Goeiemorgen
op de laatste zondag van de
maand en op de laatste zondag
in dit zendschema. Volgende
maand beginnen we een uur
later met dit programma.
Maar
eerst dit uur "Van Dingen
& Deuntjes, met de
'Vastigheden, Onzekerheden en
Bijgeloof omtrent 't Weer, de
Zon, Maan, Sterren en Kometen
'. Mèt 10 stuks muziek ter
illustratie.Er zit nog een
restje vakantieweer in en ook
een vervolg op de
juli-uitzending over
bijgeloof.
Want ook omtrent het weer en
de zon, maan, sterren en
kometen laten we ons heel wat
wijsmaken. De boekwinkels
liggen vol met boekjes over
2000-voorspellingen, boeken
met maan-regels voor
verantwoord theezetten,
haarknippen en onkruid wieden
en gidsjes met astrologische
waarschuwingen en
raadgevingen.
In
Duitsland ligt nu overal de
100-jarige Boerenkalender van
Knauer, in diverse
uitvoeringen in boekvorm. Het
is een geschrift met
langjarige weervoorspellingen
en astrologische raadgevingen
van de abt Mauritius Knauer
van het klooster Kulmbach in
Franken. Hij schreef het in de
17de eeuw en het
wordt nu wéér voor zoete
koek geslikt. Net alsof de
natuur- en sterrenkunde in
drie eeuwen niets nieuws
ontdekt heeft en net alsof er
geen mensen op de maan gestaan
hebben. In 1860 had die
Honderdjarige Kalender al 180
herdrukken beleefd en moderne
mensen zorgen nu voor een
hernieuwde rage. Als dat soort
bijgeloof doorzet, moeten we
-om slecht weer de baas te
worden- net als in de 16de
en 17de eeuw ook
weer met pijl en boog op
wolken schieten om hagel en
onweer te verdrijven,
aangevuld met massaal gebed.
Het
weer en klimaat, plus de
verschijnselen van zon, maan,
sterren en kometen hebben de
mensheid altijd al bezig
gehouden. De
voedselvoorziening en de
veiligheid van have en goed
hingen van de luimen en nukken
der natuur af.
De regelmaat van de
seizoenen en de
voorspelbaarheid van wind,
regen of droogte was zeer
belangrijk. Elke afwijking van
het schema kon een ramp
veroorzaken. Elk onverwacht of
afwijkend fenomeen als
staartsterren, felle hemelse
gloed of
zons- en
maansverduistering leidde tot
paniek. Nu nòg: u heeft
kunnen lezen dat een Roemeense
moeder haar kind heeft
vermoord, dat tijdens de
zonsverduistering deze maand
ter wereld kwam. Ze vreesde
dat het ongeluk zou brengen.
Bijgeloof is een gevaarlijke
zaak, als het er op aan komt.
Zekerheden
zijn er ook, zoals de
natuurkundige wetten die het
weersverloop bepalen.
Temperatuurverschillen, de
hoeveelheid en het gedrag van
waterdamp en de
luchtstromingen maken uit hoe
het weer zich ontwikkelt. De
ongelijke verdeling van land
en water op aarde en draaiing
van onze aardkloot zorgen voor
extra -maar meetbare-
invloeden op dat
thermodynamische circus boven
ons hoofd. De draaiing van de
aarde om de zon komt er nog
eens bij, zodat je een
regelmaat in de seizoenen
krijgt.
De
maan is een oud stuk aardbol,
ontstaan na een geweldige
'schampende'
kosmische botsing in de
beginperiode van ons
zonnestelsel, dat sindsdien
gezellig meedraait als
metgezel van de aarde.
De invloed van de maan reikt
niet verder dan het opwekken
van de getijden op de zeeën
op aarde en een vermoedelijk
stabiliserende invloed op de
stand van de draaiingsas van
de aarde. En dat is prettig,
want een kleine afwijking
daarvan kan al een ijstijd
opleveren.
Wat het weer betreft heeft de
maan geen enkele invloed; de
volle maan niet en het laatste
kwartier ook niet.
De
sterren maken het weer al
helemaal niet, laat staan uw
en mijn leven. Wat in de
sterren geschreven staat, is
en blijft een geheim.
We
bekijken al die dingen straks
iets uitgebreider en laten ons
begeleiden door muziek. We
beginnen met het weer en wel
met de weersverwachting.
U hoort the Master Singers het
standaard BBC-weerbericht
vertolken, the
Weatherforecast.
Dat
was het gezongen standaard
BBC-weerbericht, the
Weatherforecast, door the
Master Singers en u hoorde
diverse soorten weer
voorbijkomen. Met tot besluit:
'the weather will be normal
for the time of year' - het is
gewoon 'weer voor de tijd van
het jaar'. En dat is een
vastigheid in een
understatement.
Zonet
hadden we het over de vaste
natuurwetten, die het weer
helpen maken. U kent dat wel,
een deel warme -zeg maar
verwarmde- lucht is lichter
dan de omringende lucht en
stijgt op (maar koelt bovenin
wel weer af). Koude lucht is
zwaarder en daalt, of ligt
in de lage delen van
het landschap. In koude lucht
kan minder waterdamp zitten
dan in warmere lucht, dus bij
het kouder worden van lucht
wil het teveel aan
waterdampgas eruit. Dat zien
we gebeuren als fijne
druppeltjes en dan heb je
grondmist op de laagste
plekken in de wei of op de
hei.
Je
hebt wolken nodig voor
neerslag als regen en sneeuw,
dus gelden hier ook weer vaste
natuurwetten. Er zijn twee
processen bekend die regen,
hagel of sneeuw uit wolken
kunnen laten vallen. Het hangt
van het soort wolken af, hoe
dik ze zijn en hoe
bijvoorbeeld de
temperatuurverdeling is.
Allemaal meetbare zaken,
waarop je een verwachting kunt
maken over wat er valt en hoe
het valt. Als fijne motregen,
een korte, maar hevige
hagelbui of als langdurige
regen. Je moet alleen veel
meten en weten. Ook hoe de
bewegingen zijn in groter
verband. En dan praat je over
de luchtdrukverdeling en over
de luchtsoorten die in
beweging zijn op ons halfrond.
Vandaar dat er zo'n intens
meetnet nodig is; lokaal,
internationaal en ook
horizontaal en vertikaal.
Vanonderaf, op het
aardoppervlak in de
weerhutten, op weerschepen en
met de weerradar, en van
bovenaf via de
weersatellieten.
Om
die hele atmosferische
toestanden te doorgronden moet
je naast veel gegevens, ook
weet hebben van de
natuurkundige processen.
Meteorologie is niet voor
niets een apart vak. Er zijn
wetenschappelijke theorieën,
die gebruikt worden voor de
rekenmodellen voor de
weersverwachtingen die langer
dan 24 uur in het voren
reiken.
Want met behulp van klompen,
eksterogen, goed waarnemen,
kennis van de natuur en gezond
verstand kunnen veel mensen
zelf best een redelijk
weersverwachting maken voor de
eerstvolgende 12 tot zelfs 24
uur. Maar daarna?
In
1968 voorspelde de regering in
een rapport TP2000
(toekomstprojectie 2000), dat
wij in 1999 of zo het weer
voor 5 dagen vooruit wel exact
konden voorspellen. Jammer,
maar helaas- dat is niet zo
uitgekomen. Er bleek een grens
aan ons kunnen te zitten,
ondanks de nieuwste technieken
en de supersnelle rekentuigen.
De weerjongens en -meisjes
werken met theorieën uit de
jaren dertig, toen de
weerfronten ingevoerd werden,
en uit de jaren vijftig-zestig
toen de waarnemingen uit de
oorlogstijd (zoals de
straalstromen op grote hoogte)
goed verklaard en toegepast
konden worden.
Nog
erger: de laatste jaren
ontdekken de wetenschappers
dat allerlei vaste aannames,
de zekerheden in de
meteorologie, niet eens echt
kloppen. Zo bleek dat er veel
meer en dichtere
waterdampconcentraties
aanwezig kunnen zijn, zonder
dat wij wolken waarnemen -
maar zodanig dat de
regenkansen een stuk groter
zijn.
Ook de wolken zelf zorgden
voor verrassingen. Tientallen
jaren lang meende men dat de
wolken veel zonnestraling
terugkaatsen of verstrooien,
maar dat een wolk zèlf geen
warmte absorbeert. Een paar
jaar geleden werd bewezen dat
er wel
warmte in de wolken zelf gaat
zitten. De hele
warmteoverdracht, de motor
voor het weer en daarmee voor
het klimaat, blijkt dus anders
in elkaar te zitten. Het
wereldmodel van weerpatronen
boven oceanen en
warmtestromingen van tropen
naar subtropen wordt nu
opnieuw bekeken en berekend.
Zo kunnen bepaalde vastigheden
ineens onzeker worden.
Sommige
zekerheden blijven we
koesteren: het is mooi weer òf
klotenweer. Reinhard Mey
bezingt het laatste weertype:
Das Sauwetterlied.
Reinhard
Mey in Das Sauwetterlied,
waarmee hij zijn plezier in
bar regenweer bezingt. Dat kàn
natuurlijk - net als in
sommige oude weerspreuken een
voorkeur voor regen en koud
weer in april of mei
uitgesproken wordt. April guur
en nat -veel koren in het vat,
en A cold april - the barn
will fill. En ook: Een natte
mei, boter in de wei of, Een
koude mei is een gouden mei.
Het zijn meer boerenwijsheden
dan weerspreuken, omdat ze
gebaseerd zijn op nut en
noodzaak voor de
landbouwproductie. Al
eeuwenlang.Vooral
akkerbouw en wijnbouw leveren
dit soort ervaringsuitspraken
op.
De
volksweerkunde kent veel meer
regels en weervoorzeggerij,
die je kunt samenvatten in
enkele rubrieken.
Er zijn regels die gebaseerd
zijn op bepaalde
weerverschijnselen als een
kring om de zon, het optreden
van ochtendmist of avondrood,
van regendroppels die bellen
op waterplassen maken of het
gedrag van de wind.
Er zijn ook weerregels die
zich richten op waarneembaar
gedrag van planten en dieren,
waar een voorspelling aan
vastgeknoopt wordt. Spinnen,
zwaluwen, katten, kippen,
eikels en hazelnoten moeten
het komende weer dan kunnen
aangeven.
Andere
weeregels zijn gebonden aan
bepaalde vaste dagen of
perioden, waarvan het weer van
die tijd bepalend wordt geacht
voor een heel andere periode.
Hier zitten de zogenaamd
Lotsdagen bij, waarvan we er
sinds jaar en dag 84 kennen.
Vaak gekoppeld aan
heiligendagen op de
christelijke kalender. U kent
ze wel: Lichtmis helder en
rein, het zal een lange winter
zijn en: Als het regent op
Sint Jan, regent het veertig
dagen lang of :Op de dag van
Sint Augustijn zullen de
onweders over zijn (Sint
Augustijn was gisteren
overigens).
Tot
slot zijn er
weervoorspellingen die zijn
opgehangen aan het gedrag van
de maan en de sterren. Deze
zijn vaak van middeleeuwse
oorsprong en hebben een
astrologische achtergrond,
waar veel bijgeloof aan hangt.
Een voorbeeld uit het jaar
1515:
Zoals het weer op de
derde dag na nieuwe maan en
volle maan is, zo zal het de
volgende tien dagen zijn.
Evenzo flauwekul zijn
voorspellingen dat een rode
maan winderig weer betekent,
een heldere blanke maan mooi
weer en een donkere maan
regen.
De
regels naar aanleiding van
andere weerverschijnsels
kunnen best kloppen, maar er
is dan geen verschil zoals in
de regel: een kring om de maan
zal wel gaan, maar een kring
om de zon brengt regen in de
ton. Als het om de halo gaat
die in de cirrusbewolking
voorafgaand aan een regenfront
optreedt, kan de voorspelling
kloppen. Maar het
haloverschijnsel om zon en
maan is dan wel gelijk. Het
genoemde verschil in effect is
weerbijgeloof.
Dan
de voorspellingen naar
aanleiding van het dieren- en
plantengedrag. Op grond van
het spinnengedrag is een
weersverwachting gemaakt,
waarna legeraanvoerder
Pichegru het in 1795 aandurfde
om met zijn legers de bevroren
rivieren over te trekken. Let
thuis maar eens op de spinnen
,die overal tevoorschijn komen
en gaan lopen als er regenweer
(of dooiweer) op komst is.
Het voorspellend gedrag van
hoog- en laagvliegende
zwaluwen is bekend, maar ik
heb even zo vaak tegengesteld
gedrag gezien. Dat een rijke
dracht aan hazenoten of eikels
een strenge winter zou
voorspellen, lijkt op toverij.
Het weer en de voedingsbodem
in voorjaar en zomer maken uit
hoe in de herfst de noten
erbij hangen. Niet het weer
van maanden later.
Soms
zit er kern van waarheid in
weerspreuken van termijnen,
omdat er een bepaalde continuïteit
in het weerpatroon zit. Een
mooiweerperiode van een
hogedrukgebied kan het best
een tot twee weken uithouden.
Slecht weer is vaak korter van
duur; een depressie leeft
amper zeven dagen
bijvoorbeeld. Een vuistregel
als Vrijdagsweer is
Zondagsweer kan daarom bij een
bepaald weerpatroon (een rug
van hogedruk bij een
Westcirculatie) best uitkomen.
En net zo vaak ook niet…
Een
heel seizoen voorspellen in
West-Europa is nattevingerwerk
en een leuke hobby, maar geen
meterologie. Maar - hoe het
zomerweer weer de stemming en
de gedachten kan beïnvloeden
horen we in de volgende
sfeerbeelden:
Achter elkaar hoort u: 'In the
summertime' van Mungo Jerry,
gevolgd door 'Silly Summer
Games' van Steve Ashley.
De
zomer in muziek: met Mungo
Jerry, 'In The Summertime',
gevolgd door Steve Ashley met
'Silly Summer Games' - twee
totaal verschillende
zomerimpressies.
Het weer en klimaat hebben
nogal wat invloed op ons. Daar
zitten ook weer vastigheden,
onzekerheden en fratsenmakerij
bij. Er is intussen wel een
aparte tak van wetenschap
ontstaan die Biometeorologie
heet. Laten we eens wat
weergevoeligheden onder de
loep nemen. Kun je het weer
wel overal de schuld van
geven?
Een leidster van zo'n batterij
peuters of kleuters zei me,
dat ze storm en regen aan kan
zien komen aan het onrustige,
uitbundige gedrag van de
kinderen. Het spul is dan niet
te houden!
Verder:
Ja en nee, natuurlijk. Het is
maar net, hoe je met het weer
omgaat, normaal gesproken. Je
kunt je d'r op kleden, je kunt
je gedrag aanpassen en je kunt
je voedsel aanpassen. Meestal
gaat het dan wel.
In het buitenland is het
handig als je doet wat de
inboorlingen daar ook doen.
Als iedereen op het heetst van
de dag in Zuid-Europa een
tukkie doet en zo'n bleekblote
vakantieganger gaat dàn juist
in de zon liggen bakken - tja,
dan ben je dom bezig.
Verbranden in de zon is vaak
eigen schuld-dikke bult, nouja
dikke blaar. En: er is niet
voor niets elke zomer op de
Nederlandse stranden zelfs,
een voorlichtingscampagne
tegen huidkanker aan de gang.
(Bescherming tegen pure
zonnestraling is een noodzaak;
veel drinken in hete &
droge tijden idem.
Vakantiereizigers in
natuurreservaten in
Amerikaanse woestijnen worden
van overheidswege verplicht
een flinke hoeveelheid
drinkwater bij zich te
hebben.)
Er
is één vorm van warmte waar
mensen helemaal gek van kunnen
worden. Dat komt voor bij föhn,
de droge en warme daalwind
achter de Alpen. Hoofdpijn en
neusbloedingen komen voor bij
gevoelige mensen, maar vooral
de föhnziekte. Dat betekent
bijvoorbeeld meer
verkeersongelukken en meer
zelfmoordpogingen. Föhnziekte
als reden voor ongelukken in
het verkeer of op het werk,
wordt ook niet meer
geaccepteerd. Als je weet dat
je er last van krijgt, is de
enige remedie: verhuizen.
Bepaalde ziekten als
hooikoorts zijn afhankelijk
van de weersituatie, maar ook
aanvallen van astma,
bronchitis of toenames van
hartklachten hebben er mee te
maken. Bijvoorbeeld als er een
temperatuursdaling optreedt na
een zomerse buienstoring of na
een snelpasserend koufront.
Pijn
aan littekens -van amputaties
bijvoorbeeld- treedt op bij
luchtdrukdalingen (met een
minimum in de komende 24 uur)
met kans op regen, zo bleek
uit een groots opgezet
onderzoek in 1877 onder
ex-soldaten uit de Amerikaanse
Burgeroorlog. En honderd jaar
later al net zo bij
Vietnamveteranen. Ook trad
pijn op bij een koufront met
veel buien. Mensen met
amputaties kùnnen, als ze er
wat in geoefend zijn, een
bepaald weertype dus 'voelen'
aankomen.
Dan
nog even de kou, waar je je
tegen wapenen kunt. Wij kregen
vroeger een krant onder de
trui tegen de koude, snijdende
wind. De sterke afkoeling door
blootstelling aan wind heet
'windchill'
en dat kan 's
betekenenen dat het wel tien
graden kouder aanvoelt dan het
is. In elk geval knappen je
lippen gauw kapot bij zulk
weer; de kans op bevriezing
van lichaamsdelen is groot.
Tijd
om van de droogte en de kou in
de drup te raken. Ik heb twee
soorten regen voor u in de
muziek. Eerst de verfrissende
regen in een stoffig land,
'Alabama Rain' door Jim Groce
en dan een instrumentaal
nummer met mondharp uit
Oostenrijk: drenzende
'Novemberreigen', door de
Mollner Maultrommler.
U
raakte helemaal opgefrist door
de 'Alabama Rain' van Jim
Groce en u werd daarna doornat
van de 'Novemberreigen' van de
Mollner Maultrommler.
Het
komt dus mooi uit dat we het
nu over de zon gaan hebben. De
zon als motor van het weer,
van de seizoenen en natuurlijk
van onnoemelijk belang voor de
voedselvoorziening. Of dat nu
door de jacht moest gebeuren
of door landbouwmethoden.
Vroegere nomaden en jagers
trokken achter de
beestenkuddes aan, die op trek
gingen. De seizoenen bepalen
alles en die seizoenen worden
bepaald door de stand van de
zon t.o.v de evenaar op aarde.
Daarom
zitten er in elke religie
elementen van vreugde over het
licht, de levensbrengende zon.
In welke gedaante de
lichtbrenger dan ook vereerd
wordt. Het christendom had
ruim anderhalf duizend
jaar geleden nog steeds moeite
om op te boksen tegen enkele
hardnekkige zonnegodsdiensten
in delen van Europa. In de
heidens genoemde religies nam
de zon een grote plaats in.
Omstreeks de langste nacht, de
midwintertijd, vierde men
allerlei feesten om de zon aan
te moedigen terug te komen.
Men blies op toeters om boze
geesten weg te jagen en maakte
vuur om te laten zien hoe het
moest. In het voorjaar deden
ze dat nog eens over, door
vuren te branden waarvan de
gloed en vonken vruchtbaarheid
over de velden moesten
brengen.
De
christelijke kerk kreeg het in
de eerste eeuwen van onze
jaartelling vroeger voor
elkaar om dit soort
seizoensfeesten binnen eigen
kring te krijgen. Belangrijke
christelijke hoogtijdagen
zitten in ook diezelfde
periodes. En om een lang
verhaal kort te maken: we
hebben met kerstmis nog steeds
lichtjes in de boom en we
branden in een groot deel van
Europa nog immer paasvuren in
het voorjaar. Niet meer om de
zon over de streep te trekken,
maar toch…
Van
de zon zelf, weten we
eigenlijk niet eens zó veel.
De zon heeft in het dagelijkse
weer en de weervoorspellingen
alleen betekenis door de
kleuren die ze veroorzaakt,
dat wil zeggen door de
optische verschijnselen als
regenbogen, gekleurde stralen,
kringen, kransen en bijzonnen.
Normaal gesproken kijkt
niemand recht in de zon, ook
niet bij een totale
zonsverduistering. We zijn
daarvoor nog nooit zo
uitbundig gewaarschuwd als
voor die elfde augustus van
dit jaar. Bijgelovigen meenden
dat de wereld zou vergaan;
zonder zonnewarmte is er
immers geen leven mogelijk? En
stel je voor de zon
wegblijft… Een science
fictionscenario, dat vaak
gebruikt wordt.
In
de praktijk betekent de zon
wel wat voor het weer; zij
bepaalt de z.g. dagelijkse
gang. Als de zon kracht
krijgt, trekt de wind aan of
wordt buiiger. Tegen de avond
gaat de wind liggen. Overdag
ontstane cumuluswolken lossen
dan op. De zonnemotor gaat op
een laag pitje.
Veel weerregels gaan uit van
de soort zonsopgang. A glary, sunny morning never
comes to a good end. Een
grijze ochtendlucht voorspelt
mooi weer, zegt admiraal
Fitzroy, stichter van de
Britse meteodienst. Wij
zeggen: mistige morgen, mooie
dag.
En
als de zon steekt, komt er
regen - al was het maar een
warmteonweer.
Ik heb iemand klaarliggen -ja,
op CD- die dit crazy-worden
door de zon hevig kan
vertolken, met een ritme van
heb ik jou daar.
Luister en huiver: C. J.
Wilson met 'Dai lali laila'.
U
hoorde hoe de zon C.J. Wilson
helemaal crazy kon maken met
'Dai lali laila' en u hoorde
enige pulserende geluiden die
de zon als weermotor zouden
kunnen verbeelden.
Die
zon, vertelde ik u net, is de
reden dat er zulke fraaie
kleuren aan het zwerk
voorkomen. Aan veel daarvan
wordt een voorspellende
betekenis gehecht, maar alle
kleur is het gevolg van wat er
met het licht van de zon
gebeurt. Zonder zonlicht is er
geen kleur. Kleur is ook
straling, met een eigen
golflengte per kleur ook nog.
In de kosmos is de ruimte
gewoon zwart, vraag de
astronauten maar. Als de zon
ondergaat, gaat de blauwe
lucht van onze aardse hemel
ook weg. Er kunnen tijdelijk
andere kleuren komen: rood,
geel, purper en zeldzaam, een
streep groen. Daarna wordt het
geleidelijk donker en dan
heeft de lucht geen kleur
meer.
De
truc is gewoon breking of
weerkaatsing van het licht in
deeltjes water, als bij
regenbogen of in
ijsschilfertjes van de fijne,
ijle bewolking op 10 km
hoogte. Dan krijg je halo's en
bijzonnen. Die blauwe lucht
komt doordat het zonlicht alle
kanten op verstrooid wordt
door heel veel fijn spul in de
atmosfeer. Precies goed voor
de korte golflengte blauw.
Heiige lucht levert ook een
blauw waas op in de wijde
verte. Hoge bergen ook.
Het avondrood, de rode gloed
op hoge bergen (het Alpenglühen)
en rode wolken bij
zonsondergang komen voor bij
lage zonnestand. Het licht
moet een langere weg door de
atmosfeer afleggen, waarbij de
kleuren groen en blauw als het
ware opgeslorpt worden, maar
rood en oranje wel doorkomen.
Let
voor de aardigheid eens op
regenbogen, waarbij de kleuren
altijd dezelfde volgorde
hebben. Ze kunnen onderling wèl
verschillen in felheid en in
baanbreedte. Soms zijn er
dubbele regenbogen. Hele fijne
regendruppels geven brede en
vaaggekleurde bogen. Dikke
buiendruppels leveren
prachtige felgekleurde
regenbogen op. Dat is dan uw
troost als u natgeregend bent.
Een regenboog voorspelt niets,
hoewel er een spreuk bestaat:
Seven rainbows, eight days
rain.
[En -
niemand heeft die z.g.
'pot met goud' aan het begin
van de regenboog ooit
gevonden. Wel werd een
regenboog in diverse
godsdiensten als een brug der
goden beschouwd.]
Wat
aardig klopt zijn weerregels
als 'Avondrood, mooi weer aan
boord' [,of op zijn Duits 'Der
Morgen grau, der Abend rot,
ist ein guter Wetterbot'],
terwijl 'Ochtendrood, water in
de sloot'
vaak opgaat vanwege het
vocht dat dan al in de lucht
zit. De voorspelling dat een
kring om de zon (een halo)
regen binnen 24 - 48 uur
oplevert (vanwege de hoge
cirrusbewolking vóór een
regenfront uit), geldt
uitsluitend voor gematigde,
vochtige klimaten. In droge
klimaten gaat die regel
eigenlijk nooit op.
Er
is veel meer kleurigs, maar
dat is een verhaal apart. We
laten de dag eindigen met de
schemering (het tweeduuster),
soms met allerlei kleuren
rood, oranje en purper. Een
goed moment om te 'schemeren',
even een tijdje niks doen
buiten -gewoon kijken hoe de
avond valt. Vroeger was dat
een soort gewoonte, maarja
toen was er nog geen TV.
Ik laat u een schemering
horen:
the Electric Light
Ochestra: 'Twilight'.
Tweeduuster,
'Twilight' door the Electric
Light Orchestra -muziek voor
het schemeruurtje, waarin alle
kleuren vervagen tot het
duister is. En als uw ogen aan
donker gewend zijn, twinkelt
de eerste ster en dan nog een,
en nog een en dan is een hele
hemel vol. De maan neemt zijn
positie in en neemt de
hoofdrol over.
De
nacht en de maan zijn uiterst
belangrijk (geweest) voor ons
besef van tijd. We tellen de
maanomlopen, de maanden, en we
leren de kinderen hun 'tijd
beiden' door het tellen v/h
aantal nachtjes slapen. De
Engelsen zeggen ook 'in a
fortnight', als ze 'over
veertien dagen' bedoelen.
De officiële datum van Pasen
en alles wat er aan vast zit
-tot Pinksteren aan toe-,
wordt berekend aan de hand van
de maanstand [Pasen valt op de
eerste zondag na de eerste
volle maan in de lente].De
joodse kalender & de
islamkalender 'draaien' op de
maan; hun dagen en maanden
zijn ook niet van gelijke
lengte. Twaalf maan-maanden
tellen 354 dagen, elf minder
dan de christelijke kalender
-het westerse jaar, zeg maar-
die op zonnetijden is
gebaseerd. De mohammedaanse
vastenmaand Ramadan
bijvoorbeeld, verschuift
jaarlijks een beetje in de
tijd. De maan is een
belangrijker deel van onze
wereld dan we eigenlijk
beseffen! Ook al hebben we
elke week een maandag.
Geen
wonder dus, dat er veel
bijgeloof rond dat
loscirkelend stukje voormalige
aarde heerst. Het barst van de
weerregels dat een volle maan
mooi weer oplevert, dat een
volle maan 'wolken eet'
(dus ook mooi weer) en
dat het vijf dagen na volle
maan kan gaan stormen. De
kleuren van de wassende maan,
de volle maan of de opkomende
maan zouden ook van alles
voorspellen.
In Amerika is onderzoek
uitgevoerd door het verband
tussen maanstanden en
weertypen. Daaruit bleek dat
er iets meer orkanen optreden
rond volle maan en nieuwe
maan, en dat zware regenbuien
wat vaker voorkomen na volle
en nieuwe maan. Het zijn zulke
kleine afwijkingen, dat ze
statistisch amper door de
beugel kunnen. Er is nog
steeds geen bewijs, dat de
maan het weer beïnvloedt.
De
maanzieken dan, de gekken bij
volle maan, de 'lunatics'?
Volgens de literatuur
lijkt het allemaal meer
verbeelding, dan dat er
bewezen feiten zijn. Net als
bij ongelukken en branden of
extra geboorten bij volle
maan. Het komt toch weer neer
op oude en nieuwe mythen -maar
zo'n grote ronde maan spreekt
natuurlijk wel tot de
verbeelding. Misschien ligt
het geheim van de vele 'volle
maan'-toestanden juist in de
opvallende zichtbaarheid. Dat
blijft je bij. Gebeuren
dezelfde dingen in een
pikdonkere nacht, dan zal
niemand dat als bijzonder
verschijnsel memoreren. Voor
de statistiek die
zichtbaarheid: de volle maan
zie je de hele nacht, de
eerste kwartier-maan (het
p-tje) alleen in de eerste
helft van de nacht en de
laatste kwartier-maan (het
d-tje) uitsluitend de laatste
helft van de nacht.
U
mag zelf uitmaken wanneer u in
de maanschaduw zit. Roger
Whittaker zingt er nu in elk
geval over: 'Moonshadow'.
Moonshadow
door Roger Whittaker. Heeft
u wel eens gemerkt dat een
laaghangende volle maan véél
en véél groter lijkt dan de
maan hoog aan de hemel? Dat
gezichtsbedrog, vanwege
nabijheid van de horizon, is
zelfs op schilderijen weer te
vinden.
We
gaan nog verder het zwerk in:
sterrenkijken. Als Sirius (de
heldere, flikkerende ster in
het sterrenbeeld Grote Hond)
van de nachthemel verdwijnt en
's morgens boven de horizon
zit, hebben we de Hondsdagen
(23 juli-23 augustus), met
veel zomerse buien. Een
klimatologisch gegeven,
eigenlijk. Als andere sterren
ook opmerkelijk flikkeren of
schommelen, zitten er
luchtlagen met verschillende
eigenschappen , warme
lucht/koude lucht,
boven ons. Dat duidt op
veranderingen, op actie
bovenin. De weerregel
'Flimmernde Sterne bringen
Wind sehr gerne'; er is ander
weer (regen, sneeuw, storm) op
komst, mag je voor waar
aannemen.
Het
aardige is dat vallende
sterren -die, waarbij wij snel
een stille wens opzenden-
ook als weervoorspeller
worden gezien. In Schotland
geloven ze, dat veel vallende
sterren een winderige dag
voorzeggen. De richting van de
verschietende ster zou dan de
windrichting aangeven. Komen
ze van diverse kanten, dan
krijg je hevige stormen met
veel regen.
Het zijn fabeltjes, net als
het verhaal dat de reguliere
perioden met vallende sterren,
de Leonïden, de Perseïden en
wat al meer, een inval van
koude zouden voorspellen.
Tot
slot de kometen dan, waarvan
de komeet Hale-Bopp in 1997,
de mooiste van deze eeuw was.
Hij is nu even voor 3.400 jaar
uit het zicht
De volgende heldere
komeet kan nog een halve eeuw
op zich laten wachten. Dat is
maar goed ook. Kometen brengen
onrust en angst onder
bijgelovigen. Nog steeds. De
bekende komeet Halley, met een
omlooptijd van zo'n 76 jaar,
liet in het jaar 1066 de
Engelse koning Harold al hevig
schrikken. Kort daarop werd
hij verslagen door Willem de
Verovervaar
Het tafereel van de
verschijning van de komeet en
de paniek bij koning Harold is
te zien op het mooiste
stripverhaal ter wereld, het
Tapijt van Bayeux.
[Er is maar een voorbeeld van
een komeet met goede invloed:
in dat jaar was de wijnoogst
geweldig, zodat men in 1811
komeet-wijn op de markt
bracht]
En
weet u wat het allermooiste is
met vastigheden, onzekerheden
en bijgeloof omtrent de
kosmos? De groeiende zekerheid
dat het aardse lebven toch uit
het heelal stamt. Vorig jaar
en dit jaar weer werd daarover
bericht. Zodoende klopt de
bewering altijd: àlles stond
al in de sterren!
En
terwijl de Charleston City All
Stars
'Sunny side up' spelen
-ook niet toevallig
natuurlijk,- is deze
aflevering van het
informatieve programma 'Van
Dingen & Deuntjes' weer
ten einde.
Het ging vandaag niet over
Steden & 'Stad' -dat houdt
u tegoed- maar over de
'Vastigheden, Onzekerheden en
Bijgeloof omtrent het weer,
zon, maan, sterren en
kometen'.
De tekst van dit
programma verschijnt na enige
tijd op Internet