Hoogwaardige nattigheid

Vorige week werd in deze krant de 'brede rivier van Noord-Drenthe' gepresenteerd. Tegelijkertijd opende de koppagina Binnenland met een zeskolomsfoto van het overstroomde Vechtdal bij Ommen.
Dat gaf meteen een aardig beeld, want in het plan rond het Eelder- en Peizerdiep was sprake van een bedding van 250 meter breed. In een belendend regionaal dagblad haakten de heren Visscher daar op in. Ze konden wel een bootonderneming beginnen 'Van Drenthe tot aan 't Wad'. 

Al gauw was duidelijk, dat het neergezette beeld van de Groene Rivier van forse omvang, als 'hoogwaardige natte natuur-as' wat raar bij het publiek overkwam. Gewone vragen in gezelschap 'Weet jij waar ze beginnen met graven' en 'Wat willen ze nu weer?' geven twijfel en onrust weer. 

Afgelopen zaterdag werd het boeiend, toen op de regionale omroep bleek dat het betreffende waterschap er buiten gelaten was. Voorzitter Van 't Land vond het interessant, maar vooral eigenaardig dat natuur- en milieu-organisaties zo'n waterplan op eigen houtje presenteerden. Geen wonder, want juist de waterschappen hebben vorig najaar in Meppel, Zwolle, Boxtel en Leiden partnerbijeenkomsten georganiseerd over de plannen van de 'Commissie Waterbeheer 21ste eeuw'.
Dat ging helemaal over de moderne aanpak van waterstromen, wateroverlast en waterberging. De nieuwe trits 'water vasthouden, bergen en afvoeren' wordt geaccepteerd.

Het oude uitgangspunt 'water snel afvoeren' is verlaten. Dat is honderd jaar gedaan, of geprobeerd, maar de overstromingen van 1998 hebben voor een stevig schrikeffect gezorgd. In die regionale bijeenkomsten werd duidelijk, dat men van het waterschap -in allerlei samenwerkingsverbanden- een offensieve rol verwacht. Plannen voor laaggelegen bouw moeten worden afgeschoten. 
Citaat uit het verslag: "De omgeving zal van waterschappen verwachten dat die uitdaging actief wordt opgenomen". In Drenthe en Groningen wordt kennelijk eerst nog een potje gepingpongd. De vergrote waterschappen zijn ook nog vrij logge instituten. Bij eentje daarvan krijg je zelfs het doorkiesnummer van een drukbezette voorlichter niet los van de receptie.

Terug naar die hoogwaardige nattigheid. Vaak komt het opnieuw 'water plaatsen' voor berging of natuurontwikkeling terecht op logische plekken, die voorheen gewoon onder water liepen. In laaggelegen streken ging men ooit wonen op hogergelegen delen.
Zulke plekken bij het Meppelerdiep zijn Hamingen en Baarlo, bij het Leekstermeer Sandebuur en Roderwolde en je hebt de hoge zandruggen in Noord-Drenthe met dorpen op een rijtje naast de natte beekdalen. Bij Loon is de bouwgrens tot exact op de hoogtelijn herkenbaar.
Andere hogere woonplekken zijn de 'bergen' aan de Reest en de lange, hogergelegen dorpen Kolderveen en Nijeveen met hun Bovenboeren. Bij Noordlaren heb je al een Hogeweg en een Lageweg.

Als men werkt aan 'waterkanskaarten', kun je het beste oudere inwoners naar vroeger vragen 'toen er nog overstromingen waren'. De waterschappen kunnen de historische verenigingen als partner vragen voor deze inventarisatie.
Ook veldnamen geven de oorspronkelijke toestand weer. Veel doorgaande wegen in Drenthe heten niet toevallig -dijk. Als je de kreet 'hoogwaardige natte natuur-as' ooit moet uitleggen, doe dat bij natuurijs. Als je zomaar van A naar B heel ver rechtuit kunt schaatsen, zit je op een natte natuur-as. Ook als je valt.

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 13 februari 2001

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.