Goeiemiddag
en kijk meteen maar even naar
buiten,'t miezert. Toch gaat
het vandaag over zwaar weer:
storm, donder en bliksem en
wat er meer bij hoort. In
tegenstelling tot andere
berichten bemoeien we ons
vandaag niet met de bloeiende
heide. Dat is best mooi en
'klassiek Drents', maar je
kunt er zo weinig mee op de
radio.
U
hoort dit uur andere
'zomerkost'. Ik maak u
deelgenoot van typisch weer
van de zomermaanden
- bar en boos weer met onweer,
rukwinden, donder, bliksem,
hagelstenen als golfballen en
een verschrikkelijke plens
water. Kortom, het beroerde
zomerweer, dat als 'bijzonder
noodweer' de krant haalt en
dat veel overlast veroorzaakt.
Maar… het is wel èlk jaar
raak. Ik heb er de
documentatie op nageslagen en
wat blijkt? Elk jaar roept men
wel wat over 'bijzonder
noodweer', maar het komt zó
regelmatig voor in juli en
augustus, dat het normaal
zomerweer is. Zulk zwaar weer
als op 3 juli j.l. hoort
erbij, leuk of niet.
Als
tentkampeerder moest ik 's
nachts (notabene in het
Hemelvaartweekend al) geulen
en gaten te graven om de tent.
Een hevige stortbui leverde
meer water aan dan de
zandbodem kon verwerken.
Overstroming dus. In de zomer
van 1999 kampeerden we in het
Weserbergland (in de buurt van
het stamslot van Baron von Münchhausen)
en daar was het noodweer zó
hevig, dat er een spontaan
beekje door de tent stroomde.
Het spul hoog en droog zetten
was het enige dat hielp.
Nou,
zulke verhalen kunnen we over
de afgelopen veertig jaar
kamperen in Europa steeds weer
vertellen. Niks bijzonders
eigenlijk, maar knap lastig.
Het wordt pas gevaarlijk als
je in de dal van een riviertje
in rotsgebieden kampeert. Het
water stijgt daar
verschrikkelijk snel en
ontwikkelt een verwoestende
kracht. Dan krijg je
ongelukken en vallen er doden.
Een
andere gevaarlijke situatie
doet zich voor bij hevig
onweer, als de bliksem vaak
inslaat. Grote hagelstenen
leveren eveneens gevaar en
schade op. Het dak van onze
auto kreeg in de hete zomer
van 1983 aardig wat deuken bij
zulk zwaar weer in de Schwäbische
Alb. Een interessante
ontdekking was toen, dat een
goede katoenen kwaliteitstent
zo'n hevige hagelbui wel
zonder schade doorstond!. Zo'n
twee uur na dat noodweer, lag
er nog een centimeters-dikke
laag hagel. Meer 'íesbrökskes'
eigenlijk, alsof het winter
was. De hittegolf met ruim 37
graden C. was toen definitief
voorbij. De temperatuur zakte
binnen een half uur tot 15
graden.
En
nòg een gevaarlijke kant van
het noodweer : de zware
rukwinden en windhozen. Bij,
en onder de grote
onweerscomplexen kunnen rare
en hevige luchtstromingen
voorkomen, die grote schade
kunnen aanrichten. En wat
hagel en slagregen niet kapot
kunnen krijgen, lukt die zware
windstoten wel. Tenten en
caravans waaien om, òf
scheuren aan flarden! Bomen
raken ontworteld of er breken
takken uit, met funeste
gevolgen. En wéér kan ik uit
eigen ervaring vertellen
(gelukkig ook návertellen),
dat een omgewaaide dikke boom
een auto wel degelijk plat kan
krijgen.
Nou,
met elkaar genoeg 'zwaar
weer'-berichten om de schrik
er in te jagen. U hoeft niet
in de schuilkelder, want nu
wordt het echt interessant.
Want, wat gaan we verder doen?
Bekijken waar en wanneer zulk
weer optreedt. Welk onderzoek
wordt er naar de bliksem
gedaan en is het waar dat het
ook boven de wolken uit, naar
de stratosfeer kan bliksemen?
We
praten over diverse aspecten
van onweer met onze weerman
Harry van den Ende, met de
reparateur van elektronische
apparatuur, Anne Doedens en
met schipper Gert van der Veen
van de 'Ku 11'. De enige
'Kuunder punter' die als
varend monument, ter
herinnering aan de vroegere
Zuiderzeevisserij, weer op
open water zeilt.
Tot
slot halen we het geloof en
bijgeloof erbij. Alle soorten
goden gebruiken 'donder &
bliksem' namelijk als
spreektaal voor aardse
stervelingen. Maar eerst
benadrukken we de zomer nog
even: Mungo Jerry met 'In the
Summertime'
En
Mungo Jerry geeft met 'In the
summertime' eigenlijk al
antwoord op de vraag, waar en
wanneer je zwaar weer met
donder & bliksem kunt
verwachten. Onweer komt
vrijwel altijd voor bij
onweerswolken. Bijna… bijna
nooit bij heldere hemel -
vandaar dat gezegde over zeer
onverwachte dingen: "Als
een donderslag bij heldere
hemel'!. Maar zeg nooit,
nooit: onweer met donder en
bliksem is een elektrisch
verschijnsel in de atmosfeer.
Als er ergens in droge lucht
(zonder wolken dus, want dat
ìs vocht) geweldig
spanningsverschillen
ontstaan?. Tja …
Er
is zo'n schaarse
waarneming beschreven van een
flits bij blauwe lucht,
gevolgd door een donderklap.
Dat was op 10 september 1909
bij de bergen op Cyprus. Het
gebeurde ver weg van de
onweerswolken verderop. In de
weerliteratuur wordt uit dit
geval geconcludeerd, dat
onweerswolken óók op grotere
afstand het elektrisch veld in
de lucht nog
behoorlijk kunnen
verstoren.
Want
dáár gaat het om bij onweer
met bliksem. In grote wolken
van het type Cumulonimbus -
van die gigantische grote
bloemkolen of van die
platuitgespreide paddestoelen-
bestaan hevige, interne
luchtgevechten van warme en
koude luchtstromen, met
waterdruppels en ijsdeeltjes
die op en neer sjezen. Als je
er toevallig doorheen moet
vliegen, krijg je een zeer
ongemakkelijke ritje. Erger
dan alle kermisattracties bij
elkaar en nooit leuk.
Die
capriolen in de wolken
veroorzaken een verstoring van
de bestaande verdeling van
elektriciteit in de lucht, zeg
maar. De positief geladen
deeltjes kruipen bij elkaar
bovenin, en de negatief
geladen deeltjes blijken onder
inde wolk te zitten. Die
spanningsverschillen worden op
een bepaald moment overbrugd
door een elektrische
ontlading, een vorm van
spanningsvereffening. Dat doet
de bliksemstraal.
De
elektrische energie daarvan
zorgt -in een 'splitsecond'-
voor een verhitting van de
gassen in de lucht tot ruim
20.000 graden Celsius. De
lucht in het bliksemtraject
zet inééns zeer sterk uit,
en klapt daarna door afkoeling
weer terug. Dat kan over een
kilometerslange route
gebeuren, waardoor je een heel
gerommel en gedonder krijgt
bij die snelle
luchtbewegingen. Hoe meer
gerommel, hoe langer de
bliksemroute. Een felle klap
is een korter stukkie bliksem,
dichtbij en ook bijna altijd
richting aarde.
Onweer
komt dus voor in
onweerswolken, die tot grote
hoogte reiken. Ze ontstaan bij
warm en vaak vochtig weer. Je
kunt ze zich zien
ontwikkelen. Soms geeft het
soort kleine wolken 's
ochtends al aan dat er onweer
in de lucht zit, later op de
dag. De Duitsers noemen datt
'Quellbewölkerung'.
Meteovolk, piloten en ander
volk dat er voor geleerd
heeft, zien het aan de
'castellanus'. Ook komt onweer
voor, verstopt in een
overkomend wolkenpakket dat
bij koufronten hoort. Het hete
weer is dan ook meteen
afgelopen. Bij losse
onweersbuien die in de buurt
ontstaan, hoeft dat niet zo te
zijn
Onweerswolken
zijn dus de boosdoeners. Ze
horen bij de zomerperiode,
maar in het najaar zijn er met
name aan de kust weer
nachtelijke donderbuien.
Geschat wordt, dat er over de
hele wereld per dag 44.000
onweersbuien voorkomen, met
860.000 bliksemontladingen. Op
Java heeft men het meeste
onweer: gemiddeld 220 dagen
per jaar. Het zuidpuntje van
Florida kent gemiddeld 100
onweersdagen, maar De Bilt
komt niet verder dan gemiddeld
34 onweersdagen.
Zuidoost-Engeland heeft er 20,
maar Noordwest-Schotland is
zuinig met onweer: gemiddeld 5
dagen per jaar.
Hoe
ze in Groot-Brittannië het
weerbericht voordragen, hoort
u nu van the Mastersingers in:
The Weatherforecast
De
Britse weersverwachting,
inclusief alle soorten weer:
The Weatherforecast, gezongen
door the Mastersingers. Het
mooiste is hun slotconclusie:
al met al, gewoon weer voor de
tijd van het jaar. In m'n
inleiding zei ik, dat noodweer
vaak 'extreem' genoemd wordt,
maar je vindt het wel elke
zomer weer terug in de
kranten. Begin juli was het
plaatselijk raak, van Haren
tot Finsterwolde, en eind juli
hoosde het weer. De camping in
Sellingen raakte zó vol
water, dat de brandweer die
overvloed weg moest pompen.
Hetzelfde
soort berichten is
overgeleverd uit de zomers van
1995, 1996, 1997 en van
bijvoorbeeld 1984. In 1995
schatte de
(verzekeringsmaatschappij)
Hagelunie, dat de glastuinbouw
een miljoen gulden hagelschade
had opgelopen. Drie van de 17
moderne windmolens bij
Willemstad in N.Brabant gingen
kapot: schade 3/4 miljoen
gulden.
Onweersbuien
kunnen heel plaatselijk
optreden. De omvang van een
buiencomplex is 's zomers al
gauw zo'n 25 x 25 km, en
daarbuiten kun je een scherpe
grens meemaken tussen wel en
geen neerslag. Met andere
woorden: er is ook geen goede
vergelijking mogelijk over
meer of minder schade dan
anders, en meer of minder erge
buien. De beleving van zwaar
weer met onweer, donder en
bliksem is subjectief.
Sommige
zaken zijn objectief te meten.
Het aantal slachtoffers door
blikseminslag is de laatste
halve eeuw afgenomen. Niet
vanwege minder onweer, maar
doordat er minder mensen op
het land werken en 'bij 't
pad' zijn. Méér mensen dan
vroeger zitten in een auto en
werken binnenshuis. Er is wel
méér storing bij de
treinenloop. Elk type zwaar
weer, ontregelt gegarandeerd
ergens de dienstregeling bij
het spoor. Niet omdat er meer
onweer, of vaker zwaar weer
voorkomt. Nee, de spoorwegen
zijn kwetsbaarder geworden
door meer elektronica en meer
automatische systemen, die van
slag kunnen raken. Gewoon,
meer last van blikseminslagen,
stormvlagen en ander ongerief.
Zwaar
weer met bliksem en donder
blijft de gemoederen bezig
houden. Logisch, want het is
een vorm van natuurgeweld,
waar je respect en ontzag voor
moet koesteren. Gedonder is
schrikwekkend, maar niet erg.
Zwáár onweer wordt het pas,
als het aan één stuk door
bliksemt en de bijbehorende
verschijnselen als hevige
neerslag, dikke hagel en zware
windstoten het buiten
vertoeven onmogelijk maken.
Gedurende de 18 jaar, dat ik
beroepshalve het weer waarnam
en rapporteerde, heb ik maar
3x de code 'zwaar onweer'
doorgegeven. Die drie keer had
ik het knap benauwd; ik zat er
middenin en -onder. Het sloeg
overal boven en rondom in,
veel apparatuur ging kapot, er
smeulde ook wat dat erg stonk,
en horen en zien verging je.
Het klonk allemaal anders dan
nu, bij Max Werner:
'Thunderstorm'.
Zó
klinkt bij Radio LOEP om 12.22
uur, het onweer van Max
Werner: Thunderstorm. Omdat
onweer met al zijn
activiteiten zoveel ongemak en
soms ook gevaar oplevert,
onderzoekt men drie dingen.
EEN: waar en wanneer treedt
onweer op, en hoe zwaar kan
het worden? TWEE: Hoeveel
bliksems zijn er en waar slaan
ze in? DRIE: Hoe kun je onweer
beter, eerder en secuurder
voorspellen? Het heeft
allemaal met elkaar te maken.
Veel vragen behoren gewoon tot
meteorologisch onderzoek.
Andere vragen hebben te maken
met veiligheid en
verzekeringen.
Een
interessant onderzoek naar
zware hagelstenen, de
kippeneieren en golfballen die
elke zomer wel ergens vallen,
zit in het slop. Het noodweer
en de hagelschade van 6juni
1998 zou groots onderzicht
worden, ook door het KNMI. Het
publiek werd opgeroepen om
hagelbonken van minstens 6 cm
te melden en in 't vriesvak te
bewaren. Toen werd het stil.
Bij navraag begin dit jaar,
zei Jacob Kuiper spijtig, dat
het KNMI hier geen prioriteit
meer aan geeft.
Blikseminslag
is makkelijker te onderzoeken,
want je kunt elektriciteit
meten. Vroeger toen de
AM-radio algemeen in gebruik
was, kon je 't onweer van ver
horen aankomen aan het gekraak
op de zenders. Op de
FM-frequenties hoor je pas
wat, als de bliksem de pannen
al van het dak rammelt. Secuur
bepalen waar de bliksem
inslaat, tot op een 1 km
nauwkeurig, kan nu door
uitbreiding van een
meetsysteem. In Nieuweroord
bij Hoogeveen, is een hoge
meetmast geplaatst. De
verzekering is er blij mee. We
horen er zo meer over.
Nieuw,
wereldwijd bliksemonderzoek
vond een paar geleden plaats
vanuit een ruimtevaartuig. De
NASA heeft drie maanden lang
een bliksemsensor in de ruimte
gehad, die alle ontladingen
ter wereld registreerde. Ook
de bliksems in de wolken. Alle
gegevens zijn nadien in kaart
gebracht. Een van de
belangrijke bevindingen is,
dat 90% van alle bliksems ter
wereld boven land
plaatsvinden. Op internet doet
de NASA hierover ook verslag.
Het wereldkaartje van de
bliksem kun je dus gewoon
thuis bekijken.
Wij
wenden ons tot de vaklieden op
aarde, want wat kan weerman
Harry van den Ende ons
vertellen over het
bliksem-meetsysteem?
The
Electric Light Orchestra met
'The Rain Is falling', en dat
ongestraft zomaar na het
gesprek met onze weerman Harry
van den Ende. Maar hij had het
over het Safir-systeem van
bliksemtellers en ovder de
buienradar. Het is gigantisch
wat er aan meetapparatuur en
rekentuig wordt ingeschakeld
bij de hedendaagse
meteorologie. Het moet
allemaal leiden tot goede
weersverwachtingen. Mensen en
weer hebben zó verrekte veel
met elkaar te maken, dat je er
beurtelings warm en koud van
wordt.
Zo
vonden de recreatieondernemers
op de Waddeneilanden deze
zomer het weerbericht niet
goed genoeg. Een 'minne'
weersverwachting scheelt
dagjesmensen en dat scheelt hèn
weer duizenden guldens in de
portemonnee. Ze gaan hun eigen
weerbericht opstellen. Ik ben
zeer benieuwd hoe deze,
commercieel bedoelde,
weersverwachtingen gaan
luiden…
We houden het bij Radio
LOEP in de gaten, want veel
van onze medewerkers en
luisteraars zijn geregelde
bezoekers van de
Waddeneilanden. "Wie gaot
naor 'T AILAND"(spreek
uit: Thailand), is een
veelgehoorde kreet.
Zeker
is wel, dat het meeste onweer
op het vasteland te vinden is.
Je ziet het soms al vanaf de
boot. Begin augustus zagen we
tijdens de terugvaart van
Terschelling (ja, precies: 'T
Ailand) een geweldig groot
wolkenkasteel boven de vaste
wal hangen, 'ergens' achter
Harlingen. Later bleek, dat
hij knoeperts van onweersbuien
met 'noodweer' had opgeleverd
in Oostelijk Drenthe en
Groningen. Als een stevig
buiencomplex bòven de Wadden
blijft hangen, kan het op een
'zwaar weer'-situatie duiden.
Windhozen en buienhozen
veroorzaken dan ongelukken en
ellende, zoals ze op Ameland
een paar keer ervaren hebben.
Een
andere last is wateroverlast.
Er komt zóveel water los, dat
het niet weg kan en de zaak
loopt over, of onder. Toch zit
er niet méér water in de
wolken dan in vroeger tijden.
Eind juli had de NRC de
krantenkop: "Vlaanderen
onder water na elke bui".
Een wolkbreuk kan in
Vlaanderen het halve openbare
leven ontwrichten - evenals in
Zuid-Limburg en in Twente, de
Achterhoek en Drenthe (in iets
mindere mate, misschien).
Er
is veel grondoppervlakte in
steen, beton en asfalt
veranderd. In het heuvelland
heeft men ook beken in beton
gevat en overstromingsvijvers
zijn weggehaald. Op lage
plekken is gebouwd. Regenwater
trekt niet overal meer in de
grond, maar stroomt over de
verharding naar het putje.
Over steeds méér verharding
naar te kleine, en slecht
onderhouden riolen. Die het
óók niet aankunnen, en hun
vieze lading via de overstort
in beken en sloten dumpen. De
boerenbond NLTO is net deze
week begonnen met actie
hiertegen.
Wij
gaan naar de bliksem. Ik
bedoel WIJ gaan naar de
bliksem. Met een inslag op de
schoorsteen en daarna een
gesprek met Anne Doedens. Hij
krijgt in zijn werkplaats, na
hevig onweer de kapotte TV's,
video's en magnetrons binnen.
Eerst de blikseminslag:
"Smokestack
Lightning" door How'lin
Wolf.
Na
How'lin Wolf met 'Smokestack
Lightning'
kwam Anne Doedens aan
het woord over de schade die
onweer aan elektrische
apparatuur kan aanrichten. Bij
onweer de stekker van het net
eruit, was zijn goede raad:
"Stroom d'r af".
Gewoon ontleend aan de
praktijk, niet aan geloof of
bijgeloof. Omtrent onweer,
donder en bliksem is er nogal
wat bijgeloof in de wereld.
Over wàt de bliksem aantrekt,
hoe je onweer afweert en wat
je moet doen en laten.
Onweer
is een machtig natuurfenomeen,
dat algemeen beschouwd werd
als een teken van de goden.
Donder en bliksem was hun
communicatiemiddel naar aardse
stervelingen. Zeker als ze
ontstemd waren. Er zijn dus
ook verschillende
afweermethoden en
bezweringsrituelen bedacht om
de goden gunstig te stemmen en
om het onweer kwijt te raken.
Het flink rokerig verbranden
van speciale kruiden (met
boerenwormkruid erin, weet ik
nog) hielp, het ophangen van
een bosje gewijde planten in
bepaalde samenstelling (zoals
de 'kroedwisj' in
Zuid-Limburg), een afweerplant
op het dak tegen blikseminslag
(zoals daklook of
'donderlook') of het boven
deuren en in stallen plaatsen
van gewijde stukjes houtskool
uit het paasvuur!
Misdiennaartjes in het Roomse
deel van de Achterhoek hadden
hier vroeger een leuke
bijverdienste aan. Er werd, en
wordt ook heel wat afgebeden
bij zwaar weer.
Vroeger,
in de Duitse Eifel nog tot ver
in de jaren zestig, luidde men
de kerkklokken tijdens onweer.
Men
heeft ontzag voor onweer.
Zeker in die landen waar
blikseminslag nu die geweldig,
grote bosbranden veroorzaakt.
Er bestaat ook een ouder,
godsdienstig respect voor het
goddelijk geweld, wat je terug
vindt als bijgeloof. Je mocht
nooit spotten met bliksem
& donder, noch er met de
vinger naar wijzen, of er naar
kijken. Die oude opvatting,
dat je de goddelijk almacht en
de heerlijkheid Gods niet
onbeschaamd mocht aanschouwen,
schijnt de bron te zijn van de
huidige bijgelovigheden, om
ramen en deuren te sluiten en
de gordijnen dicht te trekken.
Ander bijgeloof is, om metalen
voorwerpen -zoals bestek en
keukenmessen- weg te bergen,
'omdat het de bliksem
aantrekt' (dat gebeurt nog
steeds in onze contreien).
Laatst zei iemand in onze
gemeente nog, dat "zo
gevaarlijk bezig was
geweest". Ze had de ramen
open laten staan bij onweer.
Het was bij een namiddagse
donderbui zonder windstoten
die niks voorstelde, maar de
bijgeloofkronkel werkte al
weer.
Onweer
kan mensen ook tot inkeer
brengen. Zo besloot Luther,
nog student, op 2 juli 1505 om
monnik te worden, toen vlakbij
hem de bliksem insloeg en hij
tegen de grond gesmakt werd.
Wat
je op open water moet doen bij
(naderend) onweer, en hoe een
aalmoezenier aan boord soms
handig kan zijn, vertelt Gert
van der Veen uit Ossenzijl,
schipper van de Kuunder
punter, de 'Ku 11'.
Middenin
donder en bliksem - 'Storm
& Thunder' van Earth &
Fire- vertel ik nog gauw wat
aparte dingen. Eerst die
bliksem bovenuit de
buienwolken. Die bestaat echt.
Piloten en astronauten meenden
zoiets al gezien te hebben.
Uit hun ooghoeken, want toen
ze beter keken was het weg.
Latere metingen en
videobeelden bevestigen hun
waarnemeingen, c.q.
vermoedens. Van boven uit
grote, zéér actieve
buienwolken schieten
elektrische ontladingen ook de
stratosfeer in. Het gaat
sneller dan een tiende van een
seconde, maar ze zijn zeer
breed: wel 50 km. Het
verschijnsel heeft ook een
naam gekregen: 'Red sprites'.
Een
ander verschijnsel, dat niet
zo hoog komt heet 'Blue jet'.
Dat zijn blauwachtige stralen
die ook bovenuit een grote
buienwolk komen, maar die
schuingericht zijn. Ze zijn
beter te bestuderen, minder
snel, dan die snelle 'red
sprites'. Hou dit in de gaten-
het is echt iets nieuws van
het bliksem- en donderfront!
Tot
slot noem ik u nog de sporen
van blikseminslag in
zandduinen en
zandverstuivingen, de
'fulguriten'. Het zijn holle
zandpijpen, bestaand uit een
korstje kiezelglas met
aangebakken zandkorrels òm de
ruimte van de ingeslagen
bliksemstraal. Dun,
onregelmatig van vorm,
breekbaar en één meter of
langer. Ze komen voor, waar
het grondwater het dichtst
onder de zandbodem ligt. En
waar de bliksem ingeslagen is,
vanzelf. Gewoon eens iets
leuks, 'zelfgemaakt' door de
bliksem.
Nog
steeds in 'Storm &
Donder'-muziek van Earth &
Fire, besluiten we deze
aflevering van 'Van Dingen
& Deuntjes over Zwaar
Weer. Dit onweer, donder &
bliksem werd u gepresenteerd
door Jan Tuttel, die ook de
productie en samenstelling
deed. De techniek dit uur was
in de vuurvaste vingers van
Willem van Dijk
Volgende
keer, de laatste zondag van
september (de 24ste)
is dit programma er weer. Het
gaat dan over de
'posterigheden &
posterijen', dat wil zeggen
het postvervoer te land, te
water en in de lucht. Vroeger
en nu.
Bedankt
voor het luisteren en blijf
luisteren. Volgend uur komt
Huub Bremmers met bliksems
beluisterenswaardige muziek.
(Enig
idee wat 'n 'posterigheidje'
is? Ja, stuur maar een email!)
|