Goeiemiddag,
op de laatste zondag van de
eerste maand in het jaar nul
van een nieuwe eeuw. De 21ste
eeuw alweer, sinds we die
dingen zijn gaan tellen. Weet
u nog hoe eind vorige eeuw
hevige drukte ontstond rond de
'millenniumbug', de technische
gesel van de vooruitgang, maar
vooral: het angstbeeld van de
moderne mens?
Het
viel achteraf mee, maar
honderdduizenden mensen overal
ter wereld zaten goed in de
rats. Ze waren ontzettend bang
dat er wat mis zou gaan, dat
de hele techniek en alle
verbindingen
plat zouden gaan. Ze
zagen groen en geel van angst,
ze 'scheten peultjes', ze
waren zogezegd
'schietensbenauwd'. Menig heer
in pak met stropdas aan, deed
het bijkans in de broek. Zo
ontzettend bang waren ze voor
wat komen kon… , kòn - zeg
ik. Wat had kùnnen gebeuren
dus. Want "de mens lijdt
het meest door het lijden dat
hij vreest".
Nou
- en intussen hebt u gehoord
hoeveel uitdrukkingen de
Nederlandse taal kent om de
mate van angst aan te geven en
wat angst met een mens kan
doen. Bang zijn is een normaal
verschijnsel, maar er zijn
me toch een serie angsten
beschikbaar! Eén bangbroek om
aan te trekken is dan veel te
weinig…
En
zeg nou eens eerlijk, we zijn
wel een eeuw verder
opgeschoten in de toekomst,
maar bent u uw schrik voor
spinnen, de angst voor de dood
en bang zijn in het donker al
te boven?
Nee, tuurlijk niet,
één nachtje tussen 31
december en 1 januari lost
zulke problemen niet op. Of,
met andere woorden gezegd: we
gaan een nieuwe eeuw in met
oude angsten. Daar gaat het
programma 'Van Dingen &
Deuntjes' vandaag dus over. IN
ANGST & BEVEN; EEN NIEUWE
EEUW IN MET OUDE ANGSTEN. Want
reken er op dat we bang zijn
voor veel dingen, nouja, een
beetje bang mag ook. We kijken
dit uur naar wat er zo aan
vrees heerst.
Ik
beloof u geen oplossingen voor
angststoornissen, maar
we lichten wel wat tipjes van
de sluier van de bangigheid
op. En wat nog aardiger is, u
hoort diverse soorten angst en
vrees voorbij komen, die uw
buren, vrienden en collega's
ook kennen. Dat scheelt, dat
schept een band en als je
gezamenlijk een beetje 'lekker
bang' wilt zijn, nou dan ga je
toch gezellig zitten
griezelen? Stap met de hele
club een spookhuis binnen,
daver in een ruige achtbaan
gillend naar beneden
of geniet met het
angstzweet in de nek van een
horrorfilm.
Dat
is het rare aan de zaak -
mensen vinden een beetje bang
maken best leuk. Je leert het
kleine kinderen al aan: als ze
'Boe' roepen, doe je of je
schrikt en bang bent. En welke
opa doet geen grommende wilde
beesten na, die de kleine
willen opeten?
Het kind griezelt en is
een beetje bang, maar niet
echt bang. Gelukkig maar -
want anders moet je de hele
nacht in de benen om een
brullend kind in een doorzweet
pyamaatje te troosten en
kalmeren. Die ziet 's nachts
allerlei monsters opduiken,
vreest geheel verlaten te
worden en raakt in de duistere
hoeken van de nacht compleet
verdoold en benauwd.
Weet
u hoe je bang wordt?
Je wordt bang gemaakt
door iets van buiten of iets
binnen in je. Ik kom daar
straks nog op. Ben je ergens
bang voor (je weet dus wat je
vrees inboezemt), dan kan dat
komen door schrikwekkende
ervaringen vroeger, maar je
kunt als kind ook bang gemaakt
zijn door ouderen. Kinderen
tot een jaar of drie kennen
geen vrees: ze gaan onvervaard
op allerlei beesten af, spelen
met vuur, willen over water
kruipen en gaan op van alles
en nog wat af. De opgedane
schrik leert ze vrees en
respect te koesteren voor iets
wat verkeerd uitpakt. Maar als
een gezaghebbende oudere
schrikachtig en bang gedrag
vertoont, omdat er een spin of
een muis of een bliksemflits
verschijnt, leert het kleintje
vanzelf om daar angst voor te
ontwikkelen. Angst voor
bepaalde dieren wordt
aangeleerd -wordt
overgeleverd- tenzij je zelf
alsnog slachtoffer wordt van
een tijger die je een poot
afbijt. Of als een 'oortiek'
je als klein kind in je vinger
knijpt, als je mag helpen bij
het plukken van dahlia's, Dan
kun je bang voor dahlia's van
worden. Maar dat leren ze je
dan wel af. Het rotinsekt
krijgt alsnog de schuld. Hoe
ver dat kan gaan leert u over
een half uur van Hans
Dorrestijn. Zelfs hertjes zijn
tuig om bang van te worden.
In
dit uur gaan we na wat angst
is en hoe het lichaam daarop
reageert. U hoort wat het
verschil is tussen angst en
vrees is -
èn zowat alles waar u
bang voor bent, was, of wilt
worden wordt u gepresenteerd.
In tekst en muziek. Omdat wij
hier bang zijn dat u het
overzicht van angst, vrees en
schrik al kwijt bent, hoort u
nu een aardig lijstje van
Robert Long, Allemaal Angst
Wat
is angst, hoe ziet het eruit
en hoe erg is het?
Precies,
'Allemaal Angst' door Robert
Long (uit 1974) met een hele
rij mogelijkheden om vrees
voor te koesteren, waar het
helemaal niet hoeft. Het stikt
van onbewezen aannames en
bijgelovigheden, die
angstaanjagend werken. Robert
Long kon het een kwarteeuw
geleden mooi zeggen, eh,
zingen: 'Wie 't meeste angst
heeft, heeft vaak het minste
te vrezen' en 'De grootste
schreeuwers hebben het meeste
angst'. Hij besloot met een
hele sterke: 'van leven ga je
dood'. Dat vormt de enige
absolute zekerheid op aarde en
toch blijkt dat juist een
grote vrees van veel mensen.
Verderop in dit uur hebben we
het d'r nog wel over.
Voor
we ons in details verdiepen
(of in details verliezen, waar
enige vrees voor bestaat) is
het goed om het verschijnsel
angst zelf eens te gaan
bekijken - of te gaan
besnuffelen. Want dat kan ook.
Angst kun je ruiken op een of
andere manier - en soms op een
ontzettend duidelijke manier.
Namelijk als iemand het in de
broek doet van angst. En weet
u wat het daarmee is? Het is
een doodnormaal effect,
waarmee het lichaam reageert
op angstsignalen - maar het is
wel verschrikkelijk erg als
het je overkomt. Het is mij
als kind één keer gebeurd
toen we betrapt werden, ik
meen bij appels gappen ergens,
waar onverwachts een kwaaie
kerel zo bijzonder boos en
dreigend aankwam, dat ik me
doodschrok, heel bang werd en
in m'n broek piste. Ik krijg
nog een rooie kop als ik het
een halve eeuw later vertel…
Nadien heb ik nog een paar
keer momenten van plotselinge
doodsangst beleefd bij acuut
groot gevaar, in het verkeer
en in het wild, wegzakkend in
verraderlijk moeras. Daarom
snap ik wat het betekent dat
'je haren te berge rijzen', je
haar gaat inderdaad recht
overend staan op je hele lijf,
je huid tintelt, het
angstzweet breekt je uit en
iemand die het zag gebeuren
vertelde dat ik ogen als
schoteltjes kreeg: de wijde
angstogen uit de literatuur.
Angst kan twee effecten
opleveren in je benen. Het ene
is: je wordt slap en staat
'als verland' en kunt dan ook
niet vluchten. Het andere is
'denken met je benen' en zeer
snel vluchten.
Angst
is een fundamentele
gemoedsaandoening als reactie
op van buitenaf komend gevaar
of bedreiging. Dat dreigend
onheil of gevaar kan reëel
zijn, maar je kun het je ook
verbeelden. Toch word je dan
bang. Je kunt ook bang worden
als er een sluipende
bedreiging opdoemt, die je
bestaan raakt. Je kunt dan
zelfs gek van angst worden.
Angst zelf heeft geen inhoud,
het is een gevoel van
beklemming en vrees. Mensen
reageren instinctief bij
angst, net als dieren, wat je
merkt aan je lichaam. Een
bepaald deel van je hersenen
zet je lijf tot reactie aan,
voor -wat de Britten noemen-
'to fight or flight': Ga je
het gevaar te lijf of maak je
dat je wegkomt. Je ademt gaat
sneller, je pompt meer
zuurstof naar binnen - je
krijgt angstogen met die wijde
pupillen,
je zicht wordt scherper
- het angstzweet breekt uit,
je lichaam wordt beter gekoeld
voor actie, je hart bonkt als
een gek, er wordt extra bloed
naar je spieren gestuurd: 'to
fight or flight'.
Daarnaast heb je die
paar andere verschijnselen,
die ik noemde.
Bij
sommige psychische stoornissen
komen angsten veelvuldig voor.
Ook gebeurt het dat mensen
angst als een
voortdurende druk ervaren of
dat ze angstaanvallen krijgen.
Ook als er geen duidelijke
aanleiding is, hebben sommigen
last van paniekaanvallen. Vaak
vergezeld van hyperventilatie.
Dan heb je het over
angststoornissen, waar je voor
behandeld kunt worden. Bijna
elke angststoornis kan
tegenwoordig verholpen worden,
want er zijn therapieën
genoeg. Angst is niet van
vandaag of gisteren - het
bestaat al zolang er mensen op
aarde rondlopen.
Daarom
vragen we ook gewoon 'Ben jij
ook zo bang?', met Toontje
Lager.
Angst
& vrees als middel tot
controle en onderdrukking
Toontje
Lager met de vraag 'Ben jij
ook zo bang?
Een algemene èn goede
vraag, want bang zijn is op
zich een normaal verschijnsel.
Iedereen is wel eens bang. Je
kunt dus ook mensen bang maken.
Officieel gezegd: je kunt
anderen vrees inboezemen en
heel direct gezegd: je kunt
anderen ook angst aanjagen.
Kijk, en dan wordt minder, dan
wordt angst een middel tot
repressie. Onderdrukking door
angst op te wekken komt vaker
voor dan je denkt.
Mensen
bang maken, mensen onder druk
zetten door hen vrees aan te
jagen, is een standaardmethode
om de wind er onder te houden
in dictaturen en bij strenge
religies. Mensen die bang
zijn, die ook geïntimideerd
worden door geweld of door
dreigingen, roeren zich niet.
Ze worden tam en volgzaam; ze
zijn als de dood dat er iets
verkeerd gaat - tot de dood er
op volgt, of verdwijning van
hen of van familieleden. In
zulke landen en culturen wordt
angst als een middel aangewend
om de macht te houden om de
macht te gebruiken. In zulke
culturen komt ook het
verklikkersysteem, het
aangeven van een buurman om je
eigen hachje te redden, tot
bloei. Kinderen moeten hun
ouders gaan controleren en op
school of op de jeugdclub aan
de leiding vertellen, wat er
thuis niet volgens de
opgelegde regels gaat. Het
kwam voor in totalitaire
regimes, in landen met zowel
een fascistische als
communistische dictatuur. In
culturen waarin iedereen
ondergeschikt is aan de staat.
Ook
bij geloofsculturen waarin je
je moet richten naar de
regelgevers, die zich in
dienst van de hogere macht
stellen, heb je dat
verschijnsel. Zij bepalen wat
hoort, wat mag en niet mag en
dreigen met hel en verdoemenis
als het niet goed gaat. Vaak
zijn er zelfs straffen in dit
leven en niet alléén maar in
het hiernamaals. Iedereen kent
wel mensen in zijn omgeving,
die heel streng orthodox zijn
opgevoed en daarna een
levenlang onder de knoet van
de angst zitten, dat ze
zondigen tegen de leer. Oók
als ze die leer al lang
losgelaten hebben…
Mensen
bewust een beetje bang maken,
kan ook door subtiele, niet
uitgesproken
intimidatie. In de NRC
van gisteren las ik twee mooie
voorbeelden. 't Ene ging over
het gemeentehuis van
Rotterdam, waar men worstelt
met de declaratiecultuur van
de vorige burgemeester Peper.
Citaat: "De
accountantsdienst van
Rotterdam deinsde er voor
terug om in het openbaar te
wijzen op de slechte
administratieve
verantwoording" van die
Peper-uitgaven. Er heerste een
soort 'koudwatervrees', aldus
de rapportage. Een vorm van
angstige terughoudendheid, die
controle op mogelijke
uitwassen of overdadig
machtsgebruik verhindert. Als
je maar angsthaasjes kweekt,
kan dat.
Een
ander voorbeeld, uit dezelfde
krant. Het gaat over voetbal
Belgie - Nederland, over hun
voetbalstadions. Citaat :
"Met knikkende knieën
hebben zich in de loop der
jaren vijandelijke elftallen
gemeld, bevreesd voor
stormlopen van de thuisploeg.
Met name in het stadion 'de
Bosuil' van Antwerpen, waar
het Belgische nationale elftal
vaak tekeer ging onder de naam
de Rode Duivels. Het stadion
werd daarom de Hel van Deurne
genoemd'. En ook hier weer een
vorm van intimidatie, van
bangmakerij, door de naam en
de reputatie.
Het
komt altijd en overal voor en
wel héél veel als er een
'boeman' wordt opgevoerd om bang voor te wezen. Luister naar het
befaamde lied 'Wie is er bang
van de bullebak?' uit de
TV-serie Ja Zuster, Nee
Zuster).
‘Bang
zijn voor'
in soorten maten - een
verkenning
Tja,
u hoorde het: 'Wie Is Er Bang
Van De Bullebak' uit de
TV-serie Ja Zuster, Nee
Zuster. We hebben het nog
steeds over het thema 'In
Angst & Beven' en
het wordt tijd dat we
wat specifieke angsten
bespreken. We weten wat angst
is en ook dat angst op zich
geen inhoud heeft. Het maakt
voor je lichaam, dat gewoon
biologisch reageert, geen spat
uit wáár je bang voor bent.
Je krijgt gewoon de kriebels,
het angstzweet breekt je uit ,
je hebt klamme klauwen en al
die andere dingen, die we tien
minuten geleden op een rijtje
zetten.
Eerst
nog het verschil tussen gewoon
ergens bang voor zijn en een
angststoornis. Het laatste kan
uitgroeien tot een fobie.
Bijvoorbeeld doordat
onverwachte angstaanvallen je
onzeker hebben gemaakt. Dan
ontwikkel je vrees voor
angstaanvallen en probeert
situaties te vermijden, waarin
dat -misschien- weer kan
optreden. Je leven wordt dan
op een zeker moment ook
bepaald door alle kuren, die
je moet uithalen om die
angsten te vermijden. En
nogmaals: het komt geregeld
voor en je kunt daar wat aan
laten doen. In Nederland heeft
vijf tot dertien procent van
de bevolking wel eens een
angst- of paniekaanval.
Artsen, psychologen en ander
volk die er kijk op hebben,
zeggen dat je je d'r niet voor
hoeft te schamen. Hun
aanbeveling luidt om alert te
zijn op aankomende
angststoornissen en fobieën
en óók, om niet toe te geven
aan de angst. Hij wordt er
maar alleen groter door.
Hoe
je aan hevige angsten komt, is
nog niet opgehelderd. Men
neemt aan dat het een
combinatie is van aangeleerd
gedrag en persoonlijkheid.
Angststoornissen komen bij
vrouwen iets meer voor dan bij
mannen. In elk geval moeten
beide geslachten leren met
angst om te gaan en paniek te
vermijden, als ze als
professional in
stress-situaties terechtkomen.
Er zijn trainingen voor, om in
noodgevallen waarin je -
automatisch eigenlijk- stikt
van angst en vrees, toch de
kop koel te houden en de goede
maatregelen te treffen.
Wat
kan er aan de hand zijn bij
angsten en fobieën? Een
overzichtje maar even. Als je
bevangen wordt door angst voor
één dingetje, dan gaat het
om een enkelvoudige fobie. Is
er meer aan de hand, zodat je
bang bent in gezelschap, door
angst om te gaan blozen, angst
om aangesproken te worden of
angst om tekort te schieten,
dan heb je het over sociale
fobieën. Hierbij bestaat
vrees voor nieuwe contacten of
om activiteiten uit te voeren.
Als fobie, als angststoornis
dus, komt geregeld de plein-
en straatvrees voor, zodat
iemand bijna niet meer naar
buiten durft. Ook niet om
boodschappen te doen. Dan ben
je goed de pineut, omdat je
slachtoffer wordt van je eigen
angsten. En dan kun je 't
beste steun zoeken om er van
af te komen - of er mee te
leren leven. Het is
tegenwoordig niet 'gek' meer
om uit te komen voor
ingrijpende angsten. D'r kan
wat aan gedaan worden, maar
dat hadden we al eens gezegd.
Er
zijn natuurlijk gewone angsten
en bangigheidjes zat. Kleine
kinderen kennen vrijwel geen
angst omdat dat geen
aangeboren verschijnsel is,
maar de angst om verlaten te
worden is wel groot bij de
hele kleintjes. Dat merkt je
vanzelf wel, want ze brullen
moord en brand als het die
kant op lijkt te gaan. Bij
grote mensen is het
interessante onderneming om
eens rond te vragen waar
iedereen 'gewoon' bang voor
is. Ik doe dat rondje zo in
mijn familie en daarna draaien
we een echt eng lied van Harry
Jekkers, de Kinderverslinder.
Harry
Jekkers met de
Kinderverslinder - nou was dat
eng of niet? Ja, daar was ik
al bang voor: weer een stel
luisteraars minder, met de
schrik in de benen. U hoorde
in het rondje daarvoor wat de
familie alzo aan bangigheden
kende. Van motvlinders,
spinnen en duimstok tot 'de
grote handen van mijn vader'.
Hoe verzint zo'n jongen het!
Nouja, hij is inmiddels zelf
vader, dus komen bij hem de
handen ook wel en keer uit de
mouwen. Gelukkig is er een
neef die nergens bang voor is
- zegt hij. Tja, dat ook
gebeuren … maar, als we heel
diep in dat hart en die ziel
kunnen kijken, dan ontwaren we
een restje oeroude primitieve
angsten, die elk mens kent.
Alleen hij hoeft ze niet te
hebben. Ik bedoel, je hoeft
zelf niet ergens bevreesd voor
te zijn om te weten dat die
angsten bestaan.
Het
zijn fundamentele zaken, die
je raken en waar je je toch
zorgen om maakt. Een hele
bekende en hele algemene vrees
is de 'angst voor het
onbekende'. Je weet immers
niet wat je te wachten staat?
En als je een soepele fantasie
hebt, kun je de gekste dingen
bedenken hoe iets verkeerd kan
gaan. Wat natuurlijk helemaal
niet hoeft.
Het recente
februari-nummer van
Psychologie-Magazine
heeft een artikel over de
angst voor de Islam in
Nederland. Het mohammedaanse
geloof is de tweede godsdienst
in Nederland geworden en
sommigen vrezen nu
overheersing door de Islam.
Die vrees is gebaseerd op
onjuiste aannames en hoort bij
de angsten voor het onbekende.
Want wat zijn de feiten? Op de
15,8 miljoen mensen in
Nederland zijn er maar 600.000
gelovig islamiet. Waarom is de
Islam dan de tweede godsdienst
geworden in ons land? Onder
meer omdat de traditionele
kerken leeglopen en er
zodoende steeds minder
christenen meegeteld worden.
Er treedt nog iets op dat die
angst ongegrond maakt: bij de
mohammedaanse jongeren treedt
ook ontkerkelijking op. Werd
van de eerste generatie
mohammedanen in Nederland maar
10% niet gelovig, de jeugd van
de tweede generatie keert de
Islam vaker de rug toe, omdat
ze bijvoorbeeld ook westers
willen leven. Het percentage
niet-gelovigen is nu
verdubbeld tot 22%.
In
die richting zit nu ook het
gebrek aan vertrouwen in de
toekomst, waarbij men de angst
voor het onbekende laat
versterken door negatieve
kwesties in de huidige
maatschappij. Uit een
onderzoek in 1998 bleek dat
Nederland een volk van
zwartkijkers is, want (citaat)
"De respondenten hebben
er aanzienlijk meer moeite mee
om spontaan enkele positieve
ontwikkelingen in de
samenleving te benoemen, dan
om negatieve ontwikkelingen te
benoemen". Elf procent
van de ondervraagden had het
zelfs over een
oorlogsdreiging, die men
vreesde.
Dat
laatste slaat ook op een
andere oude angst, namelijk de
fundamentele angst voor geweld
en verlies van dierbaren.
Hierbij zit ook de vrees voor
ziekte en dood, die algemeen
is. Bang zijn voor ziekte,
aftakeling en de dood is een
typische moderne angst
geworden. Iedereen wil zo lang
mogelijk mooi en gezond
blijven en dan zonder pijn en
lang lijden, keurig en
beschaafd sterven.
De dood is wat uit het
zicht geraakt in deze
maatschappij, terwijl een
halve eeuw geleden een
begrafenis van huis-uit
normaal was. Als kind wist je
dat mensen een keer dood gaan,
je zag de lakens voor de ramen
gehangen worden, je zag
rouwbanden dragen en je zag
hoe spiegels ook afgedekt
werden. Doodgaan was niet iets
wat achteraf, in een apart
gebouw, gebeurde. Je stond
erbij en je keek ernaar. Met
respect, niet angstig.
Nog
vroeger, was de dood direct
aanwezig. Door slechte
hygiëne, slechte voeding,
lang en zwaar werk en algemeen
gebrek aan
gezondheidszorg, haalde de
helft van de kinderen de
leeftijd van twintig jaar
niet. Men moest toen domweg
veel kinderen baren, om er nog
genoeg van over te houden. Men
vreesde de dood, maar men was
er niet bang voor tot in het
ongerijmde, omdat men met de
dood had leren leven. Het was
de zekerheid van het leven.
Een
bangmakerij is volstrekt
hetzelfde gebleven, door de
hele historie heen - de angst
voor de grote boeman. Daarom
laten we nu een oud nummer van
Harry Belafonte horen: Mama,
Look a BooBoo.
Bang
zijn voor de natuur: dieren,
beesten en bossen
Het
gaat vaak om gewone
bangmakerij, wat Harry
Belafonte bezong in Mama,
look: a Booboo!
My daddy can't look
ugly so - zó'n lelijkerd kan
mijn vader niet wezen. Je zal
maar pech hebben met zo'n
schrikbrenger in huis.
Bij
angst gaat het vaak om
bangmakerij. Dat kan gebeuren
door een vervelende ervaring,
waardoor je hevig schrikt, of
door een ander, die je angst
bijbrengt. In de reclame en in
de voorlichting probeert men
het steeds weer. Door de
angstemotie op te wekken, wil
men het gedrag van mensen
veranderen (voorbeelden: de
laatste vuurwerkcampagne en de
doodskopborden over alcohol
langs de snelwegen). De
ervaring leert dat dit effect
altijd tijdelijk is. Zodra het
gevaar of de acute aanleiding
voorbij is, werkt het effect
niet meer. Met angst overtuig
je mensen niet bestendig, maar
dat weten didactici wel - en
politici en voorlichters
willen dat liever niet weten.
Op TV is Greenpeace nu bezig
met een angstreclame over het
warmer worden van de aarde,
met afkalvend ijs aan de pool.
Ze vertellen er niet bij, dat
in dat geval de aardappels
voor de consument in Nederland
goedkoper kunnen worden.
We
zijn bij de natuur aanbeland
en dat betekent bang zijn -of
niet bang zijn- voor enge en
niet-enge dieren. Motvlinders,
nachtvlinders en spinnen
hebben we al gehoord, maar ook
amfibieën en reptielen als
kikkers, padden, hagedissen en
slangen kennen een club van
dierhaters. Het koude beest,
het onbewegelijke oog, de
slijmerige huid en de
spookverhalen over gif inde
huid en gif in de bek doen
deze dieren geen goed.
Motvlinders, nachtvlinders en
andere fladderbeesten worden
angstig gevonden omdat ze vaak
onvoorspelbaar, raar
vlieggedrag vertonen. Dat
geldt ook voor de vleermuizen
en de uilen, die geruisloos
vliegen en die ook nog in het
donker actief zijn.
Hier
raak je weer het bijgeloof,
dat dieren in de nacht de
duivel en ander ontuig
toebehoren. Bij de vleermuizen
heb je ook een import-angst
uit vakantiegebieden als Italië
en Spanje. De ietwat meer
primitief aangelegde bevolking
beweert dat die enge beesten
in je haar vliegen en dat
verstrikt raken en er niet
meer uitkunnen. Ik heb
verstandige mensen uit
Paterswolde hierover de
grootste onzin horen
uitkramen, nadat ze
terugkwamen van het Lago
Maggiore of zo. Tot overmaat
van ramp voor die beesten
hebben ze familie die in de
tropen vliegen, en vruchten en
ander vocht opzuigen, de
vampiers. Nou, alleen de
gedachte al geeft menigeen
extra griebels over de
grabbels.
Ook
voor sommige vogels bestaat
angst. Vooral toen de film
'The Birds' van Hitchcock in
omloop ging. Elke kraai, elke
meeuw werd met angstogen
bekeken, want de horrorfilm
met aanvallende legers vogels
had veel mensen goed bang
gemaakt. In broedkolonies
duiken verstoorde boze meeuwen
inderdaad op de koppen van
indringende mensen af. Maar
kenners hebben een hoge stok
bij zich, of zetten een
bouwhelm op - en dat is genoeg
tegen de koppensnellerij van
boze vogels. Zwarte vogels als
kraaien en eksters hadden een
kwalijke rol in het bijgeloof,
zodat men daarom soms bang
was. Ouderwetse boeren hebben
ook nú nog het idee dat ze er
goed aan doen, om een dode
kraai of roek aan stok op de
bult kuilvoer te hangen. En
een halve eeuw geleden heb ik
gezien, dat een klein boertje
een dode uil aan de schuurdeur
gespijkerd had -als afweer
tegen onheil. Een
angsthandeling uit bijgeloof.
Angst
voor dieren kun je te boven
komen. Ik zal de naam niet
noemen, maar ik ken iemand uit
onze omgeving die ooit boven
op een stoel klom, toen een
kikker binnenshuis rondsprong.
Nu heeft hij een vijver en
geniet van alles wat in
rondzwemt, en erin en eruit
springt!
Er
zijn echter onverwacht
gevaarlijke dieren, die je
maar zelden meemaakt. Maar áls
je ze tegenkomt - wegwezen!
Ik laat u twee nummers
horen over zulke wilde
beesten. Luister en huiver bij
'het Jagerslied' van Hans
Dorresteyn en bij 'het
Roofschaap', door Joost
Prinsen.
Bang
zijn voor speciale die
ren: wolven
Nou,
zeg niet dat u niet
gewaarschuwd bent voor de
wilde dieren, zoals Hans
Dorresteyn bezong in het
Jagerslied en voor het
allesverscheurend Roofschaap
van Joost Prinsen
Ook met een tekst van
Dorresteyn trouwens.
Het
gekke is dat de moderne
westerse mens eigenlijk geen
echte angst voor in het wild
levende dieren meer kent. Van
de televisie weten ze dat het
aaibare beesten zijn, en in de
dierentuin zijn ze eigenlijk
ook wel lief.
In grote nationale
parken en wildparken ontstaan
daardoor steeds vaker
problemen.
Het respect en ontzag
voor wilde beesten is er niet
meer. Dus stapt men uit de
auto, of steekt een vinger
door het gaas om een leeuw of
tijger te aaien. Jammer dan,
want dat beest hapt echt wel
door. Laatst in Emmen nog met
de tijger, die wel vingers
lustte. In Amerikaanse
nationale parken gaan mensen
de schattige chipmunks aaien,
maar die beestjes bijten echt.
En wat erger is, ze brengen
levensgevaarlijke ziekten
over. Waar je afstand moet
bewaren uit gezonde vrees,
gebeurt het niet. Ook beren
maken zo slachtoffers bij
parkeerplaatsen en op
campings. Een omgekeerde
wereld.
In
feite is dat ook zo met de
wolven. In de 18de
eeuw zijn ze in onze streken
uitgeroeid. Ze komen nog voor
in Scandinavië en in Midden-
en Oost-Europa, terwijl ze
weer worden uitgezet in ruige
gebergten waar ze een bestaan
kunnen vinden. Gewoon als wild
dier, dat daar in de natuur
thuishoort. Wolven zijn overal
beschermde dieren, maar ze
worden toch verguisd en
vervloekt - en dus ook
geregeld 'zogenaamd per
ongeluk' doodgeschoten. Dat
gebeurde in Zuidwest-Amerika
ook bij een zeldzaam soort
wolf. Toevallig de moeder van
het eerste welpje, dat na
vijftig jaar weer in 't wild
geboren was. De regering
loofde (in 1998) een beloning
van $ 10.000 dollar uit om de
moordenaar-jager op te sporen.
In Europa komt de grootste
tegenstand van de
schapenboeren. Zij
verhinderden het uitzetten van
wolven in een groot Frans
natuurreservaat. Er zit een
geweldige angst voor wolven,
ook bij mensen die niets te
duchten hebben. Zij lijden aan
het 'Roodkapje en de boze
wolf'- syndroom.
Wat
is het geval? Wolven zijn
prachtige dieren, die niet
alleen volgens hun instinct
leven. Een wolf gaat berekend
te werk, ze werken samen in
groepen om prooi te
bemachtigen. Wolven zijn goede
opvoeders, de welpen hebben
een lange, beschermde
kindertijd, met veel spel..
Wolven kunnen ook
'verwilderde' kinderen
beschermen en opvoeden,
waarvan gedocumenteerde
gevallen bekend zijn. De
stichters van Rome zijn
volgens de mythe ook
grootgebracht door wolven.
Tot
in de 13de eeuw
koesterde men in Europa
respect voor de wolf. De adel
en de kerkelijke leiders
jaagden op wolven, omdat ze
'goed partij boden'. De wolf
was slim, moedig en sterk.
Daardoor kwamen dappere
voornamen en familienamen als
Wolf en Lupo in gebruik. Pas
veel later, toen de meeste
wildernis verdween en alles
landbouwgrond werd, raakte de
wolf zijn leefruimte kwijt en
schakelde over op voorhanden
zijnd voer bij afgelegen
boerderijen en in
krakkemikkige dorpjes. Mede
onder invloed van middeleeuwse
christelijke legendes raakte
de wolf uit de gratie. Het
lammetje (het lam Gods) was
het nu goede beest en de wolf
werd de bloeddorstige rover.
Dat beeld is gemeengoed
geworden in sprookjes en
verhalen. Iedereen kent het,
iedereen krijgt dat beeld
ingeprent en weet 'dus' dat je
bang moet zijn. En de wolf is
nu slachtoffer geworden. Wel
beschermd, maar eeuwig
verdoemd in de harten van de
mensen.
Er
is maar een wolfachtige, waar
je vrees voor moet hebben en
dat is de kruising tussen wolf
en hond.
Een soort hybride-wolf,
die door zogenaamde
liefhebbers als huisdier
gehouden wordt. In België
worden ze verhandeld.
Inmiddels is gebleken dat dit
type hond
een slecht huisdier is
en altijd onberekenbaar
blijft. Als er een kind
wordt aangevreten, is het
altijd door zo'n hybride-hond
in de bewoonde wereld.
Voor
de gewone wolf in het wild
hoeft niemand hier angst te
hebben. En de gevaren van
Roodkapje zijn al heel anders
geworden. Luister maar naar
Pater Moeskroen met Wie is d'r
Bang?
Bang
zijn voor duisternis, kometen,
bliksem en donder?
En
u hoorde hoe de gevaren voor
Roodkapje ook al
gemoderniseerd zijn, door de
groep Pater Moeskroen.
De stad is vol gevaren
en ze heeft een hoop gezeur
aan de kop. In het bos was het
beter, zegt ze. Er zijn mensen
die wel bang zijn in het bos.
Jaren geleden, bij een ander
radioprogramma vroegen we de
luisteraars om door te geven
wat hun angsten waren. Ik
herinner me een mevrouw uit
Zuidoost-Drenthe, die boeiend
kon vertellen wanneer ze bang
werd in het bos. In elk
bos. Zodra de bomen dicht op
elkaar stonden en er geen
stukje hemel meer te zien was,
kreeg ze het benauwd. Gillend
rende ze het bos dan weer uit.
Voor vreemde geluiden in een
vreemd bos was ze niet bang.
En dat heb ik wel meegemaakt
bij een natuurkamp voor
jongeren. Stadskinderen
stonden in het donkere bos
stijf van angst, bij elke
krakende tak of gefladder van
een vogel die ging verzitten
in z'n slaap.
De
natuur zit vol wonderbare
toestanden, waar je zowel bang
voor kunt zijn, als volop van
kunt genieten. Het hangt er
maar vanaf hoe het kwartje is
gevallen. Als kind was ik
ontzettend bang in donker.
Onze WC was buitenshuis, dus
met de ogen dicht hard naar de
plee rennen en de deur heel
stevig dicht doen. Op een
gegeven moment moest ik langer
in het donker wachten en toen
zag ik pas hoe schitterend een
heldere sterrenhemel was. En
daar geniet ik nog steeds van.
De angst voor donker is
voorgoed verdwenen. Ik kan
anderen daarmee ook over de
angst voor de duisternis
heentillen, op een aangename
nachtwandeling bij het licht
van maan en sterren. Maar een
stormachtige donkere nacht,
zoals afgelopen nacht heeft
eveneens zijn bekoring.
In
1998 zagen we de komeet
Hale-Bopp een tijd aan de
hemel staan. Wij vonden het
mooi en genoten van de aanblik
van komeet met staart, maar
vroeger overviel de mensen een
hevige angst. Men zag er
voorspellingen in, die niets
goed beloofden. Op het Tapijt
van Bayeux staat ook zo'n
schrikbarend tafereel
afgebeeld. De koning hoort dan
de nederlaag voorspellen. In
99% van de gevallen zag men in
kometen een voorbode van
veranderingen. Dus waren het
angstaanjagende
verschijnselen. Van diverse
Afrikaanse volkeren is bekend
welke betekenis ze aan kometen
gaven: de Massai zagen een
hongersnood opdoemen, de
Zoeloes meenden een oorlog in
het verschiet te zien, de
Eghab (in Nigeria) zagen de
voorbode van epidemieën, net
als de Djagga (Oostafrika) die
pokken en andere ernstige
ziekten verwachtten. Bij de
Luba in Midden-Afrika
betekende de verschijning van
een komeet de dood van een
hoofdman.
Zwaar
weer, storm en vooral donder
en bliksem spraken en spreken
tot de verbeelding van mensen.
Men zag er goddelijke tekens
en vooral waarschuwingen in.
De goden slingerden de bliksem
naar de aarde, de goddelijke
karren donderden door de
wolken. Bij onweer was het
niet pluis en de wereld barst
dan ook van afweertekens en
bezweringsformules tegen
onweer, donder en bliksem.
Daar zit een heel verhaal in.
Daarom komt in de maand juli
een hele aflevering van dit
programma over deze fenomenen.
Vandaag houden we het op een
Frans verhaal van een
buurvrouw die bang voor onweer
is en dan komt schuilen bij de
buurman. Tot beider genoegen.
U hoort George Brassens met
L'Orage.
Bang
zijn voor 'de rest' -o.a.
vliegangst, hoogtevrees en
faalangst
Het
onweer, L'Orage, door George
Brassens, een geluid uit de
jaren zestig. Maar ja, angsten
en hun remedies zijn van alle
tijden. We pakken er in de
laatste paar minuten nog
enkele bij de kop. Een mooie
is de angst voor boze machten
of de duivel, die onverhoeds
probeert bezit te nemen van je
lichaam, als je hem de kans
geeft. Die kans komt als je je
mond wijd openzet. Daarom
sloegen bijgelovige Ierse
moeders de hand voor de mond
van hun kindje, als-tie
gaapte. Wij doen dat omreden
van wellevendheid, maar de
oorsprong van die
hand-voor-de-mond is
de angst voor de
duivel.
Als
je je schaduw verliest, raak
je je ziel kwijt en dan moet
je als een soort zombie eeuwig
door de kosmos zwieren. Aldus
een oud bijgeloof. Er zijn nog
steeds mensen bang voor hun
schaduw, omdat hij eigenzinnig
met je meegaat, maar ook omdat
je hem -wie weet- misschien
kwijt raakt. Die rampgedachte
beneemt hen de adem.
Ja
en dan nog de hoogtevrees, een
vervelende angst die je vaak
parten kan spelen; 18-30% van
de bevolking heeft er last
van. Bergbeklimmers en
bergjagers in Oostenrijk waren
bang dat ze werden overvallen
door duizelingen, die funest
konden zijn. Als afweermiddel
aten ze het vlees en de
hersens van eekhoorntjes. Ze
meenden dat dat hen kon
behoeden voor
'Schwindeligkeiten'.
Vliegangst
is lastig, als je vliegen
moet. Dennis Bergkamp is daar
het bekendste voorbeeld van.
Hij durft nog steeds niet te
vliegen. Onderzoek heeft
uitgewezen dat vliegangst
meestal samengaat met andere
vrezen. De vier belangrijkste
deelangsten die vliegangst
oproepen, bleken te zijn:
hoogtevrees, claustrofobie,
angst voor controleverlies en
angst voor een ongeval. Als
vijfde, in mindere mate, de
sociale fobie: de angst om
naast vreemde mensen te moeten
zitten. Als je de
achtergronden weet, is het een
stuk eenvoudiger om die
vliegangst op zich kwijt te
raken.
Luchtvaartmaatschappijen weten
er vaak wat meer over.
We
komen aan onszelf toe. Dat wil
zeggen wij werken aan, en in
een live-uitzending en dat
betekent een bonkend hartje -
vooral in het begin, enige
vlinders in de buik vóór het
begin en een droge keel als je
wat moet zeggen. Er zit gewoon
een behoorlijke spanning in
een live-uitzending, maar wij,
de presentator en de
technicus, kunnen beter geen
last hebben van faalangst.
Want dan krijg je kaakklem,
koud zweet, klamme handen,
rare trillingen en nog veel
meer. Alsof de duvel er mee
speelt, gebeurt er dan wat.
Ja
dat bedoel ik. U hoort hem:
'Up Jumped the Devil'
door Gabe Chen.|
Afsluiting,
afkondiging
En
terwijl Up Jumped the Devil
doorklinkt, is dit het einde
van de uitzending gewijd aan
het thema 'In Angst &
Beven, een nieuwe eeuw met
oude angsten'. Productie,
samenstelling en presentatie
deed Jan Tuttel, met Peter
Huitsingh als handvaste
technicus.
Bij de muziekkeuze
assisteerden Henri Kremer,
Bart Nijstad, Han R. Tuttel,
Roel Boerma en Nanda van den
Berg.
Op
de laatste zondag van februari
is dit programma er weer.
Alles speelt zich dan af rond
het thema 'Schrikkelen, tijden
& kalenders". Bedankt
voor het luisteren en tot
volgende keer.
Maar,
blijft aan uw toestel. Na het
nieuws komt Huub Bremmers met
zeer beluisterenswaardige
muziek.
Dag.
En niet bang zijn.
|