INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:22

van Dingen en Deuntjes

 
Goeiemiddag en welkom bij de eerste aflevering van 'Van Dingen & Deuntjes' in het jaar 2001. We zijn bij deze eerste uitzending meteen al van gedachten veranderd. Dat wil zeggen: we hebben het oorspronkelijk geplande onderwerp van deze maand, overboord gezet voor wat anders. We hebben het thema 'IJs & Scheuvelderij' in de ijskast gezet en gezien het zachte weer van deze week is dat niet zo gek geweest.

Maar, dames en heren: wat krijgt u dit uur dan wèl voorgeschoteld?

Nou, in plaats van het schaatsen op de korte of de lange baan, reizen we nu de hele wereld rond. Het thema van vandaag is Ontdekkingsreizen, verre reizen zeg maar, en de navigatie, het vinden van je route en het bepalen van je positie.

We volgen de avonturen van Marco Polo en speuren naar de 'Zijderoute' door Europa en Azië, we proberen de opvattingen van Columbus te begrijpen, we zoeken mee naar de Noordwestelijke, en de Noordoostelijke doorvaart en natuurlijk kijken we wat onze buurtgenoot Abel Tasman uit Lutjegast (in het Westerkwartier van Grunn'n) als wereldschipper ontdekte. Kortom: we gaan lange reizen maken zonder de bijbehorende ontberingen. Reizen over zee, over land en ook een beetje de wereldreizen door de lucht. Hoe ging dat, hoe vonden ze hun weg en wat dachten de reizigers te vinden? Waarom moest men zo nodig naar het onbekende? Wat was en is de 'drive' voor zulke tochten?

Er zitten geweldige verhalen achter deze ondernemingen, waarvan we vandaag maar enkele stukjes naar voren kunnen halen. Het is natuurlijk wèl zo, dat we nu vastzitten aan aardappels, maïs en het 'Smildigger roet', doordat Columbus zonodig linea recta naar Japan wilde varen in westelijke richting. Er bleek onbekend land in de weg te liggen, dat we nu kennen als het werelddeel Amerika.

En Amerika kreeg, eigenlijk via een achterdeurtje van een Duitse kaartentekenaar,  zijn naam naar een andere ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci. Tot dan heette het nog gewoon 'de Nieuwe Wereld'.

Nog mooier is, dat het werelddeel Amerika al eerder was ontdekt, maar dat er niks mee gedaan was. Canadese archeologen vonden op hun kust resten van oude Vikingnederzettingen. De Vikingen waren Columbus en consorten honderden jaren voor, maar hun landing op onbekend land had geen gevolgen. De archeologen in Amerika vragen zich nu af: waarom zijn de Vikingen eigenlijk niet gebleven? Wat is er gebeurd?

Deze noordelijke reizigers vonden hun weg, door van Scandinavië over te steken naar IJsland en daar nederzettingen te stichten. Vandaar exploreerden ze andere mogelijkheden en kwamen zo in Groenland terecht. Langs de kustlijn van al die eilanden en schiereilanden kwamen ze op een gegeven moment op het Amerikaanse werelddeel. Hun navigatie ging op de sterren en verder vooral via de kustlijnen - hun houvast zeg maar. In geval van nood (slecht weer, ziekte, honger) konden ze aanland gaan en zich verder zien te redden.

Het leuke hierbij is, dat die route ook door de eerste transatlantische luchtvaart gebruikt werd. Hun hinkstapsprong-route ging aanvankelijk ook vanaf Newfoundland, via Groenland naar IJsland en vandaar naar Schotland. Nog steeds maken 'ferryvluchten' met kleinere toestellen van die route gebruik.

De navigatie is bij de luchtvaart van groot belang, omdat je met je hoeveelheid brandstof te maken hebt. En 'op is op'. Je uitwijkhavens zijn vliegvelden ergens op het land. In noodgevallen is de oceaan geen goed alternatief. Wat de oude zeevaarders niet hadden, had de luchtvaart in haar tijd van wereldvluchten al wel -radiohulpmiddelen voor de navigatie. Op de eerste vluchten rond de wereld en over de oceanen, gingen telegrafisten en navigatoren mee. Hun wereldbeeld was vijfhonderd jaar na Columbus wel wat meer volgens de werkelijkheid.  Niettemin waren het nog hele ondernemingen, omdat hogerop in de atmosfeer weer andere moeilijkheden opdoken, die de zeevaarders en karavaanreizigers over land nooit gekend hadden.

Dit uur dus: ontdekkingsreizigers, verre reizen en het exploreren van onbekend gebied. Of, met andere woorden: duizend jaar verder kijken op aarde in minder dan uur. Tijd voor de begeleidende muziek. Meteen maar op 'de weg naar nergensheen' met de Talking Heads 'The Road to Nowhere'

De Talking Heads met de 'weg naar nergensheen/ The Road to Nowhere'. Het klopt een beetje, want als je wat ontdekken wilt, wéét je natuurlijk niet wat je vindt. Je vermoedt wat en je hoopt ergens op. Reizigers naar onbekende oorden bereiden hun reis goed voor, maar met niet méér kennis 'dan de voorraad strekt'. Met die feiten of aannames, die op grond van het beste weten en beste kunnen verzameld zijn. Maar met een beetje pech, zit men er faliekant naast. Zo raken ontdekkingsreizigers in de problemen - ze verdwalen hopeloos of komen op onbekend terrein ('terra incognito') bij volslagen vreemde inboorlingen, die de indringers willen opeten. Ook kun je een half jaar in het ijs moeten overwinteren, waarna de expeditie alsnog zachtjes uitsterft.

Zelfs in deze tijd, met alle vormen van techniek en massa's hulpmiddelen, lopen ondernemende reizigers bij 'gesponsorde expedities' nog tegen onverwachte moeilijkheden op. Onlangs rapporteerden de twee mannen, die bij de Zuidpool 'op visite' gingen, over hun expeditie. Met sleden, ski's, zeilen en vliegers hadden ze geoefend in Noorwegen, op Groenland en in andere koude contreien.

Op de Zuidpool bleek alles anders, en dus tégen te zitten. Een zo'n onbekende moeilijkheid was de sneeuw. Deze gleed voor geen meter, zodat de sleden een zware ballast vormden, in plaats van een hulpmiddel. Bij de trainingen op het Noordelijk halfrond was de sneeuw wel glad genoeg geweest voor het sledetransport.

Nouja, geen wonder dat de kerstman met zijn slee met trekrendieren op de Noordpool woont, in plaats van op Antarctica. Hij had dit al langer in de gaten, niet dan?

Intussen hebben wel al een expeditie genoemd, die geen echte ontdekkingsreis is -ondanks al die ervaringen en de ontdekking van stroeve sneeuw. Hun motief was van meer persoonlijke aard: prestaties leveren, een moeilijkheid verzinnen en die dan overwinnen. Net als befaamde bergbeklimmers, die moeilijke, levensgevaarlijke dingen doen, waar niemand echt op zit te wachten. Toch is de bergklautersport al ruim tweehonderd jaar oud. In 1999 vierden ze in Duitsland en Tsjechië met het 'Watzmann-jaar' de 200ste verjaardag van de bergsport.

Het onbekende ontdekken en het onbereikbare bereiken - zó kun je een van de sterkste motieven benoemen, die ontdekkingsreizigers en expeditieleiders dreef en drijft. Dat er hoogmoed, ijdelheid, overschatting van eigen kunnen en meer van die nukken meespelen, spreek vanzelf. 't Is mensenwerk, ja… 

Ik pak het lijstje erbij, want de vraag naar 'het waarom van willen ontdekken' is in een of ander onderwijsproject al eens uitgemolken. ("Meester, ik wil ontdekkingsreiziger worden". "Mooi zo, Henkie. Zeg maar even welk motiefnummertje je kiest").  De eerste en beste reden om iets te willen ontdekken, of te willen uitzoeken, is de menselijke nieuwsgierigheid. Je kunt het ook wetenschappelijke interesse of zucht naar avontuur noemen.

Een tweede achtergrond is de georganiseerde exploratie. Met name door de ontwikkeling van de handel in het Midden-Oosten, werden er meer reizen op touw gezet. De eerste bekende tocht naar het onbekende was de vierjarige expeditie van Egyptenaren naar het land Punt (voor de lokale luisteraars: niet naar 'De Punt', en wel hierom:). De trip vond plaats omstreeks 1500 v. C. en het doel was het vinden van goud en mirre. 

De volgende aanleiding is te vinden bij handel en rijkdom. Handel was altijd al een van de belangrijkste drijfveren voor ontdekkingsreizen. Weet u nog dat het 'Vrouwtje van Stavoren' haar schepen ook uitzond over alle zeeën, met de opdracht aan de schippers om met het rijkste van de wereld thuis te komen? (-en weet u nog hoe het verhaal afliep?) Handel in nieuwe producten, zoals exotische waren of kostbare goederen uit verre streken, het zoeken
naar snellere handelsroutes en het sluiten van handelsovereenkomsten met landen ver weg en onderweg -het zijn allemaal grondslagen van expedities geweest.
Terwijl de handelslieden hun rijkdom zien groeien, komt er een vervolg achterweg, dat ook aanleiding vormt voor verre reizen en expedities. Met name in religieuze kringen komt dan de wens boven, om de inboorlingen in de net-ontdekte landen te gaan bekeren. Het Christendom heeft er eeuwenlang veel geld, moeite en militaire macht aan gespendeerd. Mijn onderwijslijstje vat dit samen onder de categorie: religie, faam en fortuin. Hier speelt ook macht mee: macht over gebieden, macht over mensen.

Tot slot komen we aan het punt, wat ik als eerste al noemde: wetenschap en nieuwsgierigheid. In de 18de eeuw, tijdens 'de Verlichting', kwamen zodoende de reizen aan de orde om natuurkundige ontdekkingen te doen. Historici noemen het de 'eeuw der nieuwsgierigheid'. In feite geldt dit nog steeds, als je kijkt naar de ruimtereizen. Dat is ons nieuwe onbekende land, i.c. onbekende ruimte. En ook hier heb je de strijd om de macht: vooral militaire macht, gekoppeld aan handelsmacht. (Maarja, zo hebben ze de marine ook uitgevonden -om de koopvaardijvloten te beschermen. Ook tijdens de expedities). 

Goed, we weten alles over het waarom van verre reizen en ontdekkingsreizen. Straks meer daarover. Ik schotel u eerst nog een motief voor, om ontdekkingsreizen te ondernemen: de vreemde verhalen over verre landen. Luistert u naar de 'Koning van Siam'! 

'De Koning van Siam', gezongen door het Grote Muziekpakhuiskoor. (Het komt van de CD die in de achterflap zit van het boek van Jack Klöters, met liedjes van school, club of kamp).

Dit is een mooi flauwekul-lied natuurlijk, maar vroeger raakte de grote, fantastische verhalen wel de zenuw van hebberigheid bij allerhande heersers en handelslieden. 

Zodra een gerucht van rijke goederen of vondsten van edelmetaal de ronde doen, gebeuren er twee dingen:

1- Avonturiers en gelukszoekers wagen een kansje, wat met de goudkoorts tot 'goldrushes' leidt, zoals in 1849 (en omstreeks 1890 plaatselijk nog eens) in Californië. Zelfs de goudvondst in Indonesië, leidde in 1997 nog tot hevige opwinding - tòt het om bedrog op hoog niveau bleek te gaan.

2- Het tweede effect is dat heersers van elke pluimage de bron van rijkdom in bezit of in hun macht willen krijgen. Met dat doel worden exploratie-ondernemingen opgezet en expedities (of delegaties) uitgestuurd. Ze kenden vaak een voorbeeld of een bevestigd verhaal.

Maar u snapt wel, dat elk indrukwekkend verhaal met een glans van rijkdom en glorie de gemoederen kon opzwepen! 

Hoe lang 'deed' men al aan ontdekkingsreizen? Wat weten we ervan? Eerst maar een overzicht:

De oudste trip naar het onbekende land om rijkdom te vergaren, is bekend van de Egyptenaren. Ze gingen 4500 jaar geleden scheep om nieuwe handelsroutes te vestigen. Ook de Phoeniciërs moeten al rond Afrika zijn getrokken, waarvan later niets meer bekend geworden is. 

De Vikingen trokken er tussen 850-1050 ('the Viking Age') met hun open boten op uit naar andere gebieden. Bij de oversteek over land, of over ijs en sneeuw, sleepten ze hun boten mee. Via Schotland en de Far Öer naar IJsland, Groenland en Labrador en New Foundland op 't Amerikaans continent. Vanuit Zweden en de Oostzee trokken Vikingen de rivieren de Wolga en de Djnpr langs, waarna ze in de Zwarte zee en de Middellandse Zee opdoken. Ze drongen landinwaarts door tot Centraal-Azië, waarvan bewaard gebleven handelswaar nog getuigt. 

Er zit nòg een mooi verhaal aan, wat ik vond in het blad 'Saoudi-Aramco World'. De Arabieren noemden het aparte volkje van de grote blonde, handeldrijvende Vikingen vroeger 'Rus' (spreek uit Roes). Deze Vikingen van Zweedse afkomst redden zich goed, en mengden zich met de bevolking in het gebied van de Wolga en de Djnpr, zodat men al gauw sprak over het gebied van de 'Rus'. Deze Arabische betiteling van dat volk is overgegaan op de hele streek. En sindsdien is het gebied voor iedereen 'Rusland' gaan heten. 

Via de Noordzee en langs de West-Europese kusten, kwamen de Vikingen in Noord-Afrika terecht. Het Franse Normandië is ontstaan uit een vestiging van Noormannen, die daar vaste voet kregen en landheerser werden. Veel bekende Franse familienamen (Thérou, Yver, Vautier, wielrenner Anquetil) zijn van oorsprong Noors of Deens! (Verklaring uit Guide Heimdal "Prénoms Normands et Vikings" (1981): Therou komt van Thor, Yver is Ivar, Vautier komt van Walthari en Anquetil heeft als herkomst Asktetill)

We gaan verder met het overzicht van de ontdekkingsreizen: 

Marco Polo en zijn broer Niccilo staan bekend als vroege ontdekkingsreizigers. Ze stammen uit een hoge Venetiaanse familie en raakten al vroeg bekend met de handelsrelaties en vreemdelingen uit verre streken. Venetië was in de 13de eeuw het grote handelscentrum van de Middellandse Zee en omstreken. Marco Polo is bekend door zijn verre reizen, o.a. naar China, hoewel in 1981 een televisie-expeditie zijn trip niet kon nadoen. In feite ging het om de latere 'Zijderoute', de route door woestijnen en door berggebieden van het Midden-Oosten naar het verre China. De route heeft diverse varianten, afhankelijk van oorlogen en bandieten en van de politieke situatie en de weersgesteldheid onderweg. Je zocht de beste en de veiligste route, wat niet vanzelf de kortste route was. 

Marco Polo was een bekwaam reiziger (hij sprak vier talen vloeiend), scherp waarnemer en goed schrijver. Zijn reis naar China duurde al met al 24 jaar. In die tijd was hij in dienst van de Khan, raakte in gevangenschap en maakte allerlei avonturen mee. Hij leerde de Chinese zijde kennen, asbest en steenkool ("stenen die konden branden als houten blokken") en raakte ook bekend met het fenomeen papiergeld, nog zo'n wereldwonder in de 13de eeuw. 

In 1295 kwam de ontdekkingsreiziger na vele omzwervingen weer terug in Italië. Daarna raakte hij vanwege de oorlog tussen Genua en Venetië weer in gevangenschap. Daar dicteerde hij zijn verhalen aan een medegevangene, waarmee het boek 'De Reizen van Marco Polo' geboren werd. Dat boek is de inspiratiebron geworden van vele reizigers na hem.

Het mooiste komt nog. Toen Marco Polo in 1324 op 70-jarige leeftijd overleed, waren zijn laatste woorden "Ik heb nog maar de helft verteld, van alles wat ik gezien heb"! 

Nog steeds geldt zijn beschrijving als bron van historisch onderzoek, zelfs in China. Hij wordt tegenwoordig gezien als de vader van de geografische wetenschappen. Toch is zijn boek geen exacte wetenschap, maar vloeien waarheid en verdichtsel in elkaar over. Hij maakte gebruik van gegevens uit de tweede hand, 'van horen zeggen', zeg maar. Daarom zijn er nog steeds mensen die geloven dat Marco Polo nooit ècht in China is geweest… 

Maar: hij bracht zeldzame kostbaarheden mee, waaronder dure zijde en goud. Dat leidde tot nieuwe tochten. Iedereen wilde naar het Oosten, zijde en goud en roem oogsten. De ontdekkingsreizigers zochten geldschieters met de belofte om rijkdom te gaan ontdekken. Ze rustten expedities uit en ze gingen allemaal scheep, rechtstreeks naar China en Japan westwaarts over water. Columbus verzeilde in het Caraibisch gebied bij Amerika en Heemskerk & Barentz vroren dood op Nova Zembla.

Hun afscheid bij vertrek kon altijd het laatste zijn: hier de 'Farewell Shanty' van Johnny Collins.

Johnny Collins met het afscheidslied voor zeevarenden, de 'Farewell Shanty'. Menig ontdekkingsreiziger - na de landreizen vooral de zeevaarders - wist niet wat hem te wachten stond. Maar, eerst het overzicht verder langs:

Na Marco Polo dus de zeevaarders als Columbus, Heemskerk & Barentz en nog een heel stel uit Italië, Spanje en Portugal. De Hollanders en Engelsen kwamen een slag later aan bod.

Het was Vasco da Gama die de zeeweg naar Azië vond, onder Afrika door via de Indische Oceaan. Bartholomeus Diaz was de eerste die in 1488 de Kaap ontdekte. Hij gaf de zuidpunt van Afrika de naam: 'Kaap der Stormen'. Vasco da Gama, die op 22 november 1497 langskwam, herdoopte het tot 'Kaap de Goede Hoop'. 

Dames en heren, u weet natuurlijk dat het spookt bij de Kaap de Goede Hoop?

Daar vaart het spookschip 'De Vliegende Hollander'! Hij duikt in storm en zwaar weer ineens op en is door menig zeevaarder ook gezien - tot zijn grote schrik. De legende is terug te voeren op een Hollands schip uit de 17de eeuw, onder bevel van kapitein Hendrick van de Decken. Hij wilde bij hevige storm en tegenwind toch om de kaap proberen te komen, vloekend en tegen beter weten in. Op mysterieuze wijze verdween het schip, zonder ooit weergevonden te worden. Sindsdien is het schip met de goddeloze schipper verdoemd om 'ten eeuwigen dage' om die kaap proberen te zeilen… 

Verder met het overzicht:

Vervolgens was de Nieuwe Wereld aan de beurt om helemaal ontdekt te worden. Lewis en Clark doorkruisten Amerika van de Oost- naar de Westkust. Vanuit Midden-Amerika hadden de Spaanse ontdekkers (of kolonisten) al wat gepionierd in de richting van Californië. Het is niet toevallig, dat alle grote steden Spaanse namen dragen: Los Angelos, San Francisco, Las Vegas. Men verwacht dat binnen één generatie het Spaanssprekende deel van dat land de meerderheid zal vormen. Californië is nu grotendeels tweetalig. 

Intussen was Zuidoost-Azië bekend geworden en in trek geraakt bij de Europese naties, die het in de wereld voor het zeggen hadden. Men stichtte kolonies en handelsposten.

Er werden ontdekkingsreizen georganiseerd om de Grote Oceaan te ontdekken. Hier komt Abel Tasman in beeld, die Nieuw-Zeeland op de kaart zette.

Captain James Cook was de fameuze Engelse ontdekkingsreiziger, die in 1772 uitvoer om het 'zuidelijke continent' te ontdekken. Een jaar later vorderde hij (bleek achteraf) tot op 80 mijl van Antarctica, maar moest vanwege het pakijs terugkeren. 

In 1860-61 werd Australië over land geëxploreerd door Wills en Burke. Het laatste grote continent, dat nog overbleef om ontdekt te worden, was Afrika. De in 1813 geboren Schot Livingstone, die als missionaris en arts actief was, wijdde zijn leven aan de ontdekking van Centraal-Afrika.

Ik heb hier zelfs muziek van: Dr. Livingstone, door Pater Moeskroen. 

De groep Pater Moeskroen met het opgewekte en treurige verhaal 'dr. Livingstone', wat dus smakelijk afliep voor het opperhoofd. "Door de diepe, donkere jungle trekt de geur van goeie soep; het is dr. Livingstone want ik ruik duidelijk zijn verbrandde hoed". Kahoe- kahoe-kahoe, jawel.

Van het warme Afrika even naar de uiteinden van de wereld, die nog helemaal ontdekt moesten worden. Zowel de Noordpool als de Zuidpool kregen bezoek van allerlei expedities, waarbij sommigen het niet overleefden. Het klimaat en de omstandigheden zijn knap ongemakkelijk. De namen Peary, Amundsen en Scott blijven eeuwig verbonden met de polen der aarde. Het verhaal van de dood van Scott en zijn mannen is zeer aangrijpend. Ik vertel het hier niet. Nu niet. 

Ik wil het overzicht besluiten met de laatste ontdekkingen, die passen in het beeld van het afgelopen halfuur. Er was in dit verhaal nog niemand die de hele wereld rond is geweest. Toch gebeurde dat al in de 16de eeuw, door de Portugees Ferdinand Magelhaes (of in het Engels 'Magellan'). Magelhaes was een goed zeeman en marinecommandant in de oorlog, maar hij wilde toch op zeereis gaan, de wereld ontdekken. Net als Columbus, geloofde hij dat de weg naar de rijke Specerij Eilanden in het westen lag. Alleen vermoedde Magelhaes dat hij ergens door of om die Nieuwe Wereld 'van Columbus' moest varen.

Hij kon de jonge Spaanse koning overtuigen van zijn gelijk (en dat de Specerij Eilanden voor de helft in Spaans territorium lagen) en kreeg een stevige donatie los om een expeditie uit te rusten. 

In september 1519 ging hij met vijf schepen en 270 man onder zeil, richting Brazilië. Na een overwintering, in wat nu Argentinië heet, moest hij een muiterij onderdrukken. Drie Spaanse kapiteins stonden de expeditieleider naar het leven, maar Magelhaes zette er eentje aan land in onbekend gebied en liet de anderen executeren. Een schip leed intussen schipbreuk.

Vier schepen voeren onder Zuid-Amerika langs, door de 'Straat der Allerheiligen', die nadien 'Straat Magelhaes' is gaan heten. De zeevaarders zagen aan land vuurtjes branden van de Indianen, zodat het de naam 'Tierra del Fuego' kreeg. Wij noemen het nog steeds Vuurland. 

In november 1520 waren er drie schepen over, maar met gebrek aan proviand. Ze kozen zee over de Grote Oceaan, want Magelhaes meende dat de wereld kleiner was dàn hij was. Hij verwachtte de Specerij Eilanden in twee, hooguit drie dagen te bereiken. De reis duurde vier maanden… Dat deel van de bemanning dat de ontberingen overleefde, at ratten,  zaagmeel en leren riempjes. 

In januari 1521 vonden ze een eiland, waar vis, eieren en gevogelte werd bemachtigd. Door gebrek aan vers fruit bleef scheurbuik levens eisen. In Guam kwam beter voedsel en vers water aan boord. Eind maart bereikten ze de Filippijnen. Commandant Magelhaes raakte betrokken bij een lokaal stammenconflict en ging daar op onbenullige wijze dood, in april 1521. 

Zijn overblijvende kapiteins besloten één schip op te offeren en met twee schepen, de Trinidad en de Victoria, de expeditie af te maken. Beide schepen kwamen op de Specerij Eilanden aan en laadden hun ruimen vol met een rijke lading van de uitermate dure specerijen. 

De kapiteins besloten om de expeditie nu te splitsen. Het vergrootte de kans dat in elk geval één schip behouden in Spanje zou terugkeren. De Trinidad voer direct de Pacific over richting Spanje, terwijl de Victoria naar het westen voer.

De Trinidad haalde het niet. Het schip werd onderweg veroverd door de vijandige Portugezen, die de bemanning grotendeels om hals bracht.

De Victoria zeilde terug over de Indische Oceaan -elke ontmoeting met schepen onderweg vermijdend- , rondde Kaap de Goede Hoop en voer via de Atlantische Oceaan terug naar Spanje. Daar kwam het schip op 6 september 1522 aan. Het had als eerste de hele wereld rondgevaren.

Van de expeditie met vijf schepen en 270 stuks bemanning, was dus één schip over - met 18 man. 

Een wijsheid hadden ze onderweg goed geleerd: vertrouw nooit op vreemd volk; "Never trust a stranger", Kim Wilde zingt het.

Kim Wilde, die u waarschuwde voor 'vreemden' in "Never trust a stranger".

Veel ontdekkingsreizigers maakten hun reizen mede in opdracht van hun koning. Ze hadden een missie te vervullen in die verre oorden. Waar de pioniers aan land gingen, werd de vlag geplant, het oord kreeg een naam en werd meteen geclaimd voor de opdrachtgever. In principe werd alle land meteen ingepikt. Op de Zuidpool is de buit ook verdeeld tussen een aantal landen, maar er zijn wel afspraken gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid.

En toen de Amerikanen als eersten op de maan huppelden, plantten ze wel de vlag maar eisten de aardsatelliet niet meteen op als 'buitenkolonie' voor de Verenigde Staten van Amerika. Die fase zijn we voorbij 

Bijna exact 600 jaar gelden, op 26 januari 1500, zette Vicente Yanes Pinzon als eerste Europeaan voet aan land op de plek, waar nu de stad Recife ligt, in Noordoost-Brazilië. Omdat de nieuwe gebieden onder een Spaans-Portugees verdrag vielen, claimde hij het land dus niet voor de Spaanse koning. Maar vier maanden later landde de Portugese ontdekkingsreiziger Pedro Alvares Cabral ter plekken en nam het land in bezit in naam van Portugal. Zo wordt geschiedenis gemaakt. Cabral wordt algemeen gezien als de ontdekker van Brazilië. 

Aardig detail is trouwens dat koning Emanuel van Portugal Pedralvarez Cabral als waardig opvolger van Vasco da Gama zag, gezien zijn kennis van zeevaart en het navigeren in onbekende wateren. De koning plaatste Cabral aan het hoofd van de expeditie naar Indië. De vloot telde 13 schepen en had 1200 man aan boord. Ze kreeg de opdracht mee om consistente handelsbetrekkingen aan te knopen en tevens het Christendom te verbreiden, waar ze maar langskwamen. Desnoods met wapengeweld als het niet anders kon. Er gingen dus ook een aantal priesters mee op reis. De kooplieden uit het Italiaanse Florence zagen er een goede investering in en betaalden dik mee aan de Portugese expeditie.

Het spreekt vanzelf dat ergens een baai naar Cabral genoemd is, de Baai van Cabralia. De naam Vera Cruz komt ook van zijn expeditie, want het 'ingenomen' gebied werd ingewijd door het oprichten van een groot kruis en het celebreren van een kerkdienst in de open lucht. 

In 1497 was Vasco da Gama op pad met zijn beroemd expeditie rond de Kaap naar India. Een blijvend gevolg is de naam Natal in Zuid-Afrika. Met Kerstmis was de expeditie daar beland en daarom noemde ze het land Natal. 

Dames en heren, we hebben het over plaatsen en baaien, maar weet u hoe het hele continet Amerika aan zijn naam komt? Eerst moest men ontdekken dat het een continent was, en geen verzameling eilanden, of andersom wat ook gebeurde.

De eerste, die voor Amerika de naam de 'Nieuwe Wereld' invoerde, was de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci. Hij maakte diverse reizen tussen 1499 en 1503, waarbij Vespucci de kusten afgraasde. Hij ontdekte de Amazone-rivier en op 1 januari 1502 benoemde hij 'Rio de Janeiro', vanwege die nieuwjaarsdag.  Op zijn eerste trip gaf hij ook Aziatische namen, als 'Golf van de Ganges'.

Op zijn tweede reis realiseerde hij zich, dat Amerika geen India was, maar een compleet nieuw continent! Columbus ontdekte de nieuwe wereld, maar Vespucci realiseerde zich dat als eerste. 

Je zou verwachten dat de Spaanse koning of andere grootheden het nieuwe land dus Amerika zouden noemen, naar Amerigo Vespucci. Niets van de alles. Amerika kreeg deze naam in 1507, door toedoen van een Duitse klerk, Waldseemuller. Deze man was een amateur-cartograaf, die op een avond van zijn studieclub een kaart presenteerde van de Nieuwe Wereld met de naam Amerika erop geschreven. Hij vond dat een goede naam, maar een deskundig ontdekkingsreiziger en nobel mens: Amerigo Vespucci. Die naam is blijven hangen, ging gelden voor de beide delen Noord- en Zuid-Amerika en is daarna nooit meer uit beeld verdwenen. 

Om de naamgeving muzikaal af te sluiten, nog even de gewoonte om landen en steden naar de rechthebbende heerser te noemen. Zo werd de Frans koning Lodewijk, 'Roi Louis' in de Franse kolonies in Amerika vereeuwigd in de staat Louisiana en in de stad Louisville.

Die stad ligt eigenlijk dichtbij -luister naar Eric Weissberg & Steve Mandell in 'Eight miles to Louisville'.

Het is nog maar acht mijl naar Louisville, volgens Eric Weissberg & Steve Mandell -'Eight miles more tot Louisville'. Ja, als je de weg weet, kom je er wel. Plaatsbepaling is het halve werk bij het bepalen van je koers. Je koers is de richting naar je bestemming, via een snelle weg, een veilige weg of een goedkope weg -wat je maar kiest. De snelste weg hoeft niet de kortste weg te zijn. 

De zeevaarders, en speciaal de geoefende en geharde ontdekkingsreizigers op de zeilschepen, wisten dat je optimaal gebruik moet maken van wind en zeestromingen. Die Kaap de Goede Hoop was dus een rotpunt om het Afrikaanse continent te ronden, want zee en wind werken vaker tegen dan mee. Het spookschip 'De Vliegende Hollander' is al meer dan 300 jaar bezig om rond die kaap weer op koers te komen - maar storm en stroming zitten hem nog steeds dwars.

De oceaanzeilers gebruikten natuurlijk de heersende stromingen en winden om een optimale koers te kiezen. Vanaf het Iberisch Schiereiland zuidelijk dicht langs de Afrikaanse noordwestkust en dan via de Kaap Verdische Eilanden met de wind mee, richting Midden-Amerika. Via een rondje oceaan schiet je soms sneller op met een zeilvloot, dan de korte route te kiezen. Als je geluk hebt, natuurlijk. Vasco da Gama gokte mis bij zijn expeditie in 1497. Hij deed 93 dagen over 6000 kilometer oceaan vanwege de verkeerde wind. Hij had zodoende drie keer de afstand gevaren, die Columbus aflegde bij zijn eerste ontdekkingsreis naar Hispaniola in 1492. 

Vanouds begon de zeevaart met de voorzichtige kustvaart, in het zicht van landkenmerken varen - met een haven binnen bereik als de nood aan de man mocht komen. Zo roeiden en zeilden de Vikingen langs de kisten en soms waagden een korte oversteek. Van Scandinavië naar Schotland, daarvandaan naar de Far Öer en dan de oversteek naar IJsland.

De reizigers oriënteerden zich op de zon. Je weet dat die in het Oosten opkomt en in het Westen ondergaat. Op die zekerheid kun je een koers uitzetten. Komt de zon links van je op, dan vaar je naar het zuiden.

's Nachts schijnt de zon niet. Op het Noordelijk Halfrond is de Poolster dan een goede gids, op het Zuidelijk Halfrond het Zuiderkruis. Hoe verder poolwaarts, hoe hoger die ster aan  de hemel staat. Dat kun je meten met een hoekmeter en je kunt tabellen gebruiken, die al sinds de Vikingtijd in gebruik zijn. Dan heb je een idee van de breedtegraad, hoe ver je ergens tussen de equator en de pool zit. Toch? Pal boven je die poolster, op 90 graden hoogte - dan zit bovenop de noordpool. Bar koud meestal. Zakt die poolster tot zowat op de horizon, dan ben je bijna op de evenaar en heb je het knap warm. 

Daarmee weet je nog niet veel. Als je op weg bent tussen Europa en Amerika, heb je geen idee hoe ver je al opgeschoten bent. Daarvoor moet je de lengtegraad weten- de afstand tussen oost en west, zeg maar- die door meridianen aangegeven worden. Het heeft nog eeuwen geduurd, eer men dat precies kon vaststellen. Daarover straks meer. Ontdekkingsreiziger James Cook was in elk geval de eerste, die profijt trok van deze nieuwe wetenschap. 

Eerst nog wat andere navigatieapparatuur.  Eind 15de eeuw ontwikkelde men net scheepsastrolabium, een apparaat voor het bepalen van de hoogte van diverse hemellichamen. Naar verluidt kon Columbus slecht overweg met deze moderne dingen.

Verder had je het kompas, waarmee je de richting kunt vaststellen, reeds in de 12de eeuw uitgevonden. De snelheid mat men met een stuk hout aan en lijn met knopen op gelijke afstand. Het houtje ging vooraan overboord en men telde de knopen wanneer het achteraan weer verscheen. Nog steeds is het aantal knopen ('knots') de maat waarmee zeevaart en luchtvaart hun snelheid opgeven (om te rekenen als volgt: 1 knoop is 0,51 meter/sec, of 1,85 km/h)

Als je de snelheid vermenigvuldigt met de gevaren tijd (wat in de tijd van de ontdekkingsreizen met de zandloper gebeurde) en de richting had, kon je bij benadering je positie bepalen. Met een goede kaart natuurlijk. 

Er was voor een betere navigatie, bijvoorbeeld om de lengtegraden te weten, een nauwkeuriger tijdmeting nodig. Op 12 november 1714 vaardigde het Britse Parlement een wet uit, de 'Longitude Act', "Een Wet verschaffende een Openbare Beloning aan die Persoon of Personen, die de lengte op Zee zullen ontdekken". De gangbare klokken, o.a. van Huygens waren niet goed genoeg op zee. De beloning was 20.000 pond (omgerekend naar vandaag: ca een half miljoen gulden).

Vele uurwerkmakers gingen driftig aan de slag. Het technisch talent Graham Sully werkte jarenlang aan een goed uurwerk, maar de goede man overleed te vroeg. Omstreeks die tijd was John Harrison bezig om een scheepschronometer te bouwen. Na zes jaar had hij in 1735 zijn eerste instrument klaar. Hij bouwde er vijf, die door de Marine op zee werden beproefd. Op 9 februari 1765 werd officieel vastgesteld, dat Harrison's scheepschronometer voldeed aan de eisen van de Wet van 1714. Dat was dus 51 jaar nadien. Het duurde echter nóg eens 7 jaar, eer John Harrison de beloofde Openbare Beloning volledig uitbetaald kreeg… 

Het leuke aan dit verhaal is het vervolg in de 20ste eeuw. De meeste recente ontdekkingsreiziger 'de man op de maan' Neil Armstrong, wijdde zijn maanreis in 1969 aan Jim Harrison. Hij maakte de een goede navigatie op aarde mogelijk, die de basis vormde voor verdere exploratiereizen. Zoals naar de maan. 

Het waren Amerikanen die als eerste voet op de Maan zetten. Om toch met de benen op de grond te blijven nu Traveling in the USA door ……. 

………..  met 'Traveling in the USA', ook een hele klus want het is geweldig groot land. Het lag in elk geval de ontdekkingsreizigers in de middeleeuwen danig in de weg. Zelfs nadat het ze ontdekt hadden, want ze wilden naar China en Japan - voor de dure zijde, peperdure specerijen, porselein, jade goud, zilver en meer van die kostbaarheden.

Daarom voeren ze onder Zuid-Amerika door, verder de Stille oceaan over, of onder Afrika door via de Indische oceaan. De Noordoost-passage, boven Noord- Europa langs naar Azië bleek geen succes. De Nova Zembla-overwintering kennen we van de 'vaderlandsche' geschiedenis. Op Terschelling staat een replica van de hut van de gestrande zeevaarders. 

De Noordwestelijke doorvaart, om Canada en Alaska heen, was zo mogelijk nog ingewikkelder, met al die eilanden en schiereilanden. Beide doorgangsroutes werden vooral in de 16de eeuw gezocht door de Engelsen en Nederlanders, omdat andere handelsroutes al beheerst werden door Spanje en Portugal. Het is geen succes geworden.

Pas de aanleg van het Panamakanaal (2x mislukt in 1880 en 1899; opening voor handelsvaart pas in 1914) bracht een korte reisroute tussen de Atlantische en de Grote Oceaan. 

Er ligt nog een vraag: waarom de Vikingen niet in Canada gebleven waren, als eerste ontdekkers in de 9de, 10de eeuw? Volgens archeologen hadden ze te veel te lijden van het barre klimaat en van de aanvallen van de inboorlingen, die veel talrijker waren dan de Vikingen. Ze bleven dus niet.

Tot besluit laten we Canada nog horen, via de piano van Joshua Rifkin: 'Maple Leaf Rag'.

Dit is het einde van het programma 'Van Dingen & Deuntjes', waarin we verre reizen bekeken en nagingen wat er met de ontdekkingsreizen aan de hand was. 

Het programma werd geproduceerd, samengesteld en gepresenteerd door Jan Tuttel, uiteraard ondersteund door technicus Willem van Dijk.

De muziekkeuze kwam mede tot stand met behulp van Henri Kremer, Willem van Dijk, Bart Nijstad en Han. R. Tuttel. 

Op de laatste zondag van februari is dit programma er weer. Het motto is dan 'Geen gegooi in de glazen' - zondag  25 februari aanstaande. 

Blijf luisteren, want na het nieuws komt …………….

Dag, en  -  ship ahoy!

 

 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.