Goeiemiddag en welkom bij de
eerste aflevering van 'Van Dingen & Deuntjes' in het jaar 2001. We zijn bij
deze eerste uitzending meteen al van gedachten veranderd. Dat wil zeggen: we
hebben het oorspronkelijk geplande onderwerp van deze maand, overboord gezet
voor wat anders. We hebben het thema 'IJs & Scheuvelderij' in de ijskast
gezet en gezien het zachte weer van deze week is dat niet zo gek geweest.
Maar, dames en heren: wat
krijgt u dit uur dan wèl voorgeschoteld?
Nou, in plaats van het
schaatsen op de korte of de lange baan, reizen we nu de hele wereld rond. Het
thema van vandaag is Ontdekkingsreizen, verre reizen zeg maar, en de navigatie,
het vinden van je route en het bepalen van je positie.
We volgen de avonturen van
Marco Polo en speuren naar de 'Zijderoute' door Europa en Azië, we proberen de
opvattingen van Columbus te begrijpen, we zoeken mee naar de Noordwestelijke, en
de Noordoostelijke doorvaart en natuurlijk kijken we wat onze buurtgenoot Abel
Tasman uit Lutjegast (in het Westerkwartier van Grunn'n) als wereldschipper
ontdekte. Kortom: we gaan lange reizen maken zonder de bijbehorende ontberingen.
Reizen over zee, over land en ook een beetje de wereldreizen door de lucht. Hoe
ging dat, hoe vonden ze hun weg en wat dachten de reizigers te vinden? Waarom
moest men zo nodig naar het onbekende? Wat was en is de 'drive' voor zulke
tochten?
Er zitten geweldige verhalen
achter deze ondernemingen, waarvan we vandaag maar enkele stukjes naar voren
kunnen halen. Het is natuurlijk wèl zo, dat we nu vastzitten aan aardappels, maïs
en het 'Smildigger roet', doordat Columbus zonodig linea recta naar Japan wilde
varen in westelijke richting. Er bleek onbekend land in de weg te liggen, dat we
nu kennen als het werelddeel Amerika.
En Amerika kreeg, eigenlijk
via een achterdeurtje van een Duitse kaartentekenaar,
zijn naam naar een andere ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci. Tot dan
heette het nog gewoon 'de Nieuwe Wereld'.
Nog mooier is, dat het
werelddeel Amerika al eerder was ontdekt, maar dat er niks mee gedaan was.
Canadese archeologen vonden op hun kust resten van oude Vikingnederzettingen. De
Vikingen waren Columbus en consorten honderden jaren voor, maar hun landing op
onbekend land had geen gevolgen. De archeologen in Amerika vragen zich nu af:
waarom zijn de Vikingen eigenlijk niet gebleven? Wat is er gebeurd?
Deze noordelijke reizigers
vonden hun weg, door van Scandinavië over te steken naar IJsland en daar
nederzettingen te stichten. Vandaar exploreerden ze andere mogelijkheden en
kwamen zo in Groenland terecht. Langs de kustlijn van al die eilanden en
schiereilanden kwamen ze op een gegeven moment op het Amerikaanse werelddeel.
Hun navigatie ging op de sterren en verder vooral via de kustlijnen - hun
houvast zeg maar. In geval van nood (slecht weer, ziekte, honger) konden ze
aanland gaan en zich verder zien te redden.
Het leuke hierbij is, dat die
route ook door de eerste transatlantische luchtvaart gebruikt werd. Hun
hinkstapsprong-route ging aanvankelijk ook vanaf Newfoundland, via Groenland
naar IJsland en vandaar naar Schotland. Nog steeds maken 'ferryvluchten' met
kleinere toestellen van die route gebruik.
De navigatie is bij de
luchtvaart van groot belang, omdat je met je hoeveelheid brandstof te maken
hebt. En 'op is op'. Je uitwijkhavens zijn vliegvelden ergens op het land. In
noodgevallen is de oceaan geen goed alternatief. Wat de oude zeevaarders niet
hadden, had de luchtvaart in haar tijd van wereldvluchten al wel
-radiohulpmiddelen voor de navigatie. Op de eerste vluchten rond de wereld en
over de oceanen, gingen telegrafisten en navigatoren mee. Hun wereldbeeld was
vijfhonderd jaar na Columbus wel wat meer volgens de werkelijkheid.
Niettemin waren het nog hele ondernemingen, omdat hogerop in de atmosfeer
weer andere moeilijkheden opdoken, die de zeevaarders en karavaanreizigers over
land nooit gekend hadden.
Dit uur dus:
ontdekkingsreizigers, verre reizen en het exploreren van onbekend gebied. Of,
met andere woorden: duizend jaar verder kijken op aarde in minder dan uur. Tijd
voor de begeleidende muziek. Meteen maar op 'de weg naar nergensheen' met de Talking Heads 'The Road to Nowhere'.
De Talking Heads met de 'weg
naar nergensheen/ The Road to Nowhere'. Het klopt een beetje, want als je wat
ontdekken wilt, wéét je natuurlijk niet wat je vindt. Je vermoedt wat en je
hoopt ergens op. Reizigers naar onbekende oorden bereiden hun reis goed voor,
maar met niet méér kennis 'dan de voorraad strekt'. Met die feiten of
aannames, die op grond van het beste weten en beste kunnen verzameld zijn. Maar
met een beetje pech, zit men er faliekant naast. Zo raken ontdekkingsreizigers
in de problemen - ze verdwalen hopeloos of komen op onbekend terrein ('terra
incognito') bij volslagen vreemde inboorlingen, die de indringers willen opeten.
Ook kun je een half jaar in het ijs moeten overwinteren, waarna de expeditie
alsnog zachtjes uitsterft.
Zelfs in deze tijd, met alle
vormen van techniek en massa's hulpmiddelen, lopen ondernemende reizigers bij
'gesponsorde expedities' nog tegen onverwachte moeilijkheden op. Onlangs
rapporteerden de twee mannen, die bij de Zuidpool 'op visite' gingen, over hun
expeditie. Met sleden, ski's, zeilen en vliegers hadden ze geoefend in
Noorwegen, op Groenland en in andere koude contreien.
Op de Zuidpool bleek alles
anders, en dus tégen te zitten. Een zo'n onbekende moeilijkheid was de sneeuw.
Deze gleed voor geen meter, zodat de sleden een zware ballast vormden, in plaats
van een hulpmiddel. Bij de trainingen op het Noordelijk halfrond was de sneeuw
wel glad genoeg geweest voor het sledetransport.
Nouja, geen wonder dat de
kerstman met zijn slee met trekrendieren op de Noordpool woont, in plaats van op
Antarctica. Hij had dit al langer in de gaten, niet dan?
Intussen hebben wel al een
expeditie genoemd, die geen echte ontdekkingsreis is -ondanks al die ervaringen
en de ontdekking van stroeve sneeuw. Hun motief was van meer persoonlijke aard:
prestaties leveren, een moeilijkheid verzinnen en die dan overwinnen. Net als
befaamde bergbeklimmers, die moeilijke, levensgevaarlijke dingen doen, waar
niemand echt op zit te wachten. Toch is de bergklautersport al ruim tweehonderd
jaar oud. In 1999 vierden ze in Duitsland en Tsjechië met het 'Watzmann-jaar'
de 200ste verjaardag van de bergsport.
Het onbekende ontdekken en het
onbereikbare bereiken - zó kun je een van de sterkste motieven benoemen, die
ontdekkingsreizigers en expeditieleiders dreef en drijft. Dat er hoogmoed,
ijdelheid, overschatting van eigen kunnen en meer van die nukken meespelen,
spreek vanzelf. 't Is mensenwerk, ja…
Ik pak het lijstje erbij, want
de vraag naar 'het waarom van willen ontdekken' is in een of ander
onderwijsproject al eens uitgemolken. ("Meester, ik wil ontdekkingsreiziger
worden". "Mooi zo, Henkie. Zeg maar even welk motiefnummertje je
kiest").
De eerste en beste reden om iets te willen ontdekken, of te willen uitzoeken,
is de menselijke nieuwsgierigheid. Je kunt het ook wetenschappelijke interesse
of zucht naar avontuur noemen.
Een tweede achtergrond is de georganiseerde
exploratie. Met name door de ontwikkeling van de handel in het Midden-Oosten,
werden er meer reizen op touw gezet. De eerste bekende tocht naar het onbekende
was de vierjarige expeditie van Egyptenaren naar het land Punt (voor de lokale
luisteraars: niet naar 'De Punt', en wel hierom:). De trip vond plaats omstreeks
1500 v. C. en het doel was het vinden van goud en mirre.
De volgende aanleiding is te vinden bij
handel en rijkdom. Handel was altijd al een van de belangrijkste drijfveren voor
ontdekkingsreizen. Weet u nog dat het 'Vrouwtje van Stavoren' haar schepen ook
uitzond over alle zeeën, met de opdracht aan de schippers om met het rijkste
van de wereld thuis te komen? (-en weet u nog hoe het verhaal afliep?) Handel
in nieuwe producten, zoals exotische waren of kostbare goederen uit verre
streken, het zoeken
naar snellere handelsroutes en het sluiten van handelsovereenkomsten met landen
ver weg en onderweg -het zijn allemaal grondslagen van expedities geweest.
Terwijl de handelslieden hun
rijkdom zien groeien, komt er een vervolg achterweg, dat ook
aanleiding vormt voor verre reizen en expedities. Met name in religieuze kringen
komt dan de wens boven, om de inboorlingen in de
net-ontdekte landen te gaan bekeren. Het
Christendom heeft er eeuwenlang veel geld, moeite en militaire macht aan
gespendeerd. Mijn onderwijslijstje vat dit samen
onder de categorie: religie, faam en fortuin.
Hier speelt ook macht mee: macht over gebieden, macht over mensen.
Tot slot komen we aan het punt, wat ik
als eerste al noemde: wetenschap en nieuwsgierigheid.
In de 18de eeuw, tijdens 'de Verlichting', kwamen zodoende de reizen
aan de orde om natuurkundige ontdekkingen te
doen. Historici noemen het de 'eeuw der nieuwsgierigheid'.
In feite geldt dit nog steeds, als je kijkt naar
de ruimtereizen. Dat is ons nieuwe
onbekende land, i.c. onbekende ruimte. En ook hier heb je de strijd om de macht:
vooral militaire macht, gekoppeld aan
handelsmacht. (Maarja, zo hebben ze de marine ook uitgevonden -om de
koopvaardijvloten te beschermen. Ook tijdens de expedities).
Goed, we weten alles over het
waarom van verre reizen en ontdekkingsreizen. Straks meer daarover. Ik schotel u
eerst nog een motief voor, om ontdekkingsreizen te ondernemen: de vreemde
verhalen over verre landen. Luistert u naar de 'Koning van Siam'!
'De Koning van Siam', gezongen
door het Grote Muziekpakhuiskoor. (Het komt van de CD die in de achterflap zit
van het boek van Jack Klöters, met liedjes van school, club of kamp).
Dit is een mooi flauwekul-lied
natuurlijk, maar vroeger raakte de grote, fantastische verhalen wel de zenuw van
hebberigheid bij allerhande heersers en handelslieden.
Zodra een gerucht van rijke
goederen of vondsten van edelmetaal de ronde doen, gebeuren er twee dingen:
1- Avonturiers en
gelukszoekers wagen een kansje, wat met de goudkoorts tot 'goldrushes' leidt,
zoals in 1849 (en omstreeks 1890 plaatselijk nog eens) in Californië. Zelfs de
goudvondst in Indonesië, leidde in 1997 nog tot hevige opwinding - tòt het om
bedrog op hoog niveau bleek te gaan.
2- Het tweede effect is dat
heersers van elke pluimage de bron van rijkdom in bezit of in hun macht willen
krijgen. Met dat doel worden exploratie-ondernemingen opgezet en expedities (of
delegaties) uitgestuurd. Ze kenden vaak een voorbeeld of een bevestigd verhaal.
Maar u snapt wel, dat elk
indrukwekkend verhaal met een glans van rijkdom en glorie de gemoederen kon
opzwepen!
Hoe lang 'deed' men al aan
ontdekkingsreizen? Wat weten we ervan? Eerst maar een overzicht:
De oudste trip naar het
onbekende land om rijkdom te vergaren, is bekend van de Egyptenaren. Ze gingen
4500 jaar geleden scheep om nieuwe handelsroutes te vestigen. Ook de Phoeniciërs
moeten al rond Afrika zijn getrokken, waarvan later niets meer bekend geworden
is.
De Vikingen trokken er
tussen 850-1050 ('the Viking Age') met hun open boten op uit naar andere
gebieden. Bij de oversteek over land, of over ijs en sneeuw, sleepten ze hun
boten mee. Via Schotland en de Far Öer naar IJsland, Groenland en Labrador en
New Foundland op 't Amerikaans continent. Vanuit Zweden en de Oostzee trokken
Vikingen de rivieren de Wolga en de Djnpr langs, waarna ze in de Zwarte zee en
de Middellandse Zee opdoken. Ze drongen landinwaarts door tot Centraal-Azië,
waarvan bewaard gebleven handelswaar nog getuigt.
Er zit nòg een mooi verhaal
aan, wat ik vond in het blad 'Saoudi-Aramco World'. De Arabieren noemden het
aparte volkje van de grote blonde, handeldrijvende Vikingen vroeger 'Rus'
(spreek uit Roes). Deze Vikingen van Zweedse afkomst redden zich goed, en
mengden zich met de bevolking in het gebied van de Wolga en de Djnpr, zodat men
al gauw sprak over het gebied van de 'Rus'. Deze Arabische betiteling van dat
volk is overgegaan op de hele streek. En sindsdien is het gebied voor iedereen
'Rusland' gaan heten.
Via de Noordzee en langs de
West-Europese kusten, kwamen de Vikingen in Noord-Afrika terecht. Het Franse
Normandië is ontstaan uit een vestiging van Noormannen, die daar vaste voet
kregen en landheerser werden. Veel bekende Franse familienamen (Thérou, Yver,
Vautier, wielrenner Anquetil) zijn van oorsprong Noors of Deens! (Verklaring uit
Guide Heimdal "Prénoms Normands et Vikings" (1981): Therou komt van
Thor, Yver is Ivar, Vautier komt van Walthari en Anquetil heeft als herkomst
Asktetill)
We gaan verder met het
overzicht van de ontdekkingsreizen:
Marco Polo en zijn broer
Niccilo staan bekend als vroege ontdekkingsreizigers. Ze stammen uit een hoge
Venetiaanse familie en raakten al vroeg bekend met de handelsrelaties en
vreemdelingen uit verre streken. Venetië was in de 13de eeuw het
grote handelscentrum van de Middellandse Zee en omstreken. Marco Polo is bekend
door zijn verre reizen, o.a. naar China, hoewel in 1981 een televisie-expeditie
zijn trip niet kon nadoen. In feite ging het om de latere 'Zijderoute', de route
door woestijnen en door berggebieden van het Midden-Oosten naar het verre China.
De route heeft diverse varianten, afhankelijk van oorlogen en bandieten en van
de politieke situatie en de weersgesteldheid onderweg. Je zocht de beste en de
veiligste route, wat niet vanzelf de kortste route was.
Marco Polo was een bekwaam
reiziger (hij sprak vier talen vloeiend), scherp waarnemer en goed schrijver.
Zijn reis naar China duurde al met al 24 jaar. In die tijd was hij in dienst van
de Khan, raakte in gevangenschap en maakte allerlei avonturen mee. Hij leerde de
Chinese zijde kennen, asbest en steenkool ("stenen die konden branden als
houten blokken") en raakte ook bekend met het fenomeen papiergeld, nog zo'n
wereldwonder in de 13de eeuw.
In 1295 kwam de
ontdekkingsreiziger na vele omzwervingen weer terug in Italië. Daarna raakte
hij vanwege de oorlog tussen Genua en Venetië weer in gevangenschap. Daar
dicteerde hij zijn verhalen aan een medegevangene, waarmee het boek 'De Reizen
van Marco Polo' geboren werd. Dat boek is de inspiratiebron geworden van vele
reizigers na hem.
Het mooiste komt nog. Toen
Marco Polo in 1324 op 70-jarige leeftijd overleed, waren zijn laatste woorden
"Ik heb nog maar de helft verteld, van alles wat ik gezien heb"!
Nog steeds geldt zijn
beschrijving als bron van historisch onderzoek, zelfs in China. Hij wordt
tegenwoordig gezien als de vader van de geografische wetenschappen. Toch is zijn
boek geen exacte wetenschap, maar vloeien waarheid en verdichtsel in elkaar
over. Hij maakte gebruik van gegevens uit de tweede hand, 'van horen zeggen',
zeg maar. Daarom zijn er nog steeds mensen die geloven dat Marco Polo nooit ècht
in China is geweest…
Maar: hij bracht zeldzame
kostbaarheden mee, waaronder dure zijde en goud. Dat leidde tot nieuwe tochten.
Iedereen wilde naar het Oosten, zijde en goud en roem oogsten. De
ontdekkingsreizigers zochten geldschieters met de belofte om rijkdom te gaan
ontdekken. Ze rustten expedities uit en ze gingen allemaal scheep, rechtstreeks
naar China en Japan westwaarts over water. Columbus verzeilde in het Caraibisch
gebied bij Amerika en Heemskerk & Barentz vroren dood op Nova Zembla.
Hun afscheid bij vertrek kon
altijd het laatste zijn: hier de 'Farewell Shanty' van Johnny Collins.
Johnny Collins met het
afscheidslied voor zeevarenden, de 'Farewell Shanty'. Menig ontdekkingsreiziger
- na de landreizen vooral de zeevaarders - wist niet wat hem te wachten stond.
Maar, eerst het overzicht verder langs:
Na Marco Polo dus de
zeevaarders als Columbus, Heemskerk & Barentz en nog een heel stel uit Italië,
Spanje en Portugal. De Hollanders en Engelsen kwamen een slag later aan bod.
Het was Vasco da Gama die de
zeeweg naar Azië vond, onder Afrika door via de Indische Oceaan. Bartholomeus
Diaz was de eerste die in 1488 de Kaap ontdekte. Hij gaf de zuidpunt van Afrika
de naam: 'Kaap der Stormen'. Vasco da Gama, die op 22 november 1497 langskwam,
herdoopte het tot 'Kaap de Goede Hoop'.
Dames en heren, u weet
natuurlijk dat het spookt bij de Kaap de Goede Hoop?
Daar vaart het spookschip 'De
Vliegende Hollander'! Hij duikt in storm en zwaar weer ineens op en is door
menig zeevaarder ook gezien - tot zijn grote schrik. De legende is terug te
voeren op een Hollands schip uit de 17de eeuw, onder bevel van
kapitein Hendrick van de Decken. Hij wilde bij hevige storm en tegenwind toch om
de kaap proberen te komen, vloekend en tegen beter weten in. Op mysterieuze
wijze verdween het schip, zonder ooit weergevonden te worden. Sindsdien is het
schip met de goddeloze schipper verdoemd om 'ten eeuwigen dage' om die kaap
proberen te zeilen…
Verder met het overzicht:
Vervolgens was de Nieuwe
Wereld aan de beurt om helemaal ontdekt te worden. Lewis en Clark doorkruisten
Amerika van de Oost- naar de Westkust. Vanuit Midden-Amerika hadden de Spaanse
ontdekkers (of kolonisten) al wat gepionierd in de richting van Californië. Het
is niet toevallig, dat alle grote steden Spaanse namen dragen: Los Angelos, San
Francisco, Las Vegas. Men verwacht dat binnen één generatie het
Spaanssprekende deel van dat land de meerderheid zal vormen. Californië is nu
grotendeels tweetalig.
Intussen was Zuidoost-Azië
bekend geworden en in trek geraakt bij de Europese naties, die het in de wereld
voor het zeggen hadden. Men stichtte kolonies en handelsposten.
Er werden ontdekkingsreizen
georganiseerd om de Grote Oceaan te ontdekken. Hier komt Abel Tasman in beeld,
die Nieuw-Zeeland op de kaart zette.
Captain James Cook was de
fameuze Engelse ontdekkingsreiziger, die in 1772 uitvoer om het 'zuidelijke
continent' te ontdekken. Een jaar later vorderde hij (bleek achteraf) tot op 80
mijl van Antarctica, maar moest vanwege het pakijs terugkeren.
In 1860-61 werd Australië
over land geëxploreerd door Wills en Burke. Het laatste grote continent, dat
nog overbleef om ontdekt te worden, was Afrika. De in 1813 geboren Schot
Livingstone, die als missionaris en arts actief was, wijdde zijn leven aan de
ontdekking van Centraal-Afrika.
Ik heb hier zelfs muziek van: Dr.
Livingstone, door Pater Moeskroen.
De groep Pater Moeskroen met
het opgewekte en treurige verhaal 'dr. Livingstone', wat dus smakelijk afliep
voor het opperhoofd. "Door de diepe, donkere jungle trekt de geur van goeie
soep; het is dr. Livingstone want ik ruik duidelijk zijn verbrandde hoed".
Kahoe- kahoe-kahoe, jawel.
Van het warme Afrika even naar
de uiteinden van de wereld, die nog helemaal ontdekt moesten worden. Zowel de
Noordpool als de Zuidpool kregen bezoek van allerlei expedities, waarbij
sommigen het niet overleefden. Het klimaat en de omstandigheden zijn knap
ongemakkelijk. De namen Peary, Amundsen en Scott blijven eeuwig verbonden met de
polen der aarde. Het verhaal van de dood van Scott en zijn mannen is zeer
aangrijpend. Ik vertel het hier niet. Nu niet.
Ik wil het overzicht besluiten
met de laatste ontdekkingen, die passen in het beeld van het afgelopen halfuur.
Er was in dit verhaal nog niemand die de hele wereld rond is geweest. Toch
gebeurde dat al in de 16de eeuw, door de Portugees Ferdinand
Magelhaes (of in het Engels 'Magellan'). Magelhaes was een goed zeeman en
marinecommandant in de oorlog, maar hij wilde toch op zeereis gaan, de wereld
ontdekken. Net als Columbus, geloofde hij dat de weg naar de rijke Specerij
Eilanden in het westen lag. Alleen vermoedde Magelhaes dat hij ergens door of om
die Nieuwe Wereld 'van Columbus' moest varen.
Hij kon de jonge Spaanse
koning overtuigen van zijn gelijk (en dat de Specerij Eilanden voor de helft in
Spaans territorium lagen) en kreeg een stevige donatie los om een expeditie uit
te rusten.
In september 1519 ging hij met
vijf schepen en 270 man onder zeil, richting Brazilië. Na een overwintering, in
wat nu Argentinië heet, moest hij een muiterij onderdrukken. Drie Spaanse
kapiteins stonden de expeditieleider naar het leven, maar Magelhaes zette er
eentje aan land in onbekend gebied en liet de anderen executeren. Een schip leed
intussen schipbreuk.
Vier schepen voeren onder
Zuid-Amerika langs, door de 'Straat der Allerheiligen', die nadien 'Straat
Magelhaes' is gaan heten. De zeevaarders zagen aan land vuurtjes branden van de
Indianen, zodat het de naam 'Tierra del Fuego' kreeg. Wij noemen het nog steeds
Vuurland.
In november 1520 waren er drie
schepen over, maar met gebrek aan proviand. Ze kozen zee over de Grote Oceaan,
want Magelhaes meende dat de wereld kleiner was dàn hij was. Hij verwachtte de
Specerij Eilanden in twee, hooguit drie dagen te bereiken. De reis duurde vier
maanden… Dat deel van de bemanning dat de ontberingen overleefde, at ratten,
zaagmeel en leren riempjes.
In januari 1521 vonden ze een
eiland, waar vis, eieren en gevogelte werd bemachtigd. Door gebrek aan vers
fruit bleef scheurbuik levens eisen. In Guam kwam beter voedsel en vers water
aan boord. Eind maart bereikten ze de Filippijnen. Commandant Magelhaes raakte
betrokken bij een lokaal stammenconflict en ging daar op onbenullige wijze dood,
in april 1521.
Zijn overblijvende kapiteins
besloten één schip op te offeren en met twee schepen, de Trinidad en de
Victoria, de expeditie af te maken. Beide schepen kwamen op de Specerij Eilanden
aan en laadden hun ruimen vol met een rijke lading van de uitermate dure
specerijen.
De kapiteins besloten om de
expeditie nu te splitsen. Het vergrootte de kans dat in elk geval één schip
behouden in Spanje zou terugkeren. De Trinidad voer direct de Pacific over
richting Spanje, terwijl de Victoria naar het westen voer.
De Trinidad haalde het niet.
Het schip werd onderweg veroverd door de vijandige Portugezen, die de bemanning
grotendeels om hals bracht.
De Victoria zeilde terug over
de Indische Oceaan -elke ontmoeting met schepen onderweg vermijdend- , rondde
Kaap de Goede Hoop en voer via de Atlantische Oceaan terug naar Spanje. Daar
kwam het schip op 6 september 1522 aan. Het had als eerste de hele wereld
rondgevaren.
Van de expeditie met vijf
schepen en 270 stuks bemanning, was dus één schip over - met 18 man.
Een wijsheid hadden ze
onderweg goed geleerd: vertrouw nooit op vreemd volk; "Never
trust a stranger", Kim Wilde zingt het.
Kim Wilde, die u waarschuwde
voor 'vreemden' in "Never trust a stranger".
Veel ontdekkingsreizigers
maakten hun reizen mede in opdracht van hun koning. Ze hadden een missie te
vervullen in die verre oorden. Waar de pioniers aan land gingen, werd de vlag
geplant, het oord kreeg een naam en werd meteen geclaimd voor de opdrachtgever.
In principe werd alle land meteen ingepikt. Op de Zuidpool is de buit ook
verdeeld tussen een aantal landen, maar er zijn wel afspraken gemaakt over de
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
En toen de Amerikanen als
eersten op de maan huppelden, plantten ze wel de vlag maar eisten de
aardsatelliet niet meteen op als 'buitenkolonie' voor de Verenigde Staten van
Amerika. Die fase zijn we voorbij
Bijna exact 600 jaar gelden,
op 26 januari 1500, zette Vicente Yanes Pinzon als eerste Europeaan voet aan
land op de plek, waar nu de stad Recife ligt, in Noordoost-Brazilië. Omdat de
nieuwe gebieden onder een Spaans-Portugees verdrag vielen, claimde hij het land
dus niet voor de Spaanse koning. Maar vier maanden later landde de Portugese
ontdekkingsreiziger Pedro Alvares Cabral ter plekken en nam het land in bezit in
naam van Portugal. Zo wordt geschiedenis gemaakt. Cabral wordt algemeen gezien
als de ontdekker van Brazilië.
Aardig detail is trouwens dat
koning Emanuel van Portugal Pedralvarez Cabral als waardig opvolger van Vasco da
Gama zag, gezien zijn kennis van zeevaart en het navigeren in onbekende wateren.
De koning plaatste Cabral aan het hoofd van de expeditie naar Indië. De vloot
telde 13 schepen en had 1200 man aan boord. Ze kreeg de opdracht mee om
consistente handelsbetrekkingen aan te knopen en tevens het Christendom te
verbreiden, waar ze maar langskwamen. Desnoods met wapengeweld als het niet
anders kon. Er gingen dus ook een aantal priesters mee op reis. De kooplieden
uit het Italiaanse Florence zagen er een goede investering in en betaalden dik
mee aan de Portugese expeditie.
Het spreekt vanzelf dat ergens
een baai naar Cabral genoemd is, de Baai van Cabralia. De naam Vera Cruz komt
ook van zijn expeditie, want het 'ingenomen' gebied werd ingewijd door het
oprichten van een groot kruis en het celebreren van een kerkdienst in de open
lucht.
In 1497 was Vasco da Gama op
pad met zijn beroemd expeditie rond de Kaap naar India. Een blijvend gevolg is
de naam Natal in Zuid-Afrika. Met Kerstmis was de expeditie daar beland en
daarom noemde ze het land Natal.
Dames en heren, we hebben het
over plaatsen en baaien, maar weet u hoe het hele continet Amerika aan zijn naam
komt? Eerst moest men ontdekken dat het een continent was, en geen verzameling
eilanden, of andersom wat ook gebeurde.
De eerste, die voor Amerika de
naam de 'Nieuwe Wereld' invoerde, was de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo
Vespucci. Hij maakte diverse reizen tussen 1499 en 1503, waarbij Vespucci de
kusten afgraasde. Hij ontdekte de Amazone-rivier en op 1 januari 1502 benoemde
hij 'Rio de Janeiro', vanwege die nieuwjaarsdag.
Op zijn eerste trip gaf hij ook Aziatische namen, als 'Golf van de
Ganges'.
Op zijn tweede reis
realiseerde hij zich, dat Amerika geen India was, maar een compleet nieuw
continent! Columbus ontdekte de nieuwe wereld, maar Vespucci realiseerde zich
dat als eerste.
Je zou verwachten dat de
Spaanse koning of andere grootheden het nieuwe land dus Amerika zouden noemen,
naar Amerigo Vespucci. Niets van de alles. Amerika kreeg deze naam in 1507, door
toedoen van een Duitse klerk, Waldseemuller. Deze man was een
amateur-cartograaf, die op een avond van zijn studieclub een kaart presenteerde
van de Nieuwe Wereld met de naam Amerika erop geschreven. Hij vond dat een goede
naam, maar een deskundig ontdekkingsreiziger en nobel mens: Amerigo Vespucci.
Die naam is blijven hangen, ging gelden voor de beide delen Noord- en
Zuid-Amerika en is daarna nooit meer uit beeld verdwenen.
Om de naamgeving muzikaal af
te sluiten, nog even de gewoonte om landen en steden naar de rechthebbende
heerser te noemen. Zo werd de Frans koning Lodewijk, 'Roi Louis' in de Franse
kolonies in Amerika vereeuwigd in de staat Louisiana en in de stad Louisville.
Die stad ligt eigenlijk
dichtbij -luister naar Eric Weissberg
& Steve Mandell in 'Eight miles to Louisville'.
Het is nog maar acht mijl naar
Louisville, volgens Eric Weissberg & Steve Mandell -'Eight miles more tot
Louisville'. Ja, als je de weg weet, kom je er wel. Plaatsbepaling is het halve
werk bij het bepalen van je koers. Je koers is de richting naar je bestemming,
via een snelle weg, een veilige weg of een goedkope weg -wat je maar kiest. De
snelste weg hoeft niet de kortste weg te zijn.
De zeevaarders, en speciaal de
geoefende en geharde ontdekkingsreizigers op de zeilschepen, wisten dat je
optimaal gebruik moet maken van wind en zeestromingen. Die Kaap de Goede Hoop
was dus een rotpunt om het Afrikaanse continent te ronden, want zee en wind
werken vaker tegen dan mee. Het spookschip 'De Vliegende Hollander' is al meer
dan 300 jaar bezig om rond die kaap weer op koers te komen - maar storm en
stroming zitten hem nog steeds dwars.
De oceaanzeilers gebruikten
natuurlijk de heersende stromingen en winden om een optimale koers te kiezen.
Vanaf het Iberisch Schiereiland zuidelijk dicht langs de Afrikaanse
noordwestkust en dan via de Kaap Verdische Eilanden met de wind mee, richting
Midden-Amerika. Via een rondje oceaan schiet je soms sneller op met een
zeilvloot, dan de korte route te kiezen. Als je geluk hebt, natuurlijk. Vasco da
Gama gokte mis bij zijn expeditie in 1497. Hij deed 93 dagen over 6000 kilometer
oceaan vanwege de verkeerde wind. Hij had zodoende drie keer de afstand gevaren,
die Columbus aflegde bij zijn eerste ontdekkingsreis naar Hispaniola in 1492.
Vanouds begon de zeevaart met
de voorzichtige kustvaart, in het zicht van landkenmerken varen - met een haven
binnen bereik als de nood aan de man mocht komen. Zo roeiden en zeilden de
Vikingen langs de kisten en soms waagden een korte oversteek. Van Scandinavië
naar Schotland, daarvandaan naar de Far Öer en dan de oversteek naar IJsland.
De reizigers oriënteerden
zich op de zon. Je weet dat die in het Oosten opkomt en in het Westen ondergaat.
Op die zekerheid kun je een koers uitzetten. Komt de zon links van je op, dan
vaar je naar het zuiden.
's Nachts schijnt de zon niet.
Op het Noordelijk Halfrond is de Poolster dan een goede gids, op het Zuidelijk
Halfrond het Zuiderkruis. Hoe verder poolwaarts, hoe hoger die ster aan
de hemel staat. Dat kun je meten met een hoekmeter en je kunt tabellen
gebruiken, die al sinds de Vikingtijd in gebruik zijn. Dan heb je een idee van
de breedtegraad, hoe ver je ergens tussen de equator en de pool zit. Toch? Pal
boven je die poolster, op 90 graden hoogte - dan zit bovenop de noordpool. Bar
koud meestal. Zakt die poolster tot zowat op de horizon, dan ben je bijna op de
evenaar en heb je het knap warm.
Daarmee weet je nog niet veel.
Als je op weg bent tussen Europa en Amerika, heb je geen idee hoe ver je al
opgeschoten bent. Daarvoor moet je de lengtegraad weten- de afstand tussen oost
en west, zeg maar- die door meridianen aangegeven worden. Het heeft nog eeuwen
geduurd, eer men dat precies kon vaststellen. Daarover straks meer.
Ontdekkingsreiziger James Cook was in elk geval de eerste, die profijt trok van
deze nieuwe wetenschap.
Eerst nog wat andere
navigatieapparatuur. Eind 15de
eeuw ontwikkelde men net scheepsastrolabium, een apparaat voor het bepalen van
de hoogte van diverse hemellichamen. Naar verluidt kon Columbus slecht overweg
met deze moderne dingen.
Verder had je het kompas,
waarmee je de richting kunt vaststellen, reeds in de 12de eeuw
uitgevonden. De snelheid mat men met een stuk hout aan en lijn met knopen op
gelijke afstand. Het houtje ging vooraan overboord en men telde de knopen
wanneer het achteraan weer verscheen. Nog steeds is het aantal knopen ('knots')
de maat waarmee zeevaart en luchtvaart hun snelheid opgeven (om te rekenen als
volgt: 1 knoop is 0,51 meter/sec, of 1,85 km/h)
Als je de snelheid
vermenigvuldigt met de gevaren tijd (wat in de tijd van de ontdekkingsreizen met
de zandloper gebeurde) en de richting had, kon je bij benadering je positie
bepalen. Met een goede kaart natuurlijk.
Er was voor een betere
navigatie, bijvoorbeeld om de lengtegraden te weten, een nauwkeuriger tijdmeting
nodig. Op 12 november 1714 vaardigde het Britse Parlement een wet uit, de
'Longitude Act', "Een Wet verschaffende een Openbare Beloning aan die
Persoon of Personen, die de lengte op Zee zullen ontdekken". De gangbare
klokken, o.a. van Huygens waren niet goed genoeg op zee. De beloning was 20.000
pond (omgerekend naar vandaag: ca een half miljoen gulden).
Vele uurwerkmakers gingen
driftig aan de slag. Het technisch talent Graham Sully werkte jarenlang aan een
goed uurwerk, maar de goede man overleed te vroeg. Omstreeks die tijd was John
Harrison bezig om een scheepschronometer te bouwen. Na zes jaar had hij in 1735
zijn eerste instrument klaar. Hij bouwde er vijf, die door de Marine op zee
werden beproefd. Op 9 februari 1765 werd officieel vastgesteld, dat Harrison's
scheepschronometer voldeed aan de eisen van de Wet van 1714. Dat was dus 51 jaar
nadien. Het duurde echter nóg eens 7 jaar, eer John Harrison de beloofde
Openbare Beloning volledig uitbetaald kreeg…
Het leuke aan dit verhaal is
het vervolg in de 20ste eeuw. De meeste recente ontdekkingsreiziger
'de man op de maan' Neil Armstrong, wijdde zijn maanreis in 1969 aan Jim
Harrison. Hij maakte de een goede navigatie op aarde mogelijk, die de basis
vormde voor verdere exploratiereizen. Zoals naar de maan.
Het waren Amerikanen die als
eerste voet op de Maan zetten. Om toch met de benen op de grond te blijven nu
Traveling in the USA door …….
………..
met 'Traveling in the USA', ook een hele klus want het is geweldig groot
land. Het lag in elk geval de ontdekkingsreizigers in de middeleeuwen danig in
de weg. Zelfs nadat het ze ontdekt hadden, want ze wilden naar China en Japan -
voor de dure zijde, peperdure specerijen, porselein, jade goud, zilver en meer
van die kostbaarheden.
Daarom voeren ze onder
Zuid-Amerika door, verder de Stille oceaan over, of onder Afrika door via de
Indische oceaan. De Noordoost-passage, boven Noord- Europa langs naar Azië
bleek geen succes. De Nova Zembla-overwintering kennen we van de 'vaderlandsche'
geschiedenis. Op Terschelling staat een replica van de hut van de gestrande
zeevaarders.
De Noordwestelijke doorvaart,
om Canada en Alaska heen, was zo mogelijk nog ingewikkelder, met al die eilanden
en schiereilanden. Beide doorgangsroutes werden vooral in de 16de
eeuw gezocht door de Engelsen en Nederlanders, omdat andere handelsroutes al
beheerst werden door Spanje en Portugal. Het is geen succes geworden.
Pas de aanleg van het
Panamakanaal (2x mislukt in 1880 en 1899; opening voor handelsvaart pas in 1914)
bracht een korte reisroute tussen de Atlantische en de Grote Oceaan.
Er ligt nog een vraag: waarom
de Vikingen niet in Canada gebleven waren, als eerste ontdekkers in de 9de,
10de eeuw? Volgens archeologen hadden ze te veel te lijden van het
barre klimaat en van de aanvallen van de inboorlingen, die veel talrijker waren
dan de Vikingen. Ze bleven dus niet.
Tot besluit laten we Canada
nog horen, via de piano van Joshua
Rifkin: 'Maple Leaf Rag'.
Dit is het einde van het
programma 'Van Dingen & Deuntjes', waarin we verre reizen bekeken en
nagingen wat er met de ontdekkingsreizen aan de hand was.
Het programma werd
geproduceerd, samengesteld en gepresenteerd door Jan Tuttel, uiteraard
ondersteund door technicus Willem van Dijk.
De muziekkeuze kwam mede tot
stand met behulp van Henri Kremer, Willem van Dijk, Bart Nijstad en Han. R.
Tuttel.
Op de laatste zondag van
februari is dit programma er weer. Het motto is dan 'Geen gegooi in de glazen' -
zondag 25 februari aanstaande.
Blijf luisteren, want na het
nieuws komt …………….
Dag,
en -
ship ahoy!
|