INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 12 april 2005 20:28

van Dingen en Deuntjes

 

Goeiemiddag luisteraars, en welkom bij het maandelijkse informatieve programma  bij Radio LOEP: 'Van Dingen & Deuntjes'. Het is al een dag of wat bloedwarm en drukkend weer, dus een fris en sappig onderwerp komt nu goed van pas. Het komende uur gaan we het hebben over OOFT  (fruit dus), de fruitteelt en de hoogstamboomgaarden. Het laatste deel van dit programma komen we nog even terecht bij de citrusvruchten. Niet alleen vanwege een mooi verhaal; we hebben ook een prachtig muzieknummer van de Ier Paddy Reilly over de perzik- en sinaasappelplukkers in Amerika.

We beginnen dichtbij en de aankondiging had dus ook kunnen luiden: Dames en Heren, appels en peren- net zoals kinderen beginnen. Want fruit zit zo dichtbij de mensen, dat iedereen weet waarover het gaat. Appels en peren, pruimen, kersen, walnoten - alles wat hier aan bomen groeit en wat eetbare vruchten oplevert. Bij nader inzien heb ik het kleinfruit, zoals bessen, frambozen en aardbeien buiten beschouwing gelaten. Met dit weer rijpt het snel, en je moet het eigenlijk meteen vèrs eten. En voor niet-ingewijden zou ik dan het volgende gesprekje moeten gaan uitleggen. U weet wel, van dat jonkie dat zijn vader in de tuin helpt. Hij ziet een bessenstruik en vraagt: "Va, wat bint dat veur bezen?". " Dat bint zwattte bezen, jong". "Maar ze bint rood ja", zegt het jonkie. "Dat klopt", zegt va, "dat kump omdat ze nog greun bint". Nouja, u snapt het wel. Vertalen hoeft ook niet.

Ooft dus, fruit van ooftbomen. Het oude Nederlandse woord 'ooft' voor boomfruit zou van oorsprong iets te maken kunnen hebben met het begrip 'opeten'. Zeker is het niet. Het zou wel de kern van de zaak aangeven, want alle fruit is bedoeld voor consumptie. Het is gezond, want het bevat vitamines, vooral vitamine C en nog een stel nuttige voedingsstoffen. En het smaakt ook nog lekker. Er is bovendien keus zat, vroeger nog meer dan nu en dat heeft te maken met de veranderingen in de fruitteelt. Veel oude soorten appels, peren en pruimen hebben het loodje gelegd. Nieuwe soorten fruit, beter houdbaar, gaver van uiterlijk en makkelijker te kweken, te bewaren en te vervoeren hebben de markt overgenomen. Veel productieboomgaarden zijn een halve eeuw geleden bij hectares tegelijk gerooid. De eigen fruitbomen 'bij huis' zijn steeds minder geworden, waarbij de klassieke rassen ineens op het punt van uitsterven raakten.

Dat leidde weer tot initiatieven om de hoogstamvruchtbomen weer een kans te gunnen. Zo kwamen er cursussen om de eigen hoogstambomen weer te kunnen onderhouden. Ook zijn er weer nieuwe boomgaarden aangelegd, waarbij vooral de oude rassen weer gekweekt worden. Over beide zaken hoort u straks een gesprek met Pieter Posthumus van de Stichting Landschapsbeheer Drenthe. Dat interview is opgenomen in de vrij nieuwe boomgaard aan de Veenweg in Eelde, de 'Bongerd Groote Veen' , waar de familie Koops intussen een collectie van ruim 70 soorten fruit heeft aangeplant. (Kijk even op internet: www.bongerdgrooteveen.nl)

Verder is er een interview met Jille Eilander van de IVN-afdeling Eelde/Paterswolde. Deze natuurvereniging heeft samen met historische vereniging 'Ol Eel' en de Noordelijke Pomologische Vereniging  een jaar of 7, 8 geleden geïnventariseerd wat er nog aan oude hoogstamooftbomen in de vroegere gemeente Eelde stond.  

Om het hoofd koel te houden bij dit weer, kruipen we eerst in de schaduw van zo'n hoogstamappelboom: Het Deep River Quartet met 'In The Shade Of An Old Apple Tree'. 

'In the shade of an old apple tree', door het Deep River Quartet. We zitten lekker in de schaduw en mijmeren verder over fruit, als dagelijkse kost in e voeding en in de taal. De Engelsen zeggen 'An apple a day, keeps the doctor away' en in Nederland hield men het op 'eet elke dag een appel'. Als je ziek bent krijg je een fruitmand, want daar wordt je beter van. Ik heb het idee dat dit gebruik wat op z'n retour is, nu allerhande fruit het hele jaar door in de winkel ligt. En fruit en groente zijn in Nederland gewoon goedkoop, vraag maar aan de vakantiegangers 'van elders'.  Die fruitmand is zo'n begrip geworden, dat een landelijke omroep haar zieken- en groetenprogramma ooit de 'Muzikale Fruitmand' doopte. 

Vroeger had elk gezin met een eigen erf, wel wat ooftbomen bij huis. De Drentse kroniekschrijver Harm Tiesing beschreef het in 1918 als volgt: "Er staan een zevental appelbomen, die zoete en zure, losse en  meer duurzame appelen leveren, er staat een grote pereboom en verder van huis af een niet zo hoge, maar in de omvang zijner kruin, zeer grote noteboom. Op de verkoop van ooft heeft men zich niet toegelegd, doch men was in vroegere tijd zeer kwistig in het uitdelen ervan Ook vinden wij op het erf pruimebomen. Omdat deze vruchtbomen hier goed groeien, worden ze op bijna alle erven gevonden. Als er geen appel- of perebomen zijn, vindt men altijd wel enkele pruimebomen".

Er zijn allerhande recepten voor het gevarieerd verwerken van diverse soorten fruit. Kijk maar in 'Proemenkreuze', het Drents kookboek van J.C. Wessels-Nijenhuis (uitg. 1969) of bij Aaltje Hiddingh's boek 'Recepten in het Drents (uitg. 1982). 

Omdat ooft zo 'eigen' was, zie je dat terug in de taal.

Het neusje van de zalm heette 'het neussien van de appel', een  'appelboks' was zo'n plofbroek, zo'n plus four, die goed van pas kwam bij het appels gappen, en als je vond dat iemand je wat wijs maakte zei je: 'Jao, appelkoukjes zeker!'. Fràtsen. Een gezonde toet heeft 'een kleur als een appel' en omdat appels zo algemeen waren ontstond de uitdrukking "Dat doe'k niet veur 'n appel, 'n scheet en twei knikkers'. Ook peren werden benoemd. In Hoogeveen zeiden ze van een gek, raar meisje 'Wat 'n doare, een gekke pare'. In Meppel gebruikte men de kreet 'Ja, oet de tied van de leren sliepsteen en de stiene parebomen' als iemand doorzeurde 'over vroeger'.  Pitten moest je niet inslikken werd kinderen geleerd, want 'Aj een kassepitte deursloekt, gruit je de kassenbomen oet de oren'. Algemeen was bekend dat 'vrouwluu gek bint op karsenbrandewien'. Pruimen eten is een vak apart: 'Ie wordt loslievig aj proemen eet'. Als het belangrijkste van iets achter de rug was, heette dat in Groningen 'De dikste proemen bint al schud'. En over consequenties gesproken: 'Aj proemen hebben, hej ok pitten'. En wie 'in de proemen zit' heeft wel enige, niet al te grote, moeilijkheden op te lossen. Het meisje met een preuts, wat samengetrokken bekkie heeft een 'proemensnoetje' ; het lijkt wat op een gedroogde pruim. 

Nou, een vitaminerijk taaltje of niet? Die appel is zo gewoon dat de naam van abrikozen vroeger wel werd verbasterd tot 'appelkozen'. Maar… weet u wat de grootste appel ter wereld is? 'The Big Apple' zogezegd? Het is de bijnaam van New York en dat klinkt zo: 'New York, New York' door de TV Anstaltband

Zo klinkt die hele grote appel.: The Big Apple, de bijnaam voor New York. Naar verluidt, kreeg de stad die erenaam vanwege de Nederlanders bij Nieuw-Amsterdam (de voorloper van New York), die omstreeks 1620 uit pitjes de eerste appelbomen in Amerika kweekten en daarmee de basis legden voor grote appelboomgaarden in Noord-Amerika.  

Alle voorouders van gekweekte fruitsoorten komen uit het wild. Daar ligt de oerbron. Bij opgravingen bij paalwoningen in Italië, Zwitserland en Oostenrijk  zijn verkoolde resten van gedroogde appeltjes gevonden. Die waren ca. 6000 jaar oud. In Griekenland kende men duizenden jaren voor het jaar nul reeds fruittuinen. De appels zijn toen ook in de literatuur terechtgekomen. Nouja, u weet dat Adam en Eva ook enige conversatie omtrent een appel voerden. Het resultaat kent u - en het vijgenblad raakte acuut in de mode. 

De teelt van ooft in Europa is natuurlijk ook 'een keer, ergens' tot ontwikkeling gekomen. In West- en Midden Europa is de fruitkwekerij gegroeid dankzij de opkomst van het Romeinse Rijk. Toen dat rijk in elkaar stortte, bleven de boomgaarden bij kloosters en buitenplaatsen bestaan. Uiteraard was de fruitoogst voor eigen gebruik bestemd.

De eerste vermeldingen van fruitteelt in Nederland dateren uit de 8ste eeuw. Pas toen de steden opkwamen en er meer volk van voedsel moest worden voorzien, kwam er een handel in fruit 'van het platteland' op gang. Toen nog een prijzige aangelegenheid. Zo had Goes in de middeleeuwen een eigen Appelmarkt  en kende Zierikzee al reglementen voor de aanvoer en handel in fruit. De stad hield toezicht op goede maat en kwaliteit, eigenlijk al een voorloper van de latere keuringen bij de fruitveilingen. 

Tot het einde van 19de eeuw was de fruitteelt een onderdeel van het gewone landbouwbedrijf. In de hoogstamboomgaarden liep vee, of er was een onderbegroeiing met ander gewassen (vooral in Zeeland, waar 33% van 't boomgaardareaal in 1912 een onderteelt van bessenstruiken had). Geleidelijk aan groeide de afzet van vers fruit, ook voor de export. Groot Brittannië is lang een goede afzetmarkt geweest. Betuwse kersen werden in manden van geschilde twijghout in aanzienlijke mate naar Londen verscheept. Zuid-Limburgs fruit werd via de haven van Antwerpen verzonden. Begin vorige eeuw waren vele duizenden hectaren in gebruik voor de vollegronds-ooftteelt. In 1915 in Zuid-Limburg 7000 ha en 6.146 ha in 't  Gelderse Rivierengebied, veelal gemengde beplantingen. Kersenbomen, die sneller vrucht voortbrengen, werden na 25-30 jaar gerooid als ze een belemmering vormden voor andere bomen. Appels of peren werden pas na 20 jaar rendabel. 

Er kwamen fruitteeltcentra, waarbij fruitkwekerijen zich toelegden op verbeteringen van hoogstamteelt en de teelt van leifruit. Men experimenteerde met nieuwe rassen en met lagere bomen. De industriële verwerking van fruit stelde weer zijn eigen eisen aan de producten. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen bestrijdingsmiddelen in gebruik (zoals DDT), waardoor de gemengde teelt verdween en de specialisatie van de fruitteelt inzette. In 1945 telde Nederland 48.957 ha ooftteelt. Daarna kwamen de Europese rooipremies en ging het hard achteruit.  Tussen 1968- 1973 verdween 19.000 ha, waarvan 7000 ha hoogstamboomgaarden. Wat overblijft aan fruitteelt is vooral laagstamteelt, waarbij men machinaal kan oogsten. Het assortiment is ingekrompen, waarbij veel smaak en kleur verloren is gegaan. Tegenwoordig wil men liever weer onbespoten fruit, dat smaakt en waar je wat méér mee kunt doen.

Daarvoor is nodig dat je weer oude rassen in hoogstamboomgaarden hebt en dat je bestaande hoogstamooftbomen goed onderhoudt. We praten daarover met Pieter Posthumus, in een nieuwe Eelder hoogstamboomgaard!  Daarna draaien we Glenn Miller met een appelboomverhaal. 

Na Pieter Posthumus van de St. Landschapsbeheer Drenthe, die het had over aanleg van hoogstamboomgaarden en het onderhoud van bestaande hoogstamooftbomen, met zomersnoei en wintersnoei en het werk van de Hoogstam-brigade, hoorden we van Glenn Miller dat we niet onder de appelboom mochten zitten. Je mag ook nooit wat, ja met je pet er naar gooien - om te zien of de snoei goed gelukt is. U belt maandag Pieter maar op telefoonnummer in Assen 0592- 333748 of stuurt een mailtje naar p.posthumus@landschapsbeheer.com

Aan oude fruitrassen zitten eigenaardige geschiedenissen, wat uit een naam kan blijken. Zo heeft de pruim Reine Claude te maken met een Franse koningin Claude. Op haar 15de werd ze uitgehuwelijkt aan de man die in 1515 de troon zou bestijgen als Koning Frans I. Veel invloed had ze niet, maar ze schonk de koning in 10 jaar 7 kinderen. (Je moet ook wat doen voor de kost). De goede en aardige koningin Claude, door de bevolking 'la bonne reine' genoemd,  bemoeide zich met het beheer van wat koninklijke goederen, vooral in het gebied rond Blois - een centrum van pruimenteelt. De tuinlieden noemden een sappige en zoete groengele pruim naar de geliefde vorstin, la Reine Claude. De koning zelf bekommerde zich om kunsten, wetenschappen en vrouwen, behalve zijn eigen. Koningin Claude stierf op 25-jarige leeftijd, maar het volk herinnerde zich haar goedheid en hield de pruimennaam in ere. In 1628 werd het ras officieel beschreven als 'prune de la reine Claude', wat in 1690 veranderd werd in de huidige naam reine-claude en onder die naam werd het pruimenras in heel Europa bekend, aldus het Eponiemenwoordenboek van Ewoud Sanders.  

De appelnaam Zijdenhemdje (bekend sinds 1717) zou van het Engelse Sydenham komen. Maar welke? Er zijn 7 plaatsen die zo heten. Niemand heeft het ware verhaal kunnen achterhalen, maar de verbasterde naam Zijdenhemdje is als appelras in gebruik gebleven. In de Eelder Bongerd Groote Veen staat hij ook. Naambordje staat er bij.

Granny Smith is inderdaad naar een grootmoeder genoemd, naar de Australische Maria Ann Smith die appels kweekte. Grootmoeder- 'granny' - Smith is in 1870 overleden. Haar naam leeft voort. Er zijn prachtige namen van oude fruitrassen; soms proeft de naam net zo lekker als de vrucht zelf. Want hoe moet de peer 'Köstliche von Charneu' wel niet smaken en wat dacht u van de appel 'Kaiser Wilhelm'? Beetje stroef misschien? Goed, dan houden we het op ons Sterappeltje en de Notarisappel. Ook lekker.

We gaan op zoek naar de oude rassen. Jille Eilander was bij zo'n inventarisatie betrokken. 

Na het gesprek met Jille Eilander over de inventarisatie van oude hoogstamfruitbomen in Eelde in 1993-1994 schakelden we muzikaal direct over op andere frisse vruchten, met de Lemon Tree door Trini Lopez. Niet toevallig natuurlijk, want de consumptie van ons eigen fruit is teruggelopen doordat we meer exotisch fruit gingen knagen. De kiwi is nu net zo gewoon als de goudreinet, de ananas is minstens zo geliefd als de Elstar-appel. Bepaalde vruchten uit den vreemde kennen we al heel lang. Hoewel, volgens het Drents Dialectwoordenboek hebben ze in Sleen pas omstreeks 1920 voor het eerste bananen gezien bij de groenteboer.

Sommige woorden zeggen al waar de vruchten vandaan komen. De perzik bijvoorbeeld, is naar Perzië genoemd, vanuit een botanische naam. In de 1ste eeuw kwam de perzikboom naar Italië (daar heb je dat Romeinse Rijk weer), waar ze hem 'Perzische appel' noemden. 'Persicum malum' en daarvandaan is het 'perzik' geworden. Op zich komt dat verschijnsel vaker voor: iets nieuws een naam geven van iets bekends. Zo is de aard-appel ook aan zijn naam gekomen en de aard-peer.

De sinaasappel , de appelsien in Drenthe, is genoemd naar China - maar ook weer vanuit het Frans ergens in de 17de eeuw. Er zit een heel verhaal achter hoe de (toen nog bittere) sinaasappel door Arabieren in de 9e eeuw uit Azië gehaald is. Tegen de 12de eeuw kweekte men de vrucht onder andere in Afrika, Spanje en Palestina. De kruisvaarders namen hem me naar huis en zo kwam de sinaasappel als luxe vrucht naar Europa. Kastelen kweekten ze, met andere exotische planten,  in Oranjerieën. De zuidvrucht werd ook 'orange' genoemd naar zijn kleur, óf naar de handelsplaats Orange. Hij heette ook oranje-appel in Nederland, maar appelsien was in de 18de eeuw als volksnaam al bekend.  

Citrusvruchten zijn bijzondere vruchten. Daar kom je achter als een kenner je meeneemt naar een citrusboomgaard bij zijn planterslandgoed in Californië. Dan mag je 's avonds om elf uur in een zwoelwarme nacht het verschil proeven tussen een zoetzuurfrisse lemon en een zuurdere citroen- waarbij de citroen zó van de boom, minder zuur is dan de citroen hier van de markt. Het meest opmerkelijke vond ik de citroenboom zelf. Die geurt zó verschrikkelijk zoet, dat hou je niet voor mogelijk. Net als de rijke bloei, wel tien keer per jaar!  En… we waren er in het pikdonker, de geuren deden het werk, dan de (letterlijke) proef op de som en daarna ging de zakpit aan om te zien wat je proefde. Ik zag en proefde ook een kruising tussen een mandarijn en een grapefruit en nog wat van die experimenten, waarbij beide vruchten aan één boom groeiden. Nouja, verse vijgen zijn ook iets anders dan de gedroogde vruchten bij ons. De nachtelijke rondleiding door de citrusboomgaard vol nieuwe geuren en smaken, wil ik graag nog een keer doen. Daarom zeg ik, mèt de Charleston City All-Stars: 'California, Here I Come'.

We zitten nog in het warme klimaat, met 'California, Here I Come' door de Charleston City All-Stars, want bij ons bezoek in november -jaren geleden- was het schitterend weer. Ze hebben daar niet anders, zodat de citrusvruchtenteelt daar grote oppervlakten in gebruik heeft. Uren rijden langs plantages met citroenen, mandarijnen en andere zuidvruchten. Mijlenlange betonnen watergoten voor de irrigatie en overal windmolentjes en kacheltjes om de koude nachten in het dal te bestrijden Nachtvorst is dodelijk voor een citrusvruchtenplantage.

Het plukken gaat vooral machinaal, net als bij de huidige fruitteelt in Europa, bij de wijnbouw en andere lage teelten. Zelfs bij handelsgewassen als hop, die altijd op staken of aan hoge draden vastgebonden werd, komen nu lage rassen in zwang. Machinaal oogsten is een must, want plukken, of oogsten zo u wilt, is een piekarbeid die in korte tijd moet plaatsvinden.

Op het platteland werden vroeger vrouwen en kinderen en een hele zwik losse arbeiders ingezet. Studenten gingen in Zuid-Europa druivenplukken. Schoolkinderen hielpen hier mee - u kent de kreet 'eerappelvakantie' voor de herfstvakantie in het Noorden nog wel.

Het vinden van 'los' werkvolk voor de arbeidsintensieve piekarbeid is steeds meer een probleem geworden. Overal ter wereld en zeker waar de mensen een andere keus hebben. 

De oplossing gaat twee kanten op:

1-       zoveel mogelijk machinaal doen, waarbij nieuwe laagstammige fruitrassen (die ook tegen een stootje kunnen) en geschikte machines moeten worden ontwikkeld,

2-       toch proberen werkvolk te ronselen, waarbij steeds vaker gastarbeiders of illegale werkkrachten worden ingezet. U kent de probleemverhalen over illegale arbeiders bij de bollenkwekers en aspergetelers e.d. ook nog wel…

In Californië zagen we hele colonnes auto's met personeel rijden, gevolgd door een vrachtwagen met een batterij pleetjes.

Soms gaat het daar ook om illegaal personeel dat benut wordt bij de pluk, waarna ze afgedankt worden. En het land weer worden uitgezet. Het volgende muzieknummer gaat daarover, hoe na de perzikpluk en nadat de sinaasappels in de kisten zitten, het werkvolk weggestuurd wordt. Ze worden op het vliegtuig naar de Mexicaanse grens gezet. Als het neerstort, heeft men het slechts over naamloze 'deportees', volk dat weggestuurd was. Luistert u naar Paddy Reilly met 'Deportees'. 

Een mooi nummer over verfoeilijke praktijken, Deportees door Paddy Reilly, een beroemde Ierse zanger.

Intussen raken we aan het eind van de uitzending over ooft, fruitteelt, boomgaarden en citrusvruchten. We hadden nog wat vruchtensappen, vruchtenwijnen en dito likeuren bij de kop kunnen pakken. Achja, toch wat verfrissing op deze hete dag. Appeldrankjes dan maar: u kent de Franse cider en de calvados, maar in Engeland kennen ze Apple Brandy, die in Amerika weer Apple Jack heet. Wilt u echt lekker frisse appelsap, vraag hiernaast over de grens dan naar Apfelschorle. In Duitsland mixen ze appelsap met origineel mineraalwater en dat lest dorst geweldig. Een ander verhaal van de peren- en appelstroopkokerijen en jamfabrieken houdt u maar tegoed.

Ik heb nog net tijd voor appelbomen als grafmonument

Ene welvarende heer Philip Bousquet uit Amsterdam wilde begraven worden in een der Vrije Koloniën van Weldadigheid in Drenthe. Op 5 februari 1829 werd hij begraven in Wilhelminaoord en op zijn graf kwam geen steen, maar "twee goedgroeijende vruchtbomen".

Het werden appelbomen, waarvan volgens het testament "de vruchten jaarlijks in het openbaar aan de meestbiedende moesten worden verkocht, om te bewijzen dat ook een begraafplaats der lijken gezond voedsel voor de levenden, of tenminste goed hout voortbrengen kan en dat het dus zonde is de begraafplaatsen niet zoveel mogelijk nuttig voor de gemeenschap te gebruiken".

Bousquet was fanatiek econoom. Tot 1899 hebben de beide vruchtbomen gebloeid en vrucht gedragen, zoals de overledene dat eerder smakelijk beschreven had. 

Echt een mooi einde van deze uitzending over ooft, fruitteelt vroeger en nu, en citrusvruchten

Samenstelling, teksten en presentatie van dit programma 'Van Dingen & Deuntjes' deed Jan Tuttel en de techniek deed Thijsjan Hoving. Bij de muziekkeuze hielpen Han. R. Tuttel, Henri Kremer en Bart Nijstad.

Dit themaprogramma is er volgende maand weer, zondag 23 sept. 2001 van 12.00-13.00uur 'live'. Bedankt voor het luisteren, intussen ook nog naar de Pine Appel Rag, door Joshua Rifkins

Tot volgende keer!

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.