INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 03 december 2006 13:02

Drentse Aa

 
  • Wandelroute 'Herberg De Fazant'
    Deze wandelroute neemt ui mee door het mooie gebied van de Drentsche Aa, bij Oudemolen. Het beginpunt is Herberg De Fazant te Oudemolen. Lees van te voren even de 'extra mededeling', aan het begin van de route.
    De wandelroute is als PDF te downloaden, waarbij u de laatste versie van de Adobe Reader gratis kunt downloaden op www.adobe.com

     
  • De Acht van Amen - wandelroute (2 delen)
    De Drentsche Aa-wandelroute 'De Acht van Amen' is een aangelegde wandelroute door bos en beemd, bestaande uit twee lussen van elk ongeveer drie kwartier tot een uur wandelen. Het dorp Amen is het centrum van de route en tevens begin en einde. Het is een wandelroute van Staatsbosbeheer, die mede is aangelegd door de ‘natuurclub’ van de Stichting Hendrik van Boeijenoord te Assen.
     
  • Waar loopt de Drentsche Aa?
    Een heel ‘nationaal landschap’ kreeg in 2002 de naam van een riviertje: Drentsche Aa. Het gebied van Staatsbosbeheer bij hetzelfde watertje wordt sinds jaar en dag aangeduid als Stroomdallandschap Drentsche A. Niettemin zal de wandelaar nog moeite moeten doen om de èchte Drentse Aa te vinden.
     
  • De boze geest in de Drentse Aa
    Sommige stukken land verraden hun karakter pas bij slecht en onaangenaam weer. Op een stralende en zonnige dag lijkt alles veel vriendelijker dan bij mist of een miezerige regen. Bij stormachtig weer en regen wordt het nog erger.
     
  • De ‘Assener Stellungen’ in het Balloërveld
    In enkele heideterreinen in het Drentse Aa-gebied liggen restanten van een Duitse linie uit de Tweede Wereldoorlog. Het zijn verdedigingswerken, die door dwangarbeiders (‘spitters’) onder leiding van de ‘Organisation Todt’ zijn gegraven. Zij werkten aan de ‘Assener Stellungen’, onderdeel van ‘Frieslandriegel’.
     
  • Grafheuvels
    Als je vraagt naar de kenmerken van het nationaal landschap Drentsche Aa, worden meestal de beken en beekdalen met hun orchideeënrijke graslanden en het gave cultuurlandschap genoemd. Daar is niks mis mee, maar de rijke archeologische waarde blijft onderbelicht.
     
  • Meanderen
    Meanderen is het toverwoord voor een heilig natuurdoel: het ‘laten’ kronkelen van een beek. Laten kronkelen is raar, want een rivier of stroompje kronkelt in het platte vlak van nature. Kijk maar op het strand of op het wad: het water wil nooit mooi strak rechtdoor stromen. Het beweegt zich met een stel bochten als een kronkelende slang stroomafwaarts.
     
  • Tichelhoes
    Tussen veldnamen als Smalbroeken, Osbroeken en Koebroek valt de naam Tichelhoes op als apart. Tichelhoes is een stukje land aan de rand van het Balloërveld, naast het dal van het Smalbroekerloopje. Er valt niet zoveel te zien. Twee groepjes struikgewas op wat bulten aan de rand van het bouwland, dat is alles.
     
  • Aolstalbat - een bijzondere brug over het Gasterensche Diepje
    In een bekenlandschap van de Drentsche Aa heb je diverse oversteekplaatsen bij de diepjes en de loopjes. Op het Gasterensche Diep ligt een bruggetje dat een bijzondere naam draagt, waarachter een wereld aan historie schuil gaat

     
  • Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa - Het aangenaam verpozen; ontwikkeling van recreatie en toerisme
    De recreatie voor iedereen, het vrij besteden en buitenshuis genieten van je vrije tijd, bestaat ongeveer een halve eeuw. Eerder was er amper vrije tijd of kon je niet weg. De recreatieve actieradius was het wandel’ommetje’ of de fietsafstand. Het rijwiel was het nationale vervoermiddel.
     
  • Heide in het beekdalsysteem van de Drentse Aa
    Drenthe heet een land van ‘bos & heide’ te zijn, maar heb je ook heide in een beekdalsysteem? Telt het stroomgebied van de Drentse Aa ook heidevelden? Het antwoord is JA.
     
  • De Drentse Aa is van iedereen
     
  • Kerktorens als bakens in het Drentse Aa gebied
    Het ‘Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentse Aa’ telt een aantal karakteristieke grote en kleinere esdorpen. Het is opmerkelijk dat niet elk dorp over een kerk beschikt. Bovendien is er een behoorlijk verschil in vorm en grootte tussen de aanwezige dorpskerken. Sommigen kerktorens rijzen hoog boven het geboomte op en dienen van verre als koersbaken. Ze horen zo al eeuwen bij het landschap van de Drentse Aa.
     
  • Crême der Aa
    Download hier het recept van de overheerlijke Crême der Aa
     
     
  • Officiele website van/over de Drentsche Aa:
    www.drentscheaa.nl
     

 

Meer dan duizend jaar intact, het esdorpenlandschap 

Het gebied van de Drentse Aa is gewoon een oppervlakte van ruggen en dalen, waar de loopjes en de diepjes stromen. Bij die beekjes werden de eerste boerennederzettingen gesticht, de oudsten in de 9de eeuw. Het is een patroon dat zichzelf herhaalt, van Elp tot Eelde, van Grolloo tot Glimmen. Pas in het benedenstroomse deel, voorbij De Punt in de veenpolders tussen Paterswolde en Haren, verandert het landschapsbeeld. We praten over een streek, die al langer dan duizend jaar het landbouwbedrijf kent.

 

Centraal esdorp 

Karakteristiek is het centrale dorp te midden van de -oorspronkelijk onbewoonde- gebruiksgronden: de gezamenlijke, aaneengesloten akkers (de es), de vochtige hooilanden (maden of maten), de uitgestrekte graasgronden voor 't vee (de omringende heidevelden, ‘het veld’), de houtvoorraad (het boerbos of ‘holt’). Alle boerderijen lagen in het dorp, gegroepeerd rond een centrale open ruimte (de brink) die vaak ook met bomen beplant was. Bij dorpen op een relatief smalle zandrug ontwikkelde de bebouwing zich meer uitgestrekt, waarbij de open ruimte dan aan de rand lag. Aparte akkercomplexen, die er later aangelegd werden, heten ‘kamp of kampen’. Van dorp tot dorp liepen vaste verbindingswegen, soms 'dijk' geheten als de doorgaande weg vrijwel jaarrond begaanbaar door natte gronden voerde en ‘steeg’ voor kortere, droge zandwegen, vaak als dwarsverbinding. Vanuit het dorp waaierden enkele uitvalswegen (de ‘drift’) uit, voor de schaapskudden die dagelijks buitenaf op de heidevelden geweid werden. Ook werden soms runderen geweid ('heisnikken'). Veel namen van wegen herinneren nog aan die functionele indeling van het landschap bij een esdorp: Esweg, Madijk, Koelandsdijk, Ossendijk, Schapendrift, Holle drift, Veldweg, Hooiweg, Kampweg. In feite lag binnen korte afstand een grote landschappelijke variatie, die hier en daar nog intact is.

 

Kunstmest betekende einde van de heide

In de 19de eeuw veranderde het gesloten landbouwsysteem doordat er meer en meer met kunstmest gewerkt werd, in plaats van dierlijke mest. De schaapskudden en hun keutelproductie werden daarna afgedankt, wat inhield dat de heidevelden ook ‘waardeloos’ werden. Projectontwikkelaars en ontginningsmaatschappijen, gesteund door de staat, sloegen aan het werk om ‘het veld’ om te batterijen tot landbouwgrond (veldontginning) en tot nuttige houtteelt (met name in de Staatsbossen). Er bleef naar verhouding maar heel weinig heide over. Ook vele vennetjes gingen op de schop. Het huidige heideareaal is nu vrijwel geheel terechtgekomen bij de natuurorganisaties of bij het leger, die het als oefenterrein benut (zoals het Balloërveld).

De historie van de esdorpenlandschap leert dat niets hetzelfde blijft. Al lijkt op het oog alles 'gewoon' bij het oude te blijven. Loop je met een archeoloog door de Drentse esdorpen, dan wijst hij naar een stuk bouwland op de es en zegt “Hier lag vroeger het dorp”. De eerste nederzettingen met houten huizen met strooien of rieten daken, schoven aanvankelijk wat rond binnen hun eigen territorium. Het (ontginnings)bos dat vanaf begin 20ste eeuw werd aangeplant, diende een economisch nut. De vaderlandse steenkoolmijnen moesten met eigen hout voorzien worden, vooral voor het stutten van de ondergrondse mijngangen. Toen de naaldbossen oogstrijp werden, waren de Limburgse mijnen al bezig met sluiting. De zogeheten 'Staatsbossen', in het Drentse Aa-gebied vooral bij de bovenloop van de beekjes gelegen, hebben nu een multifunctionele bestemming.

 

Boeren en burgers 

Tegenwoordig zijn binnen de bebouwde kom van de esdorpen amper nog actieve, goed renderende landbouwbedrijven te vinden. De mechanisatie, de automatisering en de internationale landbouwpolitiek eisen een grotere schaal van bedrijfsvoering, die midden in het dorp niet meer te realiseren is. Boerenbedrijven worden verplaatst naar elders.

Ook de bevolking verandert. Waren voorheen de inwoners meestal in de landbouw werkzaam, tegenwoordig levert de burgerij –die (D)renteniert of elders werkt- een groot deel van de dorpsingezetenen. In 2003 bleek bij een publieksenquête, dat de ‘mooiste Drentse boerderij’ in Schoonebeek/Oosterse Bos stond. Het betrof een klassiek, oud pand dat met veel geld, moeite en zorg door een stel Amsterdammers, die er kwamen wonen, in prachtige conditie gehouden is.

Het aardige is dat het karakteristieke beeld van de esdorpen in het Drentse Aa-gebied in wezen nog hetzelfde is. Het ‘Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa’ heeft tot taak om de kwaliteiten van natuur en landschap en van het wonen en werken te bewaren en te versterken. Het streefbeeld voor de agrarische sector biedt ruimte voor bedrijfsontwikkeling, met perspectief op een goed inkomen. Een leidraad is ‘Behoud door vernieuwing’ en dat is precies wat het esdorpenlandschap al tijden meemaakt.

 

Get Acrobat Reader

 

 



makelaars
huis (ver)kopen?
  RE/MAX Makelaars maken het MAXimale mogelijk!
www.remax.nl  |  www.remax.com ]


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.