, trein en bus. En de trein verdwijnt.
Het is nog niet zo heel lang geleden dat vooral de trein als reismiddel diende om verre reizen te maken. Nu heeft het vliegtuig die taak voor de massa overgenomen, maar het reizen per trein was voorheen echt een grote trip. Je had bijvoorbeeld de beroemde Oriënt-Express. Er waren ook reisgidsje voor treinreizigers. Ik heb nog zo'n treinreisgidsje uit 1932 'Beiderseits vom Schienenweg' voor het traject Köln- over Koblenz-Mainz naar Frankfurt am Main en Darmstadt. En toen voor half Nederland de laatste oorlog voorbij was, verscheen van de hand van J.W.F. Werumeus Buning het volgende: "De gewaarschuwde reiziger, of het nuttig en vermakelijk Spoorwegboekje, behelzende wenken, raadgevingen, wijsheden en aanmoedigen om te reizen tot eigen profijt, zowel bij regen als zonneschijn en in de vier diverse seizoen".

Mijn eerste grote reis, als heel klein kereltje, ging ook per trein: vlak na de oorlog van Almelo naar Stadskanaal en ik herinner me een héééle lange reis met héél veel mensen en met veel rook en witte stoom onderweg. De stoomtrein rook naar ijzer, smeerolie, kolen en rook en ergens op het emplacement bij het Knaolster hoofdstation stond nog een kapotgeschoten goederentrein. Ruim vijftig jaar later staat dat beeld nog in het geheugen gebeiteld.

Ik wil er maar mee zeggen, dat iedereen ergens een ontdekkingsreis maakt. En dat is eigenlijk de oervorm van het reizen en trekken. Iedereen heeft zo zijn eerste reis - of dat nu de eerste stapjes dwars door de kamer zijn, of de eerste verre reis alleen. Vooral zo'n eerste verre reis ergens heen, met al zijn ervaringen -en soms ontberingen- is smaakmakend. Gaat dat goed, dan blijft reizen altijd een positief tintje houden. Is het een barre reis, dan gaat de lol er af. Sommigen krijg je dan met geen stok meer de deur uit voor een uitstapje van langer dan een half uur.

De eerste ontdekkingsreizigers waren professionals. Het waren geharde typen, die meerdere eigenschappen in zich verenigden. Het waren kooplieden, krijgslieden, geloofsverkondigers, zeelieden & navigators en harde kapiteins voor een geronselde bemanning, die ook maar moest afwachten of het beloofde land ooit opdook. De Vikingen zijn wel de bekendsten bij dit reizen en trekken. In de 8de eeuw doken ze op aan de Engelse kusten, in de 9de eeuw kwamen ze hier in Friesland, Holland en Frankrijk tot Spanje aan toe, waarbij ze in Frankrijk hevig aan het ràmpokken sloegen. In de 10de eeuw zijn de Vikingen al aan de overkant, in Amerika geweest. In de 11de eeuw is de wilde exploratiedrift voorbij. Opmerkelijk genoeg sterft in 1041 hun voorman 'Ingvar de Grote Reiziger'.

In de 15de, 16de en 17de eeuw worden er uitvindingen gedaan, waardoor men verder de hort op kan. Het kompas en de Jakobsstaf zijn navigatiemiddelen waardoor schepen niet meer onder de kust hoeven te varen, maar naar open zee kunnen. In de 15de eeuw is er een Portugese zeevaartschool van de prins, die Hendrik de Zeevaarder wordt genoemd. Hij wil de Afrikaanse westkust omzeilen met drie doelen: bestrijden van de Islam, verovering van het Heilige Land met hulp van een in Abessinië vermoed Christelijk Rijk en een directe verbinding maken met de goud- en slavenmarkten in Afrika. Zo'n 500 jaar geleden (in 1498) vindt Vasco da Gama de zeevaartweg naar Indië. De uit Genua afkomstige zeevaarder Christophorus Columbus krijgt opdracht van het Spaanse hof om de westelijke weg naar Indië te zoeken. In vier reizen (tussen 1492 en 1504) scharrelt hij een kust langs, die later van Midden-Amerika blijkt te zijn. Daarom heet het daar nog steeds West-Indië. Er is ook geprobeerd een noordelijke doorvaart naar Indië te vinden, maar dat lukte niet. De Nederlandse zeevaarders Barentsz & van Heemskerk bleven steken in het ijs en moesten in 1596/97 op Nova Zembla blijven wonen.

De eerste reis om de wereld wordt gevaren door Fernao de Magelheas, een Portugees in Spaanse dienst, in de periode 1519-1521. De Engelse zeeheld Francis Drake maakt een andere reis om de aarde tussen 1577 en 1580. En dan onze Grunneger 'buurman' Abel Tasman uit Lutjegast in het Westerkwartier: van 1642-1659 zeilt hij door de Stille Oceaan en ontdekt de Mauritius-eilanden, van Diemensland (het huidige Tasmanië), Nieuw-Zeeland en Noordwest Nieuw-Guinea.

Nadat de verre oorden via de ontdekkingsreizen per schip bekend werden, moest men de binnenlanden nog in. Onderwerpen, koloniseren en tot wingewest maken zoals met koloniën gebruikelijk was. We besluiten dit verhaal met een beroemd verhaal. In Afrika opereerde de ontdekkingsreiziger en zendeling David Livingstone. In 1866 ging op zoek naar de bronnen van de Nijl. Daarna werd het stil en in Engeland werd men ongerust. Er kwamen hulpexpedities op gang om Livingstone op te sporen. Dat lukte Stanley pas in 1871, bij het Tanganyika Meer. En… jammer dan: Livingstone weigerde terug te gaan..
Luister naar het verhaal van de groep Pater Moeskroen: Dr. Livingstone

'Door de jungle trekt de geur van verse soep: dr. Livingstone I presume', ten gehore gebracht door Pater Moeskroen. Prachtverhaal en goed passend in het barre thema reizen en trekken van vandaag. We zijn nog aan het terugkijken, hoe dat reizen en trekken voorheen ging. Want als je geen geboren nomade bent, of 'reizende scherensliep' of kermisklant, wat doe je dan op pad? Dat deden ze vroeger ook niet- maar dan om praktische redenen: geen vrije tijd, geen geld voor gekke of luxe dingen en vrijwel geen mogelijkheid om te reizen. De bedrijfstak van nu is ook pas van de laatste decennia. Je kunt tegenwoordig volledig verzorgd naar alle uithoeken van de wereld.

(Op een vergadering vorige week, sputterde een collega over het bereik van de mobiele telefoon midden op de Drentse hei. Hij was net terug uit Oost-Europa en zei: Op de grens van Wit-Rusland en Polen, midden in het oerwoud, is het ja stukken beter. Dáár kun je tenminste glashelder bellen met Assen. Of er wat veranderd is de laatste jaren!)

Onze ouders en grootouders zeg maar, gingen wel een dagje weg of zo. Aanvankelijk met de benenwagen; 3 uur lopen naar de verkering was niet ongewoon, 4 uur lopen voor een bijzondere kerkgang evenmin. Afgelopen vrijdag was ik in Ijsselham, waar ook de lokale historie aan bod kwam. Onder meer het begin van het fietsverkeer. Begin deze eeuw ging men wel eens een dagje uit, maar vooral op Tweede Pinksterdag of naar de jaarmarkt. Soms huurde men dan een fiets, met carbidlantaarn. Dat kostte dan wel twee kwartjes per dag.
Maarja, ook de fiets was een reisvoertuig voor de 'diehards' uit de vroege dagen. Zo'n pionier-reiziger schreef dan boeken als 'Met fiets en tent door de Oriënt'. (Ik meen dat het een Tukker was 'met weinig zit in het gat', die door zijn vrienden Toontje genoemd werd).

Echte reizen werden alleen in bijzondere gevallen gemaakt. Voor ver familiebezoek bij trouwerij of overlijden, naar de jaarmarkt en voor de roomse gelovigen, een bedevaart. De maand mei was wel een reismaand wat dat betreft. Op het platteland was mei een gebruikelijke bruiloftsmaand, wat aardig wat volk op de been kon brengen.

Trouwens in begin mei was in Drenthe ook de 'vertrekkerij' aan de orde. Dan vond de wisseling van de wacht plaats als men van betrekking of van dienst veranderde. Net als bij de pacht was mei een belangrijke maand. En in deze maand vonden de eerste grote jaarmarkten, voorjaarsmarkten en vooral veemarkten, plaats. De voorjaarsmarkten waren nooit zo druk als de najaarsmarkten, waar meer aanvoer van vee was en waar meer volk op af trok. Veel jaarmarkten hadden een kermis en ander vermaak. Omdat het een soort van volksfeest was met veel jongvolk, gebeurde het hier en daar dat er ook aan koppelingen tussen jongens en meisjes gedaan werd. Dat heet dan een Jennechies- of Jennekensmarkt en er zijn heel wat langdurige kontakten uit voortgekomen. In feite is zo'n jaarmarkt nog steeds een dag van reizen en trekken: kijk maar in ons zendgebied hoe druk het is op die dagen! Al vanouds weet men dat menig marktbezoeker een 'snee in de lip' krijgt en laveloos is. Soms altijd dezelfden. De Drentse schilder Roessingh kent dat. Hij schilderde vaak in Hooghalen, waar het heel rustig was behalve op maandag als het volk van de markt te Beilen kwam. Ze legden dan aan bij Kuiper, het logement waar de schilder logeerde. De grootste druktemaker was Jan Zwien, die dan na een ruit te hebben ingedrukt, in de wagen tussen de varkens werd gegooid. Daar viel hij in diepe slaap en 't gezelschap reed verder. Een klassiek voorbeeld van reizen en trekken bij marktbezoek.

Je kon soms verdwalen in afgelegen gebieden, als je te voet of te paard op pad moest. In wat nu het nationaal park Dwingelderveld is, was vroeger op de route van Spier naar Lhee een smalle doorgang tussen onafzienbare zandwoestenijen en dorre heide met verraderlijke veentjes. Op een hoger gelegen zandduin midden in de barre vlakte stond ooit een eigenaardig gevormde dennenboom, die als baken diende. Op de stafkaart van 1900 staat hij ook apart aangegeven als 'BOOM'. Hij ìs er nog, omgevallen weliswaar, op het hoge duin nu midden in de huidige boswachterij.

In meer zuidelijke streken plaatste men een herinneringskruis als er mensen omkwamen op reis. Zo staat op de Geuzendijk tussen Hamont en Weert nog een dwaalkruis uit 1587, met het opschrift: Alvorens gij den weg betreedt, die door de bergen leidt, bidt hier die voor uw zaligheid, den bitteren kruisdood lijdt. Of dat jaartal klopt weet men niet. Wel is bekend dat daar in 1786 een drietal begrafenissen hebben plaatsgevonden van doodgekomen reizigers…

Genoeg enge dingen. We gaan op reis met een doel, laten we het een bedevaart noemen. Je kunt dat letterlijk nemen, wat we straks gaan doen. Maar eerst een ander bezoek met een doel: Paul Simon gaat men zijn zoontje naar Graceland.

Paul Simon met 'Graceland', van de gelijknamige CD -een reis met een doel. Een soort reizen vanouds, in dit historisch overzicht, is de bedevaart. Een reis naar een bestemming met een religieus doel en dat kan van alles zijn. Hulp inroepen, boete doen, genezing zoeken, sterkte en steun zoeken of dank zeggen voor goede zaken -redenen genoeg om ter bedevaart te varen. Een wat minstens zo boeiend is, er zijn heiligen genoeg om alle behoeften te voorzien. Iedereen denkt onmiddellijk aan de bedevaarten naar Kevelaer in Duitland of naar het Franse Lourdes, waar mensen genezing en sterkte zoeken. Of aan Scherpenheuvel in Vlaanderen, waar in deze meimaand een geweldige Mariaverering plaatsgrijpt. Weinigen denken aan Bargercompascuum in Drenthe of Dokkum in Friesland. Hier gaat het ook om vrij recente bestemmingen, want bedevaarten zijn van alle tijden en blijven ook modern. Andre Horlings schrijft in een artikel op Internet dat aan een soort oecumenische bedevaart in Amsterdam -omstreeks middernacht en later- toch nog 8000 mensen deelnemen.

Nederland is tot verrassing van velen ook een bedevaartland; ons land kent zo'n 650 bedevaartsplaatsen. Waar eeuwenoude bedevaarten bekend zijn, bleken deze allen van RK-herkomst. Er zit niets heidens bij van een voorchristelijke tijd, zo bleek uit onderzoek naar deze vorm van reizen en trekken.

Iemand die volledig bijdetijd is omtrent bedevaarten, is Ton Kuis, voorlichter van het bosdom Groningen. Een bisdom dat de drie noordelijke provincies plus een deel Flevoland omvat. U hoort hem over dit onderwerp, waarna we een vrolijke Pater Moeskroen 'Hozanna' laten spelen, want een reis bedevaart kan ook een opgewekte tocht zijn. Maar eerste Ton Kuis:

En Pater Moeskroen brengt met het vrolijke Hozanna het programma verder op reis, na de jaarmarkten en de bedevaarten. We blijven dit uur reizen en trekken en zijn ondertussen van de historie in het heden aanbeland.

Een ding is daarbij zeker: reizen is niet meer voorbehouden aan de hogere standen of de betere klassen. Iedereen met meer dan drie stuiver zakgeld, die niet benauwd is en die niet met de mond vol tanden staat, kan alle kanten op gaan reizen. De risico's zijn redelijk in te schatten en ze lijken kleiner dan in de tijd honderd jaar geleden. Het hangt er natuurlijk wel vanaf waar je heen trekt en wat je doet.

Wie de gevaren zoekt, zal ze vinden. Of je nu in een stammenoorlog in de woestijn terecht komt, in een lawine in de Alpen, in een omgeslagen kajak bij het wildwatervaren of bij een door ziekte geteisterd groepje tropisch regenwoudtoeristen. Nu vallen natuurrampen en hevige ongelukken als in Alpentunnels (gisteren nog weer) buiten dit rijtje. Zoiets zoek je niet op; het is erg genoeg dat het gebeurt en slachtoffers maakt. Maar algemeen geldt wel: Je kunt je overal oriënteren, in de literatuur, op voorlichtingsavonden met doorgewinterde reizigers, bij reisbureaus en natuurlijk op Internet. Ik zag deze week dat de 'site' van Anders Reizen per dag 1000 bezoekers trekt, die reisinformatie besnuffelen. En afgelopen maanden vielen de uitnodigingen voor voorlichtingsavonden over avontuurlijk reizen, trekken en kamperen al in de bus. Gespecialiseerde zaken die allerhande reis- en kampeeruitrusting verkopen (en verhuren), organiseren zulke avonden waarop experts een verhaal houden, ervaringen vertellen en vragen beantwoorden. Nog leuker en nog effectiever dan op Internet natuurlijk.

Toch waarschuwt de overheid voor ziekten, vooral infectieziekten en ongemak bij reizigers. Zo blijken er jaarlijks circa 850.000 Nederlanders op reis te gaan naar bestemmingen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Meer dan de helft van deze reizigers krijgt last van 'reizigersdiarree'. Anderen krijgen nog meer cadeau. Elk jaar wordt bij teruggekeerde reizigers nadien 700x malaria geconstateerd, kwestie van een muggenprik aldaar. Vooral drinkwater en besmet voedsel in warme landen geven veel last. Tegenwoordig wordt meer en meer gewaarschuwd tegen bepaalde ziekten door dieren. Enkele kwalen zijn ook Nederland op te doen, zoals de ziekte van Lymfe door tekenbeten. Maar tekenencefalitis (een hersenontsteking via tekenbeten) is in diverse delen van West-Europa ok al voorgekomen, al is het risico nog beperkt. Lekker bloot rondstruinen in wilde natuurgebieden in bepaalde landen wordt afgeraden. Bedekkende kleding is het wel het minste. De rest aan kansen op kwalen en ziekten op verre reizen, vooral naar warme landen, mag u zelf uitzoeken bij uw reisvoorbereiding. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Waarom zou je uit Tunesië, Madagaskar of Egypte ziek terugkomen? Natuurlijk geldt hier weer dat er verschil zit in georganiseerde en gecontroleerde reizen via grote organisaties en het op eigen houtje gaan reizen & trekken. Maar zeg eens eerlijk: weet u voor welke landen u een visum nodig heeft en voor welke landen welke inentingen aangeraden worden of verplicht zijn? Ik bedoel maar…

Het leuke van reizen is nieuwe indrukken en interessante ervaringen opdoen, kennis verdiepen, hobby's uitleven, genieten van schoonheid en cultuur op andere plaatsen en mogelijk ook het in contact treden met andere culturen en volken. Gewoon van een ander klimaat of een ander type feest genieten behoort ook tot de keuzemogelijkheden. In de zon bakken op een wit strand, of carnaval in Rio meemaken of boodschappen in de kersttijd in Londen. Wintersport beoefenen, lentewandelingen in berg- en heuvelland, sportieve toestanden op bergen, in diepe grotten of in blauw zeewater uitvreten - je zoekt het maar uit.

De reisbranche bekijkt hoe het volgende eeuw gaat. De trendwatchers van ANWB, NBT en ANVV zien een ontwikkeling naar meer individualisering en maatwerk. Reisbureaus worden reis-adviesbureaus. De reisbranche moet ook gaan reageren op de veranderde samenstelling van de bevolking. Over een generatie-tijd is de verhouding een-op-een tussen 65plussers en jongeren. Die nadruk op senioren betekent niet dat het reisaanbod tammer wordt. Integendeel, de nieuwe oudere blijft jong en wil wat!

Een ander element wordt de veranderende samenstelling qua rassen en klassen van het reispubliek. Gastarbeiders en andere buitenlandse Nederlanders die nu niet meedoen aan het vakantiepatroon, maken straks wel deel uit van de klandizie. In de nationale parken in Californië maakt men toekomststudies over het bezoek. Volgende eeuw zal dat vooral Spaansprekend publiek zijn, 'de Hispanics', in tegenstelling tot de Engelssprekende meerderheid van de blanke middle class thans.

Tot zover een blik in de volgende eeuw. Terug naar hier en nu, naar de Benelux zelfs. Joost Prinsen bezingt een overgeslagen vakantieland: Op doorreis door Vlaanderen.

We hoorden Joost Prinsen al zijn voorkeur vertolken voor Vlaanderen, met zijn duizend soorten bier. Dat hadden we net nog niet genoemd, de voorkeur voor landen vanwege het lekkere eten en drinken. Een uitermate legitieme reden om ergens naar toe te gaan - hoewel we in eigen land steeds meer buitenlands kunnen gaan eten. Ingewikkeld.

Waar gaan mensen naar toe, wat veroorzaakt dat reizen en trekken?
Nou, om een voorbeeld te geven: jaarlijks gaan zo'n 8000 mensen op reis naar IJsland. Natuur, landschap en de geologische fenomenen zijn daar de trekpleisters. Ook legitieme motieven, want deze redenen zijn al zo oud als er mooie natuur en landschappen bestaan. In diverse landen, ook in Nederland, was het natuurtoerisme er soms nog eerder bij dan de natuurbescherming. Ja, zelfs de eerste natuurtoeristen hoorden tot de eerste natuurbeschermers. Een bekend voorbeeld is in Amerika te vinden. Nadat men de rijkdommen van later nationale parken ontdekte en men er ook komen kon, zonder benen te breken, begonnen de eerste picknicks in de wilde natuur. In het huidige Sequoia National Park is het eerste toerisme op gang gekomen zo begin deze eeuw. Er ontstond een vereniging van natuurliefhebbers, de Sierra Club die in 1902 haar eerste uitje in de bergen had. Die club is nu een van de grote natuurorganisaties in Amerika.

Niet dat alle toerisme goed uitpakt- teveel en te druk gaat altijd verkeerd. In Nepal wordt op sommige plaatsen ten behoeve van de toeristenlodges, jaarlijks zowat een hectare bos aan brandhout gekapt. Indirect draagt dat toerisme bij aan het verlies van 30 ton grond jaarlijks door erosie. Dat pakt dus verkeerd uit, volgens de Unesco en de FAO. In Costa Rica komt tweevijfde van de bezoekers voor de bossen, het landschap en de wilde dieren. Volgens de huidige tellingen is het z.g. ecotoerisme een van de snelstgroeiende sectoren. Er zit nog een verwachte stijging bij van 10-15% oer jaar. Maar dan zijn al in de volgende eeuw.

Terug naar vandaag, terug naar de reizen van nu. We vroegen Ria Koerts van reisbureau Broere waar mensen zo al heen willen. Daarna draaien we Joost Prinsen, die meedeelt dat Moskou ver is. De tekst van het lied is van Hans Dorrestein. Maar eerst Ria Koerts.

Na Moskou is ver door Joost Prinsen, hoort u nu muziek uit een warm land, Tex-Mex van Flaco Jimenez, getiteld La Esperanza.

Met die muziek op de achtergrond zijn we aan het eind van het programma 'Van Dingen & Deuntjes' gekomen. Het thema van alles was Reizen & Trekken.

De productie, samenstelling en presentatie deed Jan Tuttel, met Peter Huitsingh als technicus aan de knoppen.

Huub Bremmer, Henri Kremer, Bart Nijstad & Tuttel-junior keken mee naar de muziek.

Volgende maand, laatste zondag, is dit programma er weer. (Ik ben dan net terug van een werkbezoek aan nationale parken in Duitsland en Oostenrijk. Reizen & trekken 'voor de baas', zeg maar).

In juni zal dit programma gaan over het thema 'Afscheid nemen', gedeeltelijk een herhaling van juli 1998, maar wel live gepresenteerd. Ik oefen vast met u: daag, tot ziens, tot een ander keer. Tjo, tjeu, goodgaon en holdoe. DAG!

 

 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.