INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:19

van Dingen en Deuntjes

 

Goeiemorgen op de laatste zondag van de maand en op de laatste zondag in dit zendschema. Volgende maand beginnen we een uur later met dit programma.

Maar eerst dit uur "Van Dingen & Deuntjes, met de 'Vastigheden, Onzekerheden en Bijgeloof omtrent 't Weer, de Zon, Maan, Sterren en Kometen '. Mèt 10 stuks muziek ter illustratie.Er zit nog een restje vakantieweer in en ook een vervolg op de juli-uitzending over bijgeloof. 
Want ook omtrent het weer en de zon, maan, sterren en kometen laten we ons heel wat wijsmaken. De boekwinkels liggen vol met boekjes over 2000-voorspellingen, boeken met maan-regels voor verantwoord theezetten, haarknippen en onkruid wieden en gidsjes met astrologische waarschuwingen en raadgevingen.

In Duitsland ligt nu overal de 100-jarige Boerenkalender van Knauer, in diverse uitvoeringen in boekvorm. Het is een geschrift met langjarige weervoorspellingen en astrologische raadgevingen van de abt Mauritius Knauer van het klooster Kulmbach in Franken. Hij schreef het in de 17de eeuw en het wordt nu wéér voor zoete koek geslikt. Net alsof de natuur- en sterrenkunde in drie eeuwen niets nieuws ontdekt heeft en net alsof er geen mensen op de maan gestaan hebben. In 1860 had die Honderdjarige Kalender al 180 herdrukken beleefd en moderne mensen zorgen nu voor een hernieuwde rage. Als dat soort bijgeloof doorzet, moeten we -om slecht weer de baas te worden- net als in de 16de en 17de eeuw ook weer met pijl en boog op wolken schieten om hagel en onweer te verdrijven, aangevuld met massaal gebed.

Het weer en klimaat, plus de verschijnselen van zon, maan, sterren en kometen hebben de mensheid altijd al bezig gehouden. De voedselvoorziening en de veiligheid van have en goed hingen van de luimen en nukken der natuur af.  De regelmaat van de seizoenen en de voorspelbaarheid van wind, regen of droogte was zeer belangrijk. Elke afwijking van het schema kon een ramp veroorzaken. Elk onverwacht of afwijkend fenomeen als staartsterren, felle hemelse gloed of  zons- en maansverduistering leidde tot paniek. Nu nòg: u heeft kunnen lezen dat een Roemeense moeder haar kind heeft vermoord, dat tijdens de zonsverduistering deze maand ter wereld kwam. Ze vreesde dat het ongeluk zou brengen. Bijgeloof is een gevaarlijke zaak, als het er op aan komt.

Zekerheden zijn er ook, zoals de natuurkundige wetten die het weersverloop bepalen. Temperatuurverschillen, de hoeveelheid en het gedrag van waterdamp en de luchtstromingen maken uit hoe het weer zich ontwikkelt. De ongelijke verdeling van land en water op aarde en draaiing van onze aardkloot zorgen voor extra -maar meetbare- invloeden op dat thermodynamische circus boven ons hoofd. De draaiing van de aarde om de zon komt er nog eens bij, zodat je een regelmaat in de seizoenen krijgt.

De maan is een oud stuk aardbol, ontstaan na een geweldige 'schampende'  kosmische botsing in de beginperiode van ons zonnestelsel, dat sindsdien gezellig meedraait als metgezel van de aarde. 
De invloed van de maan reikt niet verder dan het opwekken van de getijden op de zeeën op aarde en een vermoedelijk stabiliserende invloed op de stand van de draaiingsas van de aarde. En dat is prettig, want een kleine afwijking daarvan kan al een ijstijd opleveren.
Wat het weer betreft heeft de maan geen enkele invloed; de volle maan niet en het laatste kwartier ook niet.

De sterren maken het weer al helemaal niet, laat staan uw en mijn leven. Wat in de sterren geschreven staat, is en blijft een geheim.

We bekijken al die dingen straks iets uitgebreider en laten ons begeleiden door muziek. We beginnen met het weer en wel met de weersverwachting. 
U hoort the Master Singers het standaard BBC-weerbericht vertolken, the Weatherforecast.

Dat was het gezongen standaard BBC-weerbericht, the Weatherforecast, door the Master Singers en u hoorde diverse soorten weer voorbijkomen. Met tot besluit: 'the weather will be normal for the time of year' - het is gewoon 'weer voor de tijd van het jaar'. En dat is een vastigheid in een understatement.

Zonet hadden we het over de vaste natuurwetten, die het weer helpen maken. U kent dat wel, een deel warme -zeg maar verwarmde- lucht is lichter dan de omringende lucht en stijgt op (maar koelt bovenin wel weer af). Koude lucht is zwaarder en daalt, of ligt  in de lage delen van het landschap. In koude lucht kan minder waterdamp zitten dan in warmere lucht, dus bij het kouder worden van lucht wil het teveel aan waterdampgas eruit. Dat zien we gebeuren als fijne druppeltjes en dan heb je grondmist op de laagste plekken in de wei of op de hei.

Je hebt wolken nodig voor neerslag als regen en sneeuw, dus gelden hier ook weer vaste natuurwetten. Er zijn twee processen bekend die regen, hagel of sneeuw uit wolken kunnen laten vallen. Het hangt van het soort wolken af, hoe dik ze zijn en hoe bijvoorbeeld de temperatuurverdeling is. Allemaal meetbare zaken, waarop je een verwachting kunt maken over wat er valt en hoe het valt. Als fijne motregen, een korte, maar hevige hagelbui of als langdurige regen. Je moet alleen veel meten en weten. Ook hoe de bewegingen zijn in groter verband. En dan praat je over de luchtdrukverdeling en over de luchtsoorten die in beweging zijn op ons halfrond. Vandaar dat er zo'n intens meetnet nodig is; lokaal, internationaal en ook horizontaal en vertikaal. Vanonderaf, op het aardoppervlak in de weerhutten, op weerschepen en met de weerradar, en van bovenaf via de weersatellieten.

Om die hele atmosferische toestanden te doorgronden moet je naast veel gegevens, ook weet hebben van de natuurkundige processen. Meteorologie is niet voor niets een apart vak. Er zijn wetenschappelijke theorieën, die gebruikt worden voor de rekenmodellen voor de weersverwachtingen die langer dan 24 uur in het voren reiken.
Want met behulp van klompen, eksterogen, goed waarnemen, kennis van de natuur en gezond verstand kunnen veel mensen zelf best een redelijk weersverwachting maken voor de eerstvolgende 12 tot zelfs 24 uur. Maar daarna?

In 1968 voorspelde de regering in een rapport TP2000 (toekomstprojectie 2000), dat wij in 1999 of zo het weer voor 5 dagen vooruit wel exact konden voorspellen. Jammer, maar helaas- dat is niet zo uitgekomen. Er bleek een grens aan ons kunnen te zitten, ondanks de nieuwste technieken en de supersnelle rekentuigen. De weerjongens en -meisjes werken met theorieën uit de jaren dertig, toen de weerfronten ingevoerd werden, en uit de jaren vijftig-zestig toen de waarnemingen uit de oorlogstijd (zoals de straalstromen op grote hoogte) goed verklaard en toegepast konden worden.

Nog erger: de laatste jaren ontdekken de wetenschappers dat allerlei vaste aannames, de zekerheden in de meteorologie, niet eens echt kloppen. Zo bleek dat er veel meer en dichtere waterdampconcentraties aanwezig kunnen zijn, zonder dat wij wolken waarnemen - maar zodanig dat de regenkansen een stuk groter zijn. 
Ook de wolken zelf zorgden voor verrassingen. Tientallen jaren lang meende men dat de wolken veel zonnestraling terugkaatsen of verstrooien, maar dat een wolk zèlf geen warmte absorbeert. Een paar jaar geleden werd bewezen dat er wel warmte in de wolken zelf gaat zitten. De hele warmteoverdracht, de motor voor het weer en daarmee voor het klimaat, blijkt dus anders in elkaar te zitten. Het wereldmodel van weerpatronen boven oceanen en warmtestromingen van tropen naar subtropen wordt nu opnieuw bekeken en berekend. Zo kunnen bepaalde vastigheden ineens onzeker worden.

Sommige zekerheden blijven we koesteren: het is mooi weer òf klotenweer. Reinhard Mey bezingt het laatste weertype: Das Sauwetterlied.

Reinhard Mey in Das Sauwetterlied, waarmee hij zijn plezier in bar regenweer bezingt. Dat kàn natuurlijk - net als in sommige oude weerspreuken een voorkeur voor regen en koud weer in april of mei uitgesproken wordt. April guur en nat -veel koren in het vat, en A cold april - the barn will fill. En ook: Een natte mei, boter in de wei of, Een koude mei is een gouden mei. Het zijn meer boerenwijsheden dan weerspreuken, omdat ze gebaseerd zijn op nut en noodzaak voor de landbouwproductie. Al  eeuwenlang.Vooral akkerbouw en wijnbouw leveren dit soort ervaringsuitspraken op.

De volksweerkunde kent veel meer regels en weervoorzeggerij, die je kunt samenvatten in enkele rubrieken. 
Er zijn regels die gebaseerd zijn op bepaalde weerverschijnselen als een kring om de zon, het optreden van ochtendmist of avondrood, van regendroppels die bellen op waterplassen maken of het gedrag van de wind.
Er zijn ook weerregels die zich richten op waarneembaar gedrag van planten en dieren, waar een voorspelling aan vastgeknoopt wordt. Spinnen, zwaluwen, katten, kippen, eikels en hazelnoten moeten het komende weer dan kunnen aangeven.

Andere weeregels zijn gebonden aan bepaalde vaste dagen of perioden, waarvan het weer van die tijd bepalend wordt geacht voor een heel andere periode. Hier zitten de zogenaamd Lotsdagen bij, waarvan we er sinds jaar en dag 84 kennen. Vaak gekoppeld aan heiligendagen op de christelijke kalender. U kent ze wel: Lichtmis helder en rein, het zal een lange winter zijn en: Als het regent op Sint Jan, regent het veertig dagen lang of :Op de dag van Sint Augustijn zullen de onweders over zijn (Sint Augustijn was gisteren overigens).

Tot slot zijn er weervoorspellingen die zijn opgehangen aan het gedrag van de maan en de sterren. Deze zijn vaak van middeleeuwse oorsprong en hebben een astrologische achtergrond, waar veel bijgeloof aan hangt. Een voorbeeld uit het jaar 1515:  Zoals het weer op de derde dag na nieuwe maan en volle maan is, zo zal het de volgende tien dagen zijn. Evenzo flauwekul zijn voorspellingen dat een rode maan winderig weer betekent, een heldere blanke maan mooi weer en een donkere maan regen.

De regels naar aanleiding van andere weerverschijnsels kunnen best kloppen, maar er is dan geen verschil zoals in de regel: een kring om de maan zal wel gaan, maar een kring om de zon brengt regen in de ton. Als het om de halo gaat die in de cirrusbewolking voorafgaand aan een regenfront optreedt, kan de voorspelling kloppen. Maar het haloverschijnsel om zon en maan is dan wel gelijk. Het genoemde verschil in effect is weerbijgeloof.

Dan de voorspellingen naar aanleiding van het dieren- en plantengedrag. Op grond van het spinnengedrag is een weersverwachting gemaakt, waarna legeraanvoerder Pichegru het in 1795 aandurfde om met zijn legers de bevroren rivieren over te trekken. Let thuis maar eens op de spinnen ,die overal tevoorschijn komen en gaan lopen als er regenweer (of dooiweer) op komst is. 
Het voorspellend gedrag van hoog- en laagvliegende zwaluwen is bekend, maar ik heb even zo vaak tegengesteld gedrag gezien. Dat een rijke dracht aan hazenoten of eikels een strenge winter zou voorspellen, lijkt op toverij. Het weer en de voedingsbodem in voorjaar en zomer maken uit hoe in de herfst de noten erbij hangen. Niet het weer van maanden later.

Soms zit er kern van waarheid in weerspreuken van termijnen, omdat er een bepaalde continuïteit in het weerpatroon zit. Een mooiweerperiode van een hogedrukgebied kan het best een tot twee weken uithouden. Slecht weer is vaak korter van duur; een depressie leeft amper zeven dagen bijvoorbeeld. Een vuistregel als Vrijdagsweer is Zondagsweer kan daarom bij een bepaald weerpatroon (een rug van hogedruk bij een Westcirculatie) best uitkomen. En net zo vaak ook niet…

Een heel seizoen voorspellen in West-Europa is nattevingerwerk en een leuke hobby, maar geen meterologie. Maar - hoe het zomerweer weer de stemming en de gedachten kan beïnvloeden horen we in de volgende sfeerbeelden:
Achter elkaar hoort u: 'In the summertime' van Mungo Jerry, gevolgd door 'Silly Summer Games' van Steve Ashley.

De zomer in muziek: met Mungo Jerry, 'In The Summertime', gevolgd door Steve Ashley met 'Silly Summer Games' - twee totaal verschillende zomerimpressies.
Het weer en klimaat hebben nogal wat invloed op ons. Daar zitten ook weer vastigheden, onzekerheden en fratsenmakerij bij. Er is intussen wel een aparte tak van wetenschap ontstaan die Biometeorologie heet. Laten we eens wat weergevoeligheden onder de loep nemen. Kun je het weer wel overal de schuld van geven?
Een leidster van zo'n batterij peuters of kleuters zei me, dat ze storm en regen aan kan zien komen aan het onrustige, uitbundige gedrag van de kinderen. Het spul is dan niet te houden!

Verder: Ja en nee, natuurlijk. Het is maar net, hoe je met het weer omgaat, normaal gesproken. Je kunt je d'r op kleden, je kunt je gedrag aanpassen en je kunt je voedsel aanpassen. Meestal gaat het dan wel. 
In het buitenland is het handig als je doet wat de inboorlingen daar ook doen. Als iedereen op het heetst van de dag in Zuid-Europa een tukkie doet en zo'n bleekblote vakantieganger gaat dàn juist in de zon liggen bakken - tja, dan ben je dom bezig. Verbranden in de zon is vaak eigen schuld-dikke bult, nouja dikke blaar. En: er is niet voor niets elke zomer op de Nederlandse stranden zelfs, een voorlichtingscampagne tegen huidkanker aan de gang.
(Bescherming tegen pure zonnestraling is een noodzaak; veel drinken in hete & droge tijden idem. Vakantiereizigers in natuurreservaten in Amerikaanse woestijnen worden van overheidswege verplicht een flinke hoeveelheid drinkwater bij zich te hebben.)

Er is één vorm van warmte waar mensen helemaal gek van kunnen worden. Dat komt voor bij föhn, de droge en warme daalwind achter de Alpen. Hoofdpijn en neusbloedingen komen voor bij gevoelige mensen, maar vooral de föhnziekte. Dat betekent bijvoorbeeld meer verkeersongelukken en meer zelfmoordpogingen. Föhnziekte als reden voor ongelukken in het verkeer of op het werk, wordt ook niet meer geaccepteerd. Als je weet dat je er last van krijgt, is de enige remedie: verhuizen.
Bepaalde ziekten als hooikoorts zijn afhankelijk van de weersituatie, maar ook aanvallen van astma, bronchitis of toenames van hartklachten hebben er mee te maken. Bijvoorbeeld als er een temperatuursdaling optreedt na een zomerse buienstoring of na een snelpasserend koufront.

Pijn aan littekens -van amputaties bijvoorbeeld- treedt op bij luchtdrukdalingen (met een minimum in de komende 24 uur) met kans op regen, zo bleek uit een groots opgezet onderzoek in 1877 onder ex-soldaten uit de Amerikaanse Burgeroorlog. En honderd jaar later al net zo bij Vietnamveteranen. Ook trad pijn op bij een koufront met veel buien. Mensen met amputaties kùnnen, als ze er wat in geoefend zijn, een bepaald weertype dus 'voelen' aankomen.

Dan nog even de kou, waar je je tegen wapenen kunt. Wij kregen vroeger een krant onder de trui tegen de koude, snijdende wind. De sterke afkoeling door blootstelling aan wind heet 'windchill'  en dat kan 's betekenenen dat het wel tien graden kouder aanvoelt dan het is. In elk geval knappen je lippen gauw kapot bij zulk weer; de kans op bevriezing van lichaamsdelen is groot.

Tijd om van de droogte en de kou in de drup te raken. Ik heb twee soorten regen voor u in de muziek. Eerst de verfrissende regen in een stoffig land, 'Alabama Rain' door Jim Groce en dan een instrumentaal nummer met mondharp uit Oostenrijk: drenzende 'Novemberreigen', door de Mollner Maultrommler.

U raakte helemaal opgefrist door de 'Alabama Rain' van Jim Groce en u werd daarna doornat van de 'Novemberreigen' van de Mollner Maultrommler.

Het komt dus mooi uit dat we het nu over de zon gaan hebben. De zon als motor van het weer, van de seizoenen en natuurlijk van onnoemelijk belang voor de voedselvoorziening. Of dat nu door de jacht moest gebeuren of door landbouwmethoden. Vroegere nomaden en jagers trokken achter de beestenkuddes aan, die op trek gingen. De seizoenen bepalen alles en die seizoenen worden bepaald door de stand van de zon t.o.v de evenaar op aarde.

Daarom zitten er in elke religie elementen van vreugde over het licht, de levensbrengende zon. In welke gedaante de lichtbrenger dan ook vereerd wordt. Het christendom had  ruim anderhalf duizend jaar geleden nog steeds moeite om op te boksen tegen enkele hardnekkige zonnegodsdiensten in delen van Europa. In de heidens genoemde religies nam de zon een grote plaats in. Omstreeks de langste nacht, de midwintertijd, vierde men allerlei feesten om de zon aan te moedigen terug te komen. Men blies op toeters om boze geesten weg te jagen en maakte vuur om te laten zien hoe het moest. In het voorjaar deden ze dat nog eens over, door vuren te branden waarvan de gloed en vonken vruchtbaarheid over de velden moesten brengen.

De christelijke kerk kreeg het in de eerste eeuwen van onze jaartelling vroeger voor elkaar om dit soort seizoensfeesten binnen eigen kring te krijgen. Belangrijke christelijke hoogtijdagen zitten in ook diezelfde periodes. En om een lang verhaal kort te maken: we hebben met kerstmis nog steeds lichtjes in de boom en we branden in een groot deel van Europa nog immer paasvuren in het voorjaar. Niet meer om de zon over de streep te trekken, maar toch…

Van de zon zelf, weten we eigenlijk niet eens zó veel.
De zon heeft in het dagelijkse weer en de weervoorspellingen alleen betekenis door de kleuren die ze veroorzaakt, dat wil zeggen door de optische verschijnselen als regenbogen, gekleurde stralen, kringen, kransen en bijzonnen. Normaal gesproken kijkt niemand recht in de zon, ook niet bij een totale zonsverduistering. We zijn daarvoor nog nooit zo uitbundig gewaarschuwd als voor die elfde augustus van dit jaar. Bijgelovigen meenden dat de wereld zou vergaan; zonder zonnewarmte is er immers geen leven mogelijk? En stel je voor de zon wegblijft… Een science fictionscenario, dat vaak gebruikt wordt.

In de praktijk betekent de zon wel wat voor het weer; zij bepaalt de z.g. dagelijkse gang. Als de zon kracht krijgt, trekt de wind aan of wordt buiiger. Tegen de avond gaat de wind liggen. Overdag ontstane cumuluswolken lossen dan op. De zonnemotor gaat op een laag pitje. 
Veel weerregels gaan uit van de soort zonsopgang.
A glary, sunny morning never comes to a good end. Een grijze ochtendlucht voorspelt mooi weer, zegt admiraal Fitzroy, stichter van de Britse meteodienst. Wij zeggen: mistige morgen, mooie dag. 
En als de zon steekt, komt er regen - al was het maar een warmteonweer. 
Ik heb iemand klaarliggen -ja, op CD- die dit crazy-worden door de zon hevig kan vertolken, met een ritme van heb ik jou daar.
Luister en huiver: C. J. Wilson met 'Dai lali laila'.

U hoorde hoe de zon C.J. Wilson helemaal crazy kon maken met 'Dai lali laila' en u hoorde enige pulserende geluiden die de zon als weermotor zouden kunnen verbeelden.

Die zon, vertelde ik u net, is de reden dat er zulke fraaie kleuren aan het zwerk voorkomen. Aan veel daarvan wordt een voorspellende betekenis gehecht, maar alle kleur is het gevolg van wat er met het licht van de zon gebeurt. Zonder zonlicht is er geen kleur. Kleur is ook straling, met een eigen golflengte per kleur ook nog. 
In de kosmos is de ruimte gewoon zwart, vraag de astronauten maar. Als de zon ondergaat, gaat de blauwe lucht van onze aardse hemel ook weg. Er kunnen tijdelijk andere kleuren komen: rood, geel, purper en zeldzaam, een streep groen. Daarna wordt het geleidelijk donker en dan heeft de lucht geen kleur meer.

De truc is gewoon breking of weerkaatsing van het licht in deeltjes water, als bij regenbogen of in ijsschilfertjes van de fijne, ijle bewolking op 10 km hoogte. Dan krijg je halo's en bijzonnen. Die blauwe lucht komt doordat het zonlicht alle kanten op verstrooid wordt door heel veel fijn spul in de atmosfeer. Precies goed voor de korte golflengte blauw. Heiige lucht levert ook een blauw waas op in de wijde verte. Hoge bergen ook.
Het avondrood, de rode gloed op hoge bergen (het Alpenglühen) en rode wolken bij zonsondergang komen voor bij lage zonnestand. Het licht moet een langere weg door de atmosfeer afleggen, waarbij de kleuren groen en blauw als het ware opgeslorpt worden, maar rood en oranje wel doorkomen.

Let voor de aardigheid eens op regenbogen, waarbij de kleuren altijd dezelfde volgorde hebben. Ze kunnen onderling wèl verschillen in felheid en in baanbreedte. Soms zijn er dubbele regenbogen. Hele fijne regendruppels geven brede en vaaggekleurde bogen. Dikke buiendruppels leveren prachtige felgekleurde regenbogen op. Dat is dan uw troost als u natgeregend bent. Een regenboog voorspelt niets, hoewel er een spreuk bestaat: Seven rainbows, eight days rain. 
[En -  niemand heeft die z.g. 'pot met goud' aan het begin van de regenboog ooit gevonden. Wel werd een regenboog in diverse godsdiensten als een brug der goden beschouwd.]

Wat aardig klopt zijn weerregels als 'Avondrood, mooi weer aan boord' [,of op zijn Duits 'Der Morgen grau, der Abend rot, ist ein guter Wetterbot'], terwijl 'Ochtendrood, water in de sloot'  vaak opgaat vanwege het vocht dat dan al in de lucht zit. De voorspelling dat een kring om de zon (een halo) regen binnen 24 - 48 uur oplevert (vanwege de hoge cirrusbewolking vóór een regenfront uit), geldt uitsluitend voor gematigde, vochtige klimaten. In droge klimaten gaat die regel eigenlijk nooit op.

Er is veel meer kleurigs, maar dat is een verhaal apart. We laten de dag eindigen met de schemering (het tweeduuster), soms met allerlei kleuren rood, oranje en purper. Een goed moment om te 'schemeren', even een tijdje niks doen buiten -gewoon kijken hoe de avond valt. Vroeger was dat een soort gewoonte, maarja toen was er nog geen TV.
Ik laat u een schemering horen:  the Electric Light Ochestra: 'Twilight'.

Tweeduuster, 'Twilight' door the Electric Light Orchestra -muziek voor het schemeruurtje, waarin alle kleuren vervagen tot het duister is. En als uw ogen aan donker gewend zijn, twinkelt de eerste ster en dan nog een, en nog een en dan is een hele hemel vol. De maan neemt zijn positie in en neemt de hoofdrol over.

De nacht en de maan zijn uiterst belangrijk (geweest) voor ons besef van tijd. We tellen de maanomlopen, de maanden, en we leren de kinderen hun 'tijd beiden' door het tellen v/h aantal nachtjes slapen. De Engelsen zeggen ook 'in a fortnight', als ze 'over veertien dagen' bedoelen. 
De officiële datum van Pasen en alles wat er aan vast zit -tot Pinksteren aan toe-, wordt berekend aan de hand van de maanstand [Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente].De joodse kalender & de islamkalender 'draaien' op de maan; hun dagen en maanden zijn ook niet van gelijke lengte. Twaalf maan-maanden tellen 354 dagen, elf minder dan de christelijke kalender -het westerse jaar, zeg maar- die op zonnetijden is gebaseerd. De mohammedaanse vastenmaand Ramadan bijvoorbeeld, verschuift jaarlijks een beetje in de tijd. De maan is een belangrijker deel van onze wereld dan we eigenlijk beseffen! Ook al hebben we elke week een maandag.

Geen wonder dus, dat er veel bijgeloof rond dat loscirkelend stukje voormalige aarde heerst. Het barst van de weerregels dat een volle maan mooi weer oplevert, dat een volle maan 'wolken eet'  (dus ook mooi weer) en dat het vijf dagen na volle maan kan gaan stormen. De kleuren van de wassende maan, de volle maan of de opkomende maan zouden ook van alles voorspellen. 
In Amerika is onderzoek uitgevoerd door het verband tussen maanstanden en weertypen. Daaruit bleek dat er iets meer orkanen optreden rond volle maan en nieuwe maan, en dat zware regenbuien wat vaker voorkomen na volle en nieuwe maan. Het zijn zulke kleine afwijkingen, dat ze statistisch amper door de beugel kunnen. Er is nog steeds geen bewijs, dat de maan het weer beïnvloedt.

De maanzieken dan, de gekken bij volle maan, de 'lunatics'?  Volgens de literatuur lijkt het allemaal meer verbeelding, dan dat er bewezen feiten zijn. Net als bij ongelukken en branden of extra geboorten bij volle maan. Het komt toch weer neer op oude en nieuwe mythen -maar zo'n grote ronde maan spreekt natuurlijk wel tot de verbeelding. Misschien ligt het geheim van de vele 'volle maan'-toestanden juist in de opvallende zichtbaarheid. Dat blijft je bij. Gebeuren dezelfde dingen in een pikdonkere nacht, dan zal niemand dat als bijzonder verschijnsel memoreren. Voor de statistiek die zichtbaarheid: de volle maan zie je de hele nacht, de eerste kwartier-maan (het p-tje) alleen in de eerste helft van de nacht en de laatste kwartier-maan (het d-tje) uitsluitend de laatste helft van de nacht.

U mag zelf uitmaken wanneer u in de maanschaduw zit. Roger Whittaker zingt er nu in elk geval over: 'Moonshadow'.

Moonshadow door Roger Whittaker. Heeft u wel eens gemerkt dat een laaghangende volle maan véél en véél groter lijkt dan de maan hoog aan de hemel? Dat gezichtsbedrog, vanwege nabijheid van de horizon, is zelfs op schilderijen weer te vinden.

We gaan nog verder het zwerk in: sterrenkijken. Als Sirius (de heldere, flikkerende ster in het sterrenbeeld Grote Hond) van de nachthemel verdwijnt en 's morgens boven de horizon zit, hebben we de Hondsdagen (23 juli-23 augustus), met veel zomerse buien. Een klimatologisch gegeven, eigenlijk. Als andere sterren ook opmerkelijk flikkeren of schommelen, zitten er luchtlagen met verschillende eigenschappen , warme lucht/koude lucht,  boven ons. Dat duidt op veranderingen, op actie bovenin. De weerregel 'Flimmernde Sterne bringen Wind sehr gerne'; er is ander weer (regen, sneeuw, storm) op komst, mag je voor waar aannemen.

Het aardige is dat vallende sterren -die, waarbij wij snel een stille wens opzenden-  ook als weervoorspeller worden gezien. In Schotland geloven ze, dat veel vallende sterren een winderige dag voorzeggen. De richting van de verschietende ster zou dan de windrichting aangeven. Komen ze van diverse kanten, dan krijg je hevige stormen met veel regen. 
Het zijn fabeltjes, net als het verhaal dat de reguliere perioden met vallende sterren, de Leonïden, de Perseïden en wat al meer, een inval van koude zouden voorspellen.

Tot slot de kometen dan, waarvan de komeet Hale-Bopp in 1997, de mooiste van deze eeuw was. Hij is nu even voor 3.400 jaar uit het zicht  De volgende heldere komeet kan nog een halve eeuw op zich laten wachten. Dat is maar goed ook. Kometen brengen onrust en angst onder bijgelovigen. Nog steeds. De bekende komeet Halley, met een omlooptijd van zo'n 76 jaar, liet in het jaar 1066 de Engelse koning Harold al hevig schrikken. Kort daarop werd hij verslagen door Willem de Verovervaar  Het tafereel van de verschijning van de komeet en de paniek bij koning Harold is te zien op het mooiste stripverhaal ter wereld, het Tapijt van Bayeux. 
[Er is maar een voorbeeld van een komeet met goede invloed: in dat jaar was de wijnoogst geweldig, zodat men in 1811 komeet-wijn op de markt bracht]

En weet u wat het allermooiste is met vastigheden, onzekerheden en bijgeloof omtrent de kosmos? De groeiende zekerheid dat het aardse lebven toch uit het heelal stamt. Vorig jaar en dit jaar weer werd daarover bericht. Zodoende klopt de bewering altijd: àlles stond al in de sterren!

En terwijl de Charleston City All Stars  'Sunny side up' spelen -ook niet toevallig natuurlijk,- is deze aflevering van het informatieve programma 'Van Dingen & Deuntjes' weer ten einde. 
Het ging vandaag niet over Steden & 'Stad' -dat houdt u tegoed- maar over de 'Vastigheden, Onzekerheden en Bijgeloof omtrent het weer, zon, maan, sterren en kometen'.  De tekst van dit programma verschijnt na enige tijd op Internet
www.tuttel.com.

Het programma werd gemaakt en gepresenteerd door Jan Tuttel, met Peter Huitsingh als technische duizendpoot aan de knoppen.
Bij de muziekkeuze assisteerden Henri Kremer, Bart Nijstad, Roel Boerma en Han Tuttel jr.

Volgende keer, laatste zondag van de maand september, is dit programma er weer MAAR DAN EEN UUR LATER. Het thema wordt dan: Bos, Bomen & Hout.

Bedankt voor het uit-luisteren, dan wel het aanhoren. Blijft aan uw luidspreker gekluisterd -het volgende uur komt Huub Bremmers met zeer beluisterenswaardige muziek.

Tot andere keer. Moi.

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.