Goeiemiddag;
laatste zondag in de maand
alweer en meteen ook de eerste
zondag in de officiële lente.
Die begon afgelopen maandag,
maar het gaat nu héél rap.
Vandaag is de zomertijd al
ingegaan. Het is daarom de
hoogste tijd dat 'het
winterhaor der of geet'.
Waarom? Gewoon - dat hoort zo,
al sinds mensenheugenis
ongeveer.
De bos haar òp en om
de kop kan nu wel wat minder.
Het wordt wat ander weer en
zodoende… Tegelijkertijd
heeft die uitdrukking ingang
gevonden bij het werk in de
tuin: in het voorjaar 'kan
daor het winterhaor der ok wal
of'. Dood materiaal wat in de
winter is blijven, staan kan weggehaald worden. Het jonge groen is nu weer aan de beurt.
Wij
houden het vandaag maar op het
haar dat op mensen groeit,
want daar hebben we onze
handen al vol aan. Het thema
hoef je d'r niet 'met de haren
bij te slepen', om maar even
één van de vele
uitdrukkingen en gezegden over
haren, snorren, knevels,
baarden en krullen van stal te
halen. Haren en haargroei en
alles wat erbij hoort, houden
de mensheid al eeuwenlang
bezig. Het gaat dan om het
soort haar, de kleur haar,
teveel of te weinig haar, haar
op ongewenste plaatsen of de
wijze waarop je je haar
draagt. Er zijn ook ontzettend
veel middelen om wat aan je
haar te doen. Ik heb straks
wat oude kruidenrecepten voor
u. Of het helpt is onbekend,
maar het lijkt soms wel wat op
hogere toverkunst.
Daar
komt nog bij dat de haren ook
een rol spelen in geloof en
bijgeloof. Je merkt dat aan
verhalen in de bijbel, maar
ook aan de hoeveelheid
gezegden en spreekwoorden.
Zelfs afgesneden of afgeknipt
haar telt nog mee - als je
geloof je tenminste toestaat
om je haar af te laten
snijden. We komen er straks
nog over te spreken wat haar
al niet kan betekenen.
Trouwens,
nog niet zo lang geleden kwam
afgeknipt haar nog in het
nieuws als middel om vossen
weg te jagen. In Beilen (meen
ik) gebruikte men mensenhaar
om dat rond een dierenverblijf
te strooien. Op die manier
voorkwamen ze dat vossen
kuikens en ander klein grut
wegplukten. Zou rood haar
eigenlijk extra helpen?
Je
kunt ook kijken naar de
technieken van haarverzorging
en het haarsnijden. Het vak
van barbier, haarsnijder of
kapper is behoorlijk
uitgebreid in de loop der
eeuwen. Haarmode of
hairstyling is dan ook van
alle tijden. Zowel bij de
dames als de heren vormt het
haar onderdeel van de
modedracht. Een uur is te kort
om een overzicht te geven van
wat men op of aan het hoofd
droeg. Het is zo gek geweest,
dat men zich de kop kaal liet
scheren om maar met een
uitbundige, modebewuste pruik
voor de dag te kunnen komen.
In de geschiedenis is daar
zelfs een periode naar
genoemd: de Pruikentijd, het
stijltijdperk in het laatste
deel van de 18de en
't eerste deel van de 19de
eeuw. Het heeft later een
bijbetekenis gekregen van
'gebrek aan geestkracht en van
onnatuurlijke gemaaktheid.'.
Maar dat is achteraf bekeken.
Toen was het dik in de mode!
Nou,
u kent de modebeelden van de
vorige eeuw nog wel: van
paardestaart en ponykopje tot
vetkuiven en hanekammen,
bijvoorbeeld. Mannen hebben er
dan nog een modepatroon bij:
de baard- en snorrenmode.
Naast de kopzorg, de
knevelzorg, zeg maar.
Is
er nog meer over haar te
vertellen? Ja, de technische
kant van het verhaal is er
nog. Dat varieert van de
gereedschappen van de
haarsnijders en de
haistylisten tot het gebruik
van een bundeltje mensenhaar
in instrumenten. We zullen de
scheertechniek wat
uitgebreider bekijken, want er
is scheergerei gevonden van
vele duizenden jaren terug.
Die gevonden mesjes waren nog
haarscherp ook! Scheergerei
wordt trouwens door mannen en
vrouwen gebruikt, maar als
mannen hun benen scheren zit
er weer een apart verhaal
achter.
U
begrijpt het al, in krap een
uur tijd wordt u geknipt en
geschoren - het winterhaar
gaat er af. Per radio in dit
geval en dat zonder 'een bek
als een scheermes'. We
beginnen wel met een
afschrikwekkend modebeeld van
Julia, waarbij eerst haar
afgrijselijke haar bezongen
wordt en daarna de overige
rampzalige schoonheden.
Luister en huiver bij het
Groot Muziekpakhuiskoor met
het OSM-koor in 'Julia is zo
schoon'.
Het
Groot Muziekpakhuiskoor en
OSM-koor met 'Julia', een
beroemd mens volgend dit oude
kampliedje. In de eerste halve
minuut hoorde u wat er met
heur haar was: kleur vuurrood,
structuur vlas & garen,
maar het kleurde aardig bij de
groene tanden met het gele
randje. Het is een mooie
satire op allerlei
schoonheidsidealen, maar de
volgorde is wel kenmerkend:
eerst het haar en dan de rest
van de mooiigheid.
Het
is vrij logisch, want mensen
hebben ook bijna overal haar.
Biologisch gezien: zoogdieren
hebben bijna overal haar, op
de walvissen na dan. Er zijn
maar een paar plekken waar
nooit enig haar groeit: op de
handpalmen, op de voetzolen,
op de lippen en op de
bovenkant van de laatste
vinger- en teenkootjes. Verder
zit overal wel enig haar en
plaatselijk veel haar. Het
hoort bij de huid. Het eerste
haar is al te vinden bij een
embryo van 4 maanden, dat nog
voor de geboorte op sommige
plekken verandert in dikker en
langer haar, de
kinderbeharing. Biologen
spreken dan van het tweede
haar-kleed (wat je duidelijk
moet uitspreken, merk ik). Het
bestaat uit hoofdhaar en
wenkbrauw- en oogharen Het
derde haarkleed komt in de
puberteit. Dan duikt er van
dat springerig haar op in de
oksels en in de schaamstreek
en de knapen krijgen
baardharen. Het aardige is dat
de stem ook omlaag gaat bij
jongens, wat dan weer 'de
baard in de keel' genoemd
wordt. Het is duidelijk dat
haargroei te maken heeft met
de hormonenhuishouding, want
als je oud en wijs wordt,
verandert de haarkleur weer en
neemt de haargroei af.
Het
is ongelijk verdeeld met het
haar. De een heeft dun en
lichtgekleurd haar, een ander
heeft een dikke bos donker en
krullend haar. Er zijn mannen
die zoveel haar op hun borst
en rug hebben, dat ze op een
beer lijken. Er is zelfs al
verschil tussen de stijve oog-
en wenkbrauwharen en het
dunne, lange hoofdhaar. Het
krullen van het haar heeft te
maken met de doorsnede van 't
haar. Ovale haren krullen
beter dan ronde haren, wat bij
kroeshaar bijvoorbeeld het
geval is. Op zich heeft dat te
maken met een bepaalde
moleculaire opbouw, waar je
niks aan doen kunt.
De
kleur van het haar is een
kwestie van pigment. Het
stukje haar in de huid is nog
kleurloos. De echte kleur komt
pas als de haarcellen worden
blootgesteld aan lucht en
zuurstof.
Bij oudere mensen
verdwijnt het pigment vanzelf
weer en wordt vervangen door
lucht in de haarcellen. Dan
wordt je grijs (en ben je
wijs). Door de toename van het
aantal ouderen, vanwege de
naoorlogse geboortegolf, is de
term vergrijzing ingeburgerd.
Die kleur valt dus niet meer
op, zodat de nieuwe term
verzilvering is.
De
geleerden houden zich aan een
min of meer vaste
kleurindeling: blond, rood,
lichtbruin, donkerbruin,
zwart. Rood is een aparte
kleur en komt bij alle rassen
wel voor. In oude tijden waren
roodharige krijgers berucht,
maar dat kon zowel bij
Schotten, Indianen, Vikingen
als Germanen het geval zijn.
Een kaal hoofd, ook zoiets
opvallends, komt ook bij alle
volkeren en rassen voor.
Zo'n
kaal hoofd is lastig, want je
mist de bescherming van een
haardos. Haar zit er niet voor
niks. Hoofdhaar is een
stootkussen tegen bonken en
botsen, zodat je hersens op de
schedelpan nog een extra
beschermkussentje hebben.
Verder dient hoofdhaar als
isolatiematje, ook weer om je
hersenen te beschermen tegen
temperatuurverschillen. Niet
voor niks doen sommigen er nog
een pet, hoed of zakdoekje bij
op als het flink heet, of koud
is.
Hoelang
houdt je haar het met je uit?
Hoeveel haar hou je vast,
hoeveel valt er uit? Ook daar
hebben de geleerden naar
gekeken. Een hoofdhaar kan het
vier tot zeven jaar op je kop
uithouden. Een ooghaar heeft
een levensduur van ongeveer
100 dagen, zonder gepulk
vanzelf. Per dag verlies je
gemiddeld 50 haren op je
hoofd. Op een gezonde
hoofdhuid is 85% van je haar
in de groei en 15% denk al
weer aan opgeven, dus
uitvallen. We moesten eens
weten waar de haren op ons
hoofd echt aan denken…Och,
laat ook maar waaien, maar dat
kan beter met lang haar, dus:
hier is Catapult met 'Let Your
Hair Hang Down'.
Catapult,
met 'Let Your Hair Hang Down'
en zo is het maar net. Je kunt
er een gordijntje van maken,
maar het lange haar kan ook in
een staartje gebonden worden.
Of in vlechten. Bij
sportwedstrijden hou je de bos
haar in toom met een haarband.
Toch zijn er genoeg knapen en
meiden die lang haar los
dragen en, per jaar
bijvoorbeeld, ontzettend veel
tijd besteden aan het voor de
ogen wegvegen van haar dat het
uitzicht hindert. Tenzij je de
hele voorraad haar opkrult en
in een kunstig bouwsel gaat
dragen.
Er
zijn twee zaken die meespelen
bij hoe je je haar gaat
dragen. Je kiest de haarmode
die je leuk vindt
(of je moet als kind
eerst nog de haarmode dragen
die je ouders leuk vinden), of
je draagt de
voorgeschreven haarmode.
Herstel: je draagt de
voorgeschreven haardracht. Dat
kan 'dwingend'
zijn om twee redenen.
De sociale omgeving eist van
je dat je je aanpast. Een
verschijnsel dat voorkomt bij
actiegroepen, die zich daarmee
onderscheidend opstelt naar de
rest van de samenleving. Ook
een bepaalde modestroming kan
dat toch min of meer dwingend
opleggen, zodat je vrijwillig
meedoet om niet uit de toon te
vallen. Je vindt het leuk, of
niet - en dan tòch - 'tegen
wil en dank'.
De
andere manier van verplichte
haardracht komt voor als er
speciale voorschriften voor
bestaan. Dat is bij grote
bedrijven zo vanwege het
verplichte imago dat
uitgestraald moet worden.
"Big Blue", IBM dus,
had altijd nauwomschreven
kleding- en haarvoorschriften.
Ik kende mijn 'slapie' van de
Luchtmacht-opleiding in Breda
na de militaire dienst niet
terug, toen hij als
IBM-computerverkoper met een
strak koppie en in een
streepjespak langskwam. De KLM
en andere vliegmaatschappijen
hanteren ook een
'uiterlijk'-beleid voor het
cabine- en baliepersoneel.
Mensen die bij het
Disneypretpark-concern werken,
mogen geen
snorren, baarden,
bakkebaarden en lang haar
hebben, tenzij het voor hun
showwerk moet. De Doornroosjes
en Buffalo Bills zijn dus
uitzonderlingen. Het grappige
is dat het personeel daar op
let. Toen ik een keer
'backstage' -achter de
schermen-
rondstekkerde, had men
direct door dat er een
'vreemde' in huis was, met
snor en baard. De
veiligheidsdienst was er heel
snel bij.
Insluipers of snode
journalisten vallen zo direct
door de mand.
Er
zijn ook verplichtingen bij
militaire dienst en bij
brandweer en rampendiensten.
Lang haar en baarden &
snorren worden niet toegestaan
als je bijvoorbeeld moet
werken met persluchtmaskers of
gasmaskers. Zie je daar
indrukwekkende snorren, dan is
het bureauvolk. Een beetje
luchtvaartfan vraagt zich nu
af, hoe die dekselse
oorlogspiloten van de RAF dan
aan die fraaie krulsnorren
kwamen? Simpel: de
gevechtspiloten in de Tweede
Wereldoorlog vlogen niet zó
hoog, dat ze een
zuurstofmasker nodig hadden en
bovendien: hun levenskansen
waren ook weer niet zo
groot… Waarom dan zeuren
over die snorrenmode, waar ze
lol aan beleefden?
De
moderne straaljagervliegers
hebben altijd een helm met
viziermasker op; er kan niet
eens een snor of baard bij in.
Over
helm gesproken, en daarmee
zijn we aan een ander
haardrachtverplichting, in
Engeland kregen de Sikhs
vrijstelling van het dragen
van de verplichte motorhelm.
Pas na veel herrie en gedoe,
want de verkeerswettenmakers
houden niet van
uitzonderingen. Wat was nou
het geval? De Sikhs snijden
hun haren om godsdienstige
redenen nooit af. De
hoeveelheid hoofdhaar wordt op
kunstige wijze onder de
tulband weggewerkt. Bij dat
haar en dat hoofdeksel past
geen motorhelm- en dat hebben
de Sikhs wel moeten bevechten.
Er
zijn meer haardrachten die in
verband staan met de religie.
Kijk op TV maar naar
reportages over Israël, waar
je orthodoxe joden ziet met
baarden en pijpekrullen. Een
kenmerkende dracht voor jong
en oud.
In
de westerse wereld wordt de
haardracht vooral bepaald door
de heersende haarmode. Vaak
hoort daar een hele cultuur
bij, met de eigen muziek. Bij
de volgende muzieknummers weet
u, dat we nu
ruim 40 jaar terug gaan
in de tijd:
'Vetkuifmuziek" met de
nummers ''Ready Teddy en
'Paralyzed' uit 1956 door
Elvis Presley!
U
hoorde de
"vetkuifmuziek" van
Elvis Presley uit 1956, eerst
'Ready Teddy', gevolgd door
'Paralysed'. Een heel tijdperk
met bijbehorend modebeeld
hangt met deze muziek samen.
Haar, kleding, schoen en
sierraden, alles heeft dan met
elkaar te maken. Of het nu
vetkuif-, rasta- of gabbermode
is. In haar boek 'Het Seizoen'
(over modebeelden) heeft
Pauline Terreehorst het over
de eerste watergolf van de
schoolmeisjes vroeger, als
teken van volwassenheid. Begin
jaren zestig stond het eerder
tuttig dan volwassen, maar het
markeerde 'de nieuwe tijd'. De
tijd van met de nieuwste
haardmode willen meedoen.
"In de daaropvolgende
decennia zorgden veranderingen
in het kapsel van jongeren
voor de bitterste ruzies in
menig huisgezin. Lang sluik
haar 'dat in je gezicht valt' bij meisjes en jongens, waarmee zoveel meer werd uitgedrukt
dan modegevoeligheid, werd
heftig bestreden".
Terreehorst
stelt verder dat het na dertig
jaar 'haarrevoluties'( door
Beattles, Stones, hippies,
punks) nu 'verdacht
stil' is rond het hoofd.
Alleen de staart van mannen is
nog in discussie, maar dan
omdat de 'jeugdige rebellie'
moeilijk te rijmen valt met
het reeds grijzend haar... Ze
constateert dat jongens en
meisjes hun uiterste best doen
om er netter gekapt bij te
lopen dan hun ouders. Zelden
ziet ze een liftende punker
'in vol ornaat'.
"Opgestoken haar, netjes
getoupeerd haar, keurige korte
helmpjes, messcherpe
scheidingen in licht golvend
en zachtglanzend mannenhaar
doe je bijna vergeten, dat
vooral de haardracht door
eeuwen heen een voorbode is
geweest van maatschappelijk
veranderingen".
De
mannenstaart zag je zo'n 200
jaar geleden voor het eerst,
zegt ze. Maar: er zijn altijd
religieuze staartjes geweest.
Er waren (zijn?) moslims die
een staartje dragen, omdat ze
geloven daaraan in het uur van
dood naar de hemel te worden
opgetrokken. De lange kwast
aan de fez dient als
vervanging van die haarlok.
Een ander staartje met
historie is de vlecht die de
zeelieden vroeger doegen. Het
was een geteerde haarvlecht,
die bescherming bood tegen
nekslagen van houwdegens bij
man-tot-man gevechten en tegen
vallend spul van tuigage uit
de masten. De slabachtige
kraag van het matrozenuniform
schijnt uit die periode te
dateren, omdat zo'n brede
kraag de kiel beschermde tegen
de smerigheid van die
teervlecht. Tja, en waarom zou
het niet zijn?
In
het Oude Testament werd het
hoofdhaar beschouwd als de
zetel voor het leven, de ziel
en de kracht van de mens. Raak
je je haar kwijt, wat Simsom
overkwam door toedoen van
Delila, dan ben je je kracht
kwijt. Het haar afscheren komt
ook voor bij ontgroeningen en
andere rituele
inwijdingceremonieën. Een
oude gebruik is het afscheren
van haar om aan demonische
krachten te ontkomen, wat bij
sommige religies nog geldt.
Het afscheren is verder zowel
een teken van onderdanigheid,
het haaroffer als symbool van
algehele overgave aan de
godheid (wat gebeurde bij
intredende nonnen en het
tonsuur bij monniken), als van
vernedering en straf (wat
gebeurde bij collaborateurs en
misdadigers). Je kunt
tegenwoordig ook kiezen voor
kaalheid, als teken van
zelfbewustheid. Zoniet, dan
wens je wat anders, zoals
Barry Hughes: 'Ik wil op mijn
kop een kamerbreed tapijt'.
Barry
Hughes in de carnavalskraker 'Ík
wil op mijn kop een kamerbreed
tapijt' en zo blijft er altijd
wat te wensen over. En voor
zowel een kale kop-behandeling
of een haarbehandeling kunt u
bij de kapper terecht. Ook wel
barbier geheten, haarsnijder,
hairstylist en nog veel meer.
Een kapper is een
vertrouwenspersoon, zegt de
beroemde kapper Paul Gehring,
die intussen in Spanje woont.
Hij is tevens trendwatcher,
zodat topkappers naar zijn
shows komen om van hem te
leren. Gehring, Tukker van
geboorte, heeft maar een
beperkte klantenkring, maar
dat zijn dat wel miljonairs en
beroemdheden. Ik citeer uit
zijn lessen: "Onder een
kapsel zit een persoon.
Daarbij hoort mode, make-up,
lifestyle, aandacht,
communicatie, luisteren. Ons
vak is een mix van
creativiteit en techniek
en…. van passie. En
luisteren. Kappers moeten
leren luisteren naar hun
klanten".
En u dacht nog niet
verder dan dat kappers uw haar
wasten en knipten en in de
gewenste vorm, met of zonder
scheiding kamden? Nee dus.
Zoals
Pauline Terreehorst ook zegt:
"Als alle verhoudingen
stuk lopen, is er een die
blijft: die met je kapper.
Haar knippen is een kwestie
van vertrouwen, de relatie
tussen kapper en klant is een
intieme".
Bertus
Aafjes heeft zo zijn eigen
opinie. Hij zegt in 'De denker
in het Riet':
"Haarsnijders zijn
wonderlijk spraakzaam; als men
het mij vraagt zit er
spraakwater in al de geëtiketteerde
flacons op hun
toilettafels".
En dan zie ik dat beeld
van vroeger weer: gekleurde,
sterkgeurend lotions, pommades
èn het speciale middel van
dr. Dralle, berkenhaarwater
meen ik. Je kon van alles
aangemeten en overgespoten
krijgen.
Het leidde tot de
bekende conference van Wim
Sonneveld, die als
PTT-loketbediende allerlei
prachtig gekleurde zegeltjes
en girodiensten aan een klant
wilde slijten, die alléén
maar een zegel van kwartje
wilde hebben - en tenslotte de
chef liet roepen.
Loketbediende 'van Deudekom'
werd ter verantwoording
geroepen en toen bleek het een
soort wraakactie te zijn op
zijn kapper, die hem ook van
alles wilde aansmeren. Tijden
van weleer, mag je zeggen,
want een kapper is geen gewone
kapper meer.
Je
merkt het aan de namen van de
kapperszaken of kapsalons. Ik
heb dat eens geïnventariseerd
voor de provincies Groningen
en Drenthe. Let op, want daar
gaan we. Je kunt je haar laten
doen in de Kapsalon,
Haarstyling, Black Hair
Creation, Coiffures,
Haisfashion, Haarmode,
Knipsalon, Haarstudio,
Haarvormgeving,
Haarverzorging,
Haarstylesalon, Kapsalon New
Look, Kapschuur, Lucky Look
Hairsaloon, de Kale Kapper,
Kapsalon Kapsones, Kapsalon
Koppie-koppie, Qnipp Kapsalon,
Studio 1 haarmode, Kapsalon de
Spiegel, Stadskapperij,
Haarboetiek en
Haarboutique,
Figaro, Hair Point,
Haircomfort, Hairfun, the
Hairhunters, de Kappersschuur,
't Kappertje, de Kapperij en
de Kapperije, Knipexpres (aan
huis), de Kapselier, de
Knipperij, de Knipkarre, de
Knipperije, Kuifje
Kinderkapper, 't Kuifje,
Metamorfose,
Ne wave, New Look, New
Image, Trendline haarmode,
Trendy en Ydele Pauw en voor
de dameskappers heel salons
met meisjesnamen.
Je
kunt wel zeggen dat ouderwetse
kapperszaak volledig veranderd
is. Dat blijkt ook uit de
artikelen over kappers die
stoppen met hun vak. In juni
1998 had 'het Waardeel',
tijdschrift van de Drentse
Historische Vereniging een
gesprek met kapper Jan
Eerenstein, die na 62 jaar
dienst de zaak te Sleen in
1995 dichtdeed. Hij was toen
77 jaar. Uit zijn verhaal
bleek ook die
vertrouwensrelatie, want zijn
oude klanten bleven altijd
komen. De kappersfamilie ging
een week in het jaar op
vakantie en de scheerklanten
wachtten wel tot ze
terugkwamen. Zulke oude zaken
staan nu kompleet in de
heemkundemusea en
oudheidkamers, compleet met
aluinstiften en inzeepbakjes.
De
zaak van de scheerbaos, de
barbier is verleden tijd -
behalve…., behalve in de
muziek! In de loop der tijden
heeft zich een zangstijl
ontwikkeld, waarbij een klein
clubje mannen met veel plezier
a capella zingen. In Amerika
is het een veel beoefende 'tak
van sport' geworden, net zoals
hier de shantykoren als
paddestoelen uit de zilte en
zandgrond schieten. Ter ere
van al die oude kappers en
scheerbaozen laat ik de Freddy
Willimans Four voor u
optreden.
Van
de CD 'Best of Barbershop'
hoort u achtereenvolgens 'In
the good old summertime' en
'Sleepy Time Gal' ( omdat we
vanwege de rotklok een uur
slaap minder hebben gehad) en
'Down by the riverside' om te
horen wat de
barbershop-zangers in hun mars
hebben: the Freddy Willimans
Four:
En
of er muziek bij de barbiers
zit: van de CD 'Best of
Barbershop' hoorde u de Freddy
Willimans Four
achtereenvolgens zingen 'In
the good old summertime',
'Sleepy time gal', en 'Down by
the riverside'.
Uit
de verhalen van de barbiers in
Drenthe hoor je dat de
scheerklanten vaak op vaste
dagen kwamen, woensdags en
zaterdags bijvoorbeeld. Er is
een tijd geweest dat in zo'n
kleine dorpszaak de klanten
een handje toestaken. Als de
kapper de ene klant schoor,
dan zeepte klant drie nummer
twee alvast in. Zo'n
scheerbeurt duurde ongeveer 15
minuten. Je kon een abonnement
nemen voor '2x scheren in de
week' en dan hoorde de baard
en snor bijwerken er vanzelf
bij.
Toen de zelfscheerderij
meer en meer in opkomst kwam.
Verloren de kappers de
scheerklanten, behalve de
ouderen die trouw bleven
komen. In de jaren zestig
hadden sommige kappers alleen
nog scheerklanten op het
platteland , waar ze aan huis
kwamen of in
bejaardentehuizen.
Tegenwoordig
schaaft het manvolk zichzelf
glad, wat te danken is aan de
technische vooruitgang van het
scheergerei. De oudste
scheermesjes zijn van
flinterdunne obsidiaan; ze
zijn in Kenia door archeologen
gevonden en hun ouderdom is
(schrik niet) 25.000 jaar. Het
spul bleek nog messcherp! In
Europa gaf men in de Bronstijd
scheergerei mee als grafgift.
Later schoor men zichzelf met
het openklapbare scheermes, 't
knief of de 'cut throat'. Dat
werd vervangen door het
veiligheidsmesje, dat al gauw
wegwerpmesjes werden, van
flinterdun scherpgeslepen
staal. Alles voor de
natscheerderij met zeepsop,
wat ook weer spuitbuszeep
werd.
King
C. Gilette uit Wisconsin vond
honderd jaar geleden de
scheermesjes en het
scheerapparaat uit. Kort na de
introductie verkocht hij al
90.000 scheermeshouders en
1,24 miljoen scheermesjes. Pas
in 1931 lukte het 'colonel'
Schick om een elektrisch
scheerapparaat in de handel te
brengen. Remmington Rand kwam
in 1934 met een ander
elektrisch scheersysteem. In
1939 kwam de 240 Volt-versie
van de Amerikaanse
scheermachines op de Europese
markt. Pas na de oorlog begon
Philips met z'n elektrische
scheerapparaten. Eerst de
bakelieten eenkopsmachientjes,
wat nu uitgegroeid is tot
ergonomisch gevormde
scheergerei met meeverende
draaikoppen en wat al niet. De
nieuwste trend is echter weer
natscheren met gel, met een
elektrisch
droogscheerapparaat. De meeste
mannen prefereren nog steeds
het natscheren, volgens de
marktonderzoekers.
Maar:
er zijn ook mannen die hun
baard laten staan. Want wat is
nou eigenlijk een man zonder
baard?
Voor we naar het
Kerelslied gaan, eerst twee
waarheden over de baard: 'Een
man met een baard, daar is een
vrouw bij bewaard' en 'Een kus
zonder baard is als een ei
zonder zout'. En dan nu:
Fungus met 'Mannen die
willen te kaapren varen,
moeten mannen met baarden
zijn'.
Fungus
met 'Allen die willen te
kaapren varen', echt een
baarden- en lang haar-lied uit
dd tijd toen men scheep ging
en avonturier kon worden. Met
het haar in een staartje, weet
u nog? Ik wilde voor dit
programma een jongmens met
mooi lang haar, handig in een
staartje gebonden, wat vragen
over zijn haarstijl, maar dat
werd niks. Mijn eerste
vraag was "Bevalt dat zo
een beetje?". "Oh,
jawel", zei hij. Mijn
tweede vraag "Waarom
draag je 't haar nou zo?
Antwoord: "Oh, dat weet
ik niet. Zomaar". Tja,
dat werd dus geen
interviewtje. Er zat, wat je
noemt 'geen tekst' in.
In
zulke gevallen ga je maar te
rade bij schrijvers, die er
geregeld oorspronkelijke
gedachten op na kunnen houden.
Levi Weemoedt kan slechts
tegen bepaalde kleuren haar,
zo blijkt bij 'Capitaine
Mobylette' in 'Van Harte
Beterschap':
- Van
zwart haar moet 'k zo
huilen,
- van
blond krijg ik 't
benauwd…
- Ach,
vindt je 't erg als jij
vannacht
- Je
bromfietshelm op houdt?
En
Belcampo laat Theopilus in
'Liefdes Zegepraal' het
volgende overdenken:
"Als alle haren staarten
zijn van diertjes die in onze
hersenen wroeten, is deze man
vast een professor".
Kijk, dat zijn nog eens
oorspronkelijke teksten over
gewoon haar!
We
blijven even met taal bezig. U
weet wel wat de uitdrukking
'haar op zijn/haar tanden
hebben' betekent. 't Wordt
gezegd van iemand die niet
benauwd is, die onversaagd en
onvervaard is. Je hoort het
met name als iemand goed met
woorden over weg kan en zo van
zich af kan bijten. Het is een
oude uitdrukking, die
oorspronkelijk 'haar bóven
zijn tanden hebben' was. Het
ging namelijk om het
manhaftige uiterlijk: de
knevel, de stoere snor. Ik las
een oud bewijsstuk hierover;
van stevig bier heette het
vroeger "Bier, dat hair
zal hebben op suynen
muyle". Het Grunneger
gezegde : "Haor um de
koezen hebben" komt dus
aardig in de richting van het
origineel!
Het komt in de buurt
van 'Een sterke knevel",
wat een sterke kerel is, een
snorrebaard met pit zogezegd.
Maar als je in 't Gronings
hoort "Da's een knevel
van nen wief", blijf dan
even uit de gevarenzone van
die Kenau.
Zij
zal je "De baard maar
smouten", wat vroeger
letterlijk een pak rammel
betekende, 'iemand z'n smeer
geven' of 'afsmeren', maar wat
afzwakte tot iemand zijn vet
geven, of flink de waarheid
zeggen. Als je iemand iets
flink onder de neus wrijft,
heette dat eertijds
"Iemand iets in
zijn baard wrijven' en ook wel
iemand iets door de tanden
wrijven. Eigenlijk "Krijg
je de baard er dan af".
Die
baard duikt vaak op, en
iedereen wist wat je bedoelde
met: "Hij wil aan mijn
baard leren scheren"- hij
wil het op mijn kosten wel
proberen. Of: "Iemand in
de baard varen", wat
neerkwam op heftige verwijten
maken of iemand tegenspreken,
maar soms kon het ook
betekenen dat
je iemand halfweg
tegemoet kwam. Je moest hem
dan geen "Baard
maken", want dat is
gewoon voorliegen. Nog een
mooie, die je heel af en toe
nog tegenkomt: "Je moet
niet spelen om des keizers
baard".
Je moet geen ruzie
maken over iets wat geen van
beide partijen bezit. of ooit
krijgen zal. En nog een
wijsheid: blijf uit de buurt
van moppen met een baard.
Ga
op reis met een blondje, of
zoals het Shantykoor
Windkracht 13 uit Zuidlaren
zingt: 'Fahr mich in die
Ferne, meine blonde Matrose'.
En
middenin het springerige
nummer 'Up jumped the devil'
van Gabe Chen, typisch zo'n
duveltje uit een doosje,
sluit ik deze
aflevering af. Het ging in Van
Dingen & Deuntjes vandaag
over het haar, het knippen en
het scheren.
De
samenstelling en presentatie
was in handen van Jan Tuttel,
de techniek deed Peter
Huitsingh. Bij de muziekkeuze
assisteerden Henri Kremer,
Bart Nijstad, Henk Doedens,
Roel Boerma, Peter Nijdam en
Han Tuttel.
De
teksten van dit programma zijn
na verloop van een dag of wat
na te lezen op internet: www.tuttel.com.
Volgende
maand, laatste zondag van
april zijn we er weer met een
andere documentaire. Dan gaat
het over Het volkslied en De
volksliedjes. Wie zingt hen en
wie kent Ze nog.
Bedankt
voor het luisteren en tot
volgende keer. Blijf luisteren
want na het nieuws komt Huub
Bremmers met zeer
beluisterenswaardige muziek
Dag.
Mooi haar hebt u.
|