| Berg
en dal
De
vakantietijden zijn aangebroken. Velen trekken naar andere oorden, anderen
komen hier kijken en luisteren. Toch komen de oren op de tweede plaats bij
beleving van het landschap. Het ruisen van de branding lijkt op het ruisen
van grote bossen. De geluiden van het reizen zijn internationaal
hetzelfde. Wat verschil maakt is het reliëf: de hoogte van de bergen., de
diepte van de dalen. Bergbewoners zien hier aan zee de échte verte,
waarbij hun ogen het spoor bijster raken. Plattelanders duiken de heuvels
en bergen in, fietsen, klimmen, lopen. Terug van het geaccidenteerd
landschap valt op hoe verschrikkelijk plat het Noorden is. Drenthe heeft
nog wat ruggen en dalen, van Hondsrug tot Hunzedal. Dat scheelt enkele
tientallen meters. Aan natuurlijke heuvels hebben we de Havelterberg en de
Woldberg. We noemen ze 'berg', maar verderop worden we eerlijker. Daar
ligt 'de Bult' en dat lijkt er meer op. Drenthe's hoogste punt ligt op de
'VAMberg', een bijeengespaarde stapel afgedekt huisvuil. Voor wielrenners
nu een verplicht nummertje bij elk parcours, dat wat moet voorstellen. De
'Alpe de Wister' of zo. De naam 'Klein Zwitserland' voor een bultige buurt
was al vergeven bij Zuidwolde en bij Emmen. De Drenthen weten hun
hoogtepunten wel te benoemen. Elke zandhoogte wordt een berg: Benderse
berg op 't Dwingelderveld, Kwartjesberg bij 't Drouwenerzand. Bijzondere
ophogingen als grafheuvels hebben een aparte beleving. Het zijn 'bargies'
en ze zijn niet zonder gevaar. Bij 't Eppiesbargie aan de Valtherweg bij
Odoorn spoken al eeuwenlang aardmannetjes rond. Verder kennen we nog een
stuk of wat Galgenbergen. Als we op 't Drentse platteland heuvels en
bulten hebben, maken we d'r wél werk van.
eerder verschenen in de Drentse Courant/Groninger Dagblad, 11 mei 2002
Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
|