INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:27

van Dingen en Deuntjes

 

Goede middag en welkom bij 'Van Dingen & Deuntjes', bij de 52ste maandelijkse aflevering (april 2002) van dit ontspannen informatieve programma. Vorige maand hadden we de lente al bij de kop in het thema 'Kleuren van het voorjaar en van Pasen', maar toen gold de wintertijd nog. Vandaag leven we alweer een week in de zomertijd. Kennelijk helpt dat toch wel een beetje, want we hebben al een dag of zes zonnig weer achter de rug. Het betekent dat de natuur in het voorjaar ineens in de versnelling schiet. Zonnewarmte doet veel. U ziet het bijvoorbeeld aan de lellietjes-van-dalen, die met centimeters tegelijk de grond uit komt 'brullen'.  En aan de bosrand ziet u de mierennesten al vol leven, de massa 'miegemps' krioelt schijnbaar rodeloos door elkaar, maar ze zijn druk bezig om warmte bij te tanken en dat ondergronds in 't nest te brengen. Gewoon een legertje minizonnecollectoren aan het werk! 

Er is begin april meer aan de hand, wat u vooral merkt aan de activiteiten in de vogelwereld. April en mei zijn superdrukke maanden voor grote en kleine vogelbeesten 'in het wild', want ze moeten een territorium afbakenen -bevechten soms ook - , dan nesten bouwen, eieren leggen en uitbroeden en vervolgens al die jonge snaveltjes voldouwen met pieren, rupsjes, torretjes, visjes en wat al niet méér aan soorten voer. De hele vogelwereld is deze periode één en al een grote luchtvaartcargo-onderneming.  Nou, u voelt al aan waar het dit uur dus op uitdraait. Inderdaad - de vogels vormen vandaag onderwerp van gesprek. Niet zomaar wat vogels, nee ik wil eigenlijk met u de vogelwereld 'bij langs'. Dat is een heel karwei, wat maar op één manier kan:'In vogelvlucht'. Vandaar  de titel van deze aflevering 'Vogels in vogelvlucht'. 

 

Alle vogels vliegen... 

Ik wil gewoon bij het begin beginnen. De kip-of-het-ei-vraag eigenlijk.

Waarom zijn er vogels, de enige groep vliegende dieren op aarde.? Waar komen ze vandaan?  En vooral: waarom die moeilijke job van vliegen gekozen? Vliegen is het moeilijkste wat je kunt doen!

Als mensen willen vliegen, hebben ze een gigantische technische installatie als een vlieg-tuig nodig, met besturingssystemen, zelfs computers, dure hoogopgeleide piloten, een wereldwijd navigatiesysteem, een internationale verkeersleiding  - en dat kunstje hebben ze met vallen en opstaan pas 100 jaar geleden in de vingers gekregen. Het is nogal wat om te kunnen vliegen. En die vogels doen dat maar gewoon! Nouja, de jonge vogels moeten hun vliegkunst wel oefenen, want met aanleg alleen kom je er niet.

Bij ons eerste nestkastje aan huis hier, was er een jonge koolmees die maar niet wilde uitvliegen. Wàt de oude vogels ook probeerden en soebatten, dat flutjong kéék alleen door het vlieggat, maar kwam er niet uit. Pas toen de hele familie (die al in de boom zat) verderop vloog, ging het laatste jong tot actie over. Hij tjoepte het nestkasje uit, fladderde hevig met zijn vleugeltjes en dook regelrecht de zandbak in. We hebben hem uitgegraven en in de boom gezet, waar de oude vogels hem bijvoerden, zodat-ie nog kansen kreeg om verder te leven. Maar goed vliegen? Nee, niet bepaald….

 

Vol kleur en geluid 

Wat hebben vogels nog meer voor bijzonders? Bijvoorbeeld hun kleurenscala in het verenpak. Er is een geweldige variatie in kleur, van papagaai tot zwarte kraai. Van witte ibis tot ijsvogel. Van onopvallende schutkleur tot knallende prachtkleuren en van zomerkleed tot winterkleed. De vogelwereld is wereldwijd een fantastisch kleurenfeest.  Nouja, dan heb je de zang en de roep, het geluid in vele variaties. Van kleine, tinkelende geluidjes van goudhaantjes in een sparrenbos tot het vérdragende stoombootgetoet van de roerdomp in het rietmoeras. We horen nu de buitelende geluiden van de weidevogels en de enorme drukte in een roekkolonie, die allemaal slechts een poosje duren. Daarna wordt het weer rustig. Maar als u de boot pakt naar 'Tailand' dan schetteren de meeuwen u weer om de oren. Wie een beetje oor heeft voor vogelgeluiden, herkent het zachte en ingetogen familiegekeuvel van Vlaamse gaaien, maar  merkt ook aan hun alarmroep dat ergens onraad is. Vogelgeluiden zijn goed te interpreteren.

In de muziek is veel geluisterd naar vogels. Omgekeerd zijn vogels veelbezongen en geïmiteerd. Vogelgeluiden kunnen zelfs bepalend zijn voor de naam van het beestje, zoals de kievit, grutto, tureluur en koekoek, terwijl de scholekster naar zijn roep en kleur dus ook 'bonte piet' heet. Vogelnamen en bijnamen geven een interessante kijk op hun aard en gedrag. Gezegden en spreekwoorden leveren weer informatie over vogels èn mensen op. Want daarin merkt u hoe belangrijk vogels en hun producten zijn voor de mensenwereld. Vogels en eieren zijn ook gewoon voedsel. Je kunt de gebraden haan uithangen, maar je toch wordt een keer opgevreten.

Er is ooit een hoedenmode met veel veren geweest, die bijna tot het uitsterven van de grote stern heeft geleid. De beesten werden massaal gevangen en geslacht voor de mooie veren. Het is een aanleiding geweest om in Nederland vogels wettelijk te gaan beschermen. Mensen zijn prima in staat om vogelsoorten uit te roeien.

 

Zeldzaam of algemeen? 

Zeker als het om kwetsbare soorten gaat. Bijvoorbeeld vogels die niet meer kunnen vliegen. De dodo -die alleen nog kon lopen- is daarvan het bekendste voorbeeld. Maar er is ook een aalscholver op de Galápagos-eilanden, die nog maar amper vleugels heeft en niet meer kan vliegen. Deze lokale soort heeft het vliegen verleerd, omdat hij onder water vis vangt en daarvoor zijn poten als voortstuwing gebruikt. Vliegen was amper nodig, dus takelde het vliegvermogen in de loop der tijden af. Zijn vleugels zijn rudimentaire stompjes, maar hij spreidt ze wel druk uit om te drogen na het duiken. Net als de aalscholvers bij ons, bij het Friescheveen, in de wateren van de Drentsche Aa te Glimmen en bij het drinkwatermengbekken aan De Punt. Maar die vogels vliegen nog, je ziet ze boven alle kanalen in heel Drenthe, tot in de Veenkoloniën en in de binnenstad van Assen. Dertig -veertig jaar geleden waren ze zeer zeldzaam. Een excursie naar de aalscholverkolonie in het Naardermeer, bij Lekkerkerk of bij Wanneperveen was het neusje van de zalm voor natuurliefhebbers. Nu hebben we ze bijna aan huis. Een goed teken, want er zit dus weer voldoende vis in het water. Een bewijs van de verbeterde waterkwaliteit door de milieuwetgeving sinds de jaren zeventig. En dat goede nieuws mag ook wel eens gezegd worden.

 

Vogels als symbolen 

Vogels in vogelvlucht dus. Wat nog meer? Oja, vogels als symbool voor van alles en nog wat. Van goed en kwaad, van geluk en ongeluk, van macht en invloed tot met het bekwaam zijn in de vliegkunst. Piloten die hun vliegbrevet hebben gehaald, kunnen de 'wing' dragen, een gestileerde vogelvleugel die we in het Nederlands de 'vink' noemen. Keizers en koningen echter, zien liever een adelaar in hun wapen, want dat vogelbeest symboliseert macht en kracht. Méér dan een winterkoninkje, hoewel dat kleine vogeltje (met Klein Jantje als bijnaam) zich volgens een fabel 'koning der dieren' mag noemen. Hoewel - hij beduvelde de boel, zodat hij de titel niet verdiende. Nouja, in de wereld van de mythologie, de fabels en andere verhalen speen de vogels en vogelfabeldieren een belangrijke rol. Eigenlijk - eigenlijk, zijn wij zonder vogels geen mens. Mensen zijn en blijven jaloers op vogels. Mensen willen als vogels zijn. Luister naar Reinhard Mey met Auf einen buntes Vogel swingen'. 

Tja en nu heb ik een luxeprobleem, want wàt pakken we het eerst bij de kop? 'Vogels in vogelvlucht' is wel wat ambitieus. Weet u wat? Ik zet het raam open en laat de vogels zelf aan het woord, aan het tierelieren beter gezegd. U gelooft het niet, maar van hier kun je de weidevogels horen! Dit zijn de voorjaarsgeluiden in de wei. Prachtig hè, studio middenin in Paterswolde en toch hoor je geen auto of hond voorbijkomen.

Opvallend hoe sterk de grutto zich laat horen. Het beest is almaar zeldzamer aan het worden. In het begin hoorde u de 'hemelgeit' ook nog even. Het is de watersnip, ook al zo'n zeldzame vogel', die in de baltsvlucht ineens omlaag duikt met uitgespreide staart. De veren gaan dan trillen, wat een mekkerend geluid maakt. Vandaar de bijnaam 'hemelgeit' . Voor een jaar of wat terug hoorde ik hem nog aan de Westkant van Eelde, de laatste tijd niet meer.  Tussendoor hoorde u ook het 'tuutje', de tureluur. Dat steltlopertje was tot een jaar geleden geregeld bij het Wester- en Oosterloopje bij Eelde te horen. Meer lokale gegevens heb ik niet hij de hand. De tureluur heeft in elk geval een modderig oevertje nodig. Op het wad zie en hoor je hem veel.

 

Weidevogelbescherming 

In 1965 waren er enkele landbouwers op het Zuideinde en aan de Mandelandenweg in Eelde, die samen met de voorloper van het IVN, de Natuurwacht, en de vogelkenner dokter Tilma, besloten een vogelbroedreservaat te stichten. Het eerste gebied van 45 hectare lag tussen de Eekhoornstraat,  Watermolendijk. Luchtenburgerweg en het Vliegveld. In 1968 volgde uitbreiding tot aan de Drift en Westerhorn. In de jaren negentig is het broedreservaat opgeheven. Het tellen van de nesten en de eieren was - om praktische redenen en vanwege veranderde inzichten - al eerder gestopt. Uit de verslagen van toenmalige waarnemer, de heer T.Jager (die in het gebied woonde) blijkt dat in de jaren zestig al een gestage achteruitgang van weidevogels viel te constateren. Ook nat en koud voorjaarsweer liet soms nogal wat broedsels van weidevogels mislukken. Even ter illustratie: in 1966 werden 14 kievitsnesten, 4 nesten van tureluurs, 2 gruttonesten en 1 nest van de scholekster geteld. Samen kregen ze 83 eieren,  die 72 jongen opleverden. Daarvan vlogen er 48 uit, waarvan 30 kievitsjongen. Een jaar later waren er meer nesten geteld, die samen 125 eieren hadden. In totaal vlogen toen 53 jongen uit, 25 kieviten, 5 bonte pieten, 15 tureluurs en 8 grutto's. Van de watersnip vlogen 3 jongen uit, het wilde eendennest leverde 19 jonge eendjes op en het broedsel van 't waterhoen mislukte. Anno 2002  hoor je twee koppeltjes bonte pieten, een stel kieviten en een enkele grutto. Voor de afname van de weidevogelstand zijn meerder factoren in binnen- en buitenland verantwoordelijk. Dat maakt de broedzorg hier zo moeilijk.

 

Zwaluwnesten plaatsen 

Maar, al zo'n veertig jaar is er zorg voor de vogels door een groep vrijwilligers van het IVN in Eelde/Paterswolde. Die vereniging is ook al enkele jaren in de weer met het inventariseren van zwaluwen in het dorp. Uit hun verslag van 2002 haal ik, dat er bij 109 zwaluwnesten jongen uitgevlogen zijn. Gemiddeld telt een nest drie vliegklare jongen af. Vogeltjes die hetzelfde jaar nog even naar Afrika moeten vliegen. Voor de bewoners van een pand met een nieuw zwaluwennest was dat een hartverwarmend idee. De huurders van dat huis bleek zelf een Zuid-Afrikaans gezin te zijn, aldus het verslag. Elders zijn bewoners van huizen ook in de weer om kunstnesten te plaatsen, om de zwaluwen zoveel mogelijk te helpen. Het gebeurt aan de Meerweg  en aan de Leeuwerikweg te Paterswolde, waar het tot een goede kolonievorming leidde.  Als alles naar wens verloopt zijn de zwaluwen deze week weer terug, realiseer ik me nu.

In elk geval wordt de goede gewoonte van vogeltellingen en broedzorg door natuurliefhebbers volgehouden. Vaak blijkt een beetje hulp heel goed uit te pakken. En: je beleeft er zelf plezier aan. Kijk oom maar de aandacht en de lol die toeschouwers hebben bij de door ooievaars betrokken nesten in de omgeving. Het nest bij De Braak mag als lokale trots gelden. Als je niet weer waar het ligt, moet je eens letten op dit geluid (tape vogelgeluiden). Dat snavelgeklepper is van ver te horen Toen we een keer te gast waren bij een collega, die in een boerderij met een  ooievaarsnest op het dak in 't dorp Bleckede aan de Elbe woont, konden we elkaar buiten niet verstaan door het enorme geklepper bij hem op 't dak èn bij de buren. Machtig gewoon!

Máár ze houden van ooievaars op het dak. Het is een vogel die geluk brengt, net als zwaluwen bij het huis.

 

Voorjaars -’vogelwekker’  

Goed, om af te kicken van de vogels buiten schuiven, we even per boot door het Naardermeer, maar het had ook het Friescheveen kunnen zijn. U weet dat de vogels 's ochtends ineen vaste volgorde na elkaar gaan zingen? Dat heeft te maken met de mate van lichtsterkte waarop ze reageren. Er is zelfs een 'vogelwekker' samen te stellen. Ik heb hem hier op papier, geldig voor half mei. De vroegste zanger , de roodstaart, begint om drie uur, tien minuten later vergezeld door de roodborst, waar om kwart over drie de merel nog bij komt. Om tien voor half vier voegt de winterkoning zich de wakkere vogels, tien minuten later gevolgd door de koekoek en om tien over half vier zet de koolmees zijn zang in.

U hebt er dan al zes aan het zingen. De tjiftjaf komt op tien voor vier op dreef, de vink om vier uur en de 'luilakken' als mus en spreeuw volgen om toen voor half vijf en tien over half vijf. Het vroege vogelkoor bestaat dan om kwart voor vijf al uit 10 vogelsoorten!  Logees uit het Westen bij ons, worden vroeg wakker van dat 'vogellawaai'. Ze zij gewend aan de stedelijke herrie van auto's, trams en overkomende vliegtuigen. Een stuk of tien,.twaalf vogelsoorten tegelijk aan het zingen in Eelde, jaagt de gasten veel te vroeg uit bed!

Nu dan de boot in de, het vogelkoor langs. U hoort het voorjaarsochtendkoor, waarin de zang van de tjiftjaf, fitis, roodborst, tuinfluiter en natuurlijk de zwarte kraai doorklinkt. Aansluitend laat ik de schemering invallen, zodat de vogels zich koest gaan houden. U hoort daarvan Twilight Time van de Platters. 

De schemering is gekomen, ons 'tweeduuster' en het Twilight Time van de Platters. De meeste vogels stoppen de kop in de veren en zijn het nest ingedoken, of gaan op stok -wat je maar wilt. Vogelpootjes hebben een soort ingebouwde veiligheid, die er ook in hun slaap voor zorgt, dat de poten grip blijven houden. Er gaan weinig vogels 'zomaar van hun stokje'

 

Kippenvel van uilen 

Maar als het donker is, is er wel vogelleven merkbaar. De nachtvogels gaan op jacht, zoals de uilen. Met hun feilloze gehoor en geruisloze vlucht kunnen ze menig muisje verrassen. Met name de 'katoelen' of kerkuilen (Barnowl in 't Engels -uil van boerenschuren -  want deze vogel is zo onkerkelijk als twaalf heidenen tegelijk!)  zijn voor hun wel en wee afhankelijk van de muizenstand. Een slecht muizenjaar betekent minder kerkuilen; een goed muizenjaar levert ook een groter uilenbroedsel op. Het steekt keurig in elkaar.

Nachtelijke uilen kunnen een verschrikkelijk angstaanjagend geluid voortbrengen. Je haren staan stijf overeind en je krijgt kippenvel, zeker in een tentje in vreemd gebied. Thuis horen we ook, maar dan zeg je gewoon "Hé, ik hoor weer uilen in de buurt". Ver weg in 't buitenland was het ineens minder vertrouwd. De roep van de bosuil is minder griezelig, hoewel dat oehoe-oehoehoe-oe geluid vaak gebruikt wordt in spook- en griezelfilms. Je hoort het ook in steden in de grote parken met veel bomen. Wel een vertrouwd geluid eigenlijk. 

Er is nog een vogel die gewoon 's nachts doorzingt en daarmee behoorlijk opvalt. Het is de nachtegaal, die met een heel vol en melodieus geluid de nachtelijke uren kan vullen. Leen Brunsting en zijn vrouw, de vroegere hoofdopzichter van Natuurmonumenten, die in de jaren zestig-zeventig op 'De Braak'  in Paterswolde  woonden, konden er 's nachts niet van slapen. Die nachtegaal zong luid en duidelijk vlak bij huis. In die periode zongen er nachtegalen op meer plekken. Ik herinner me dat je (toen) 's avonds of 's nachts nog van de fiets stapte, om bij het ‘Elsburger Onland’ even naar de nachtegaal te gaan staan luisteren. Ook in de Vosbergen zaten nachtegalen. Of het nog zo is weet ik - eerlijk gezegd - eigenlijk niet meer.. In de auto hoor je ze niet. Nou, daarom maar een nachtegaal van een bandje, met daar achteraan een verhaal van de Vlaamse groep 't Kliekske 'Ik ben er door bossen en velden gegaan'. Ze bezingen hoe schoon de nachtegaal zingt bij een nachtelijke vrijpartij en wat er daarna gebeurt.

De nachtegaal en zijn gevolgen, in het nummer  'Ik ben er door bossen en velden' van 't Kliekske.         

Het aardige is, dat het een onopvallend bruinig vogeltje betreft. Veel geluid, rijk volume, maar het ziet er niet uit.

 

Vogelkleuren als signaal 

Toch zijn er in de vogelwereld kleurrijke wondertjes te aanschouwen, in ons klimaat wat minder uitbundig dan in de tropen, maar ze zijn er wel.  De zeldzame bijeneter en scharrelaar bijvoorbeeld, die groen en blauw in het verenpak hebben. Maar wat dacht u van de spechten met rood en groen of zwartbont en rood, of de Vlaamse gaai met die mooie blauwe veertjes in de vleugels? En dan de vogels met een geel accent, als geelgors,  wielewaal, gele kwikstaarten, mezen en sijsjes.  Mooi bont zijn de roodborsttapuit, puttertjes, vinken en vooral de goudvink. Ook ons ijsvogeltje is in de vlucht als een kaarsrechte blauwe flits te zien. Eigenlijk kleur genoeg.

In het algemeen dienen kleuren als signaal, vooral bij de hofmakerij als het mannetje extra mooi opgedoft is. Het vrouwtje, dat daarna op de eieren zit, heeft meestal een praktische schutkleur.  Er zijn diverse manieren waarop een vogel kleur krijgt. Het zit 'm in de veren, die als ze vernieuwd worden weer hetzelfde patroon aannemen.Veren slijten namelijk ook, door het vliegen, door het poetsen en door ongelukjes bij weer en wind, of bij predatoren, die dan met een bek vol veren achterblijven als de vogel ternauwernood het vege lijf heeft kunnen redden…

 

Worteltjes eten voor de verenkleur? 

Sommige kleuren veren worden veroorzaakt door pigmenten, bijvoorbeeld melanine. Net als in onze huid, die onder invloed van zonlicht bruin kan kleuren. De kleurstof melanine zorgt voor het zwart in de veren en levert in vele maten en vormen, ook de gele en bruine tinten.

Het rood en oranje komt tot stand onder invloed van carotenoïden. Dat kan een vogel niet zelf aanmaken, hij is daarvoor afhankelijk van planten of dieren. Hij haalt het uit het voedsel. Als de rode ibissen en flamingo's in de dierentuin geen kleurstofrijk voedsel toegediend krijgen, verliezen de uitbundige kleuren.Misschien moeten jongen ibissen en jonge flamingo's in de dierentuin van hun moeder wel het bordje met worteltjes opeten. "Daar wordt je mooi van, Pietje" hoor je de oude vogel al zeggen.

Bij vele vogels zie je ook natuurtechnische kleuren, dat wil zeggen dat er geen chemie aan te pas komt. De weerschijn van het licht levert soms diverse kleuren op, al naar hoe je er op kijkt. Een ekster kan zowel zwart zijn, als blauw glanzen. Het zijn structuurkleuren. Het blauw in de vleugels van de Vlaamse gaai komt, doordat er minuscule kleine belletjes in het verenmateriaal zitten, die licht terugkaatsen. Valt het licht er niet op, maar schijnt het er doorheen, dan zie je gewoon iets bruins. Bij bepaalde vogels komt een combinatie van beide kleurmogelijkheden voor. Kwekers van kleurvogels in de volière kunnen zo een van origine geel vogeltje geheel naar de blauwe kant krijgen. Dat is de kunst van kleurkweken.

Volgens de literatuur worden de groene voorjaarskleuren op de kop van een woerd (de mannetjes eend) en de ogen in de pauwenveren veroorzaakt door veranderingen in de structuur van hun verendeeltjes, de filamenten.

In elk geval worden veel vogels naar hun opvallende kleuren genoemd: roodborst, blauwborst, Redtailed hawk, Blauspecht (de boomklever), rosse grutto en zo maken we ook onderscheid tussen de bruine, de blauwe en de grauwe kiekendief. Ook poten en snavels kunnen opvallende kleuren hebben, waaraan je ze zelfs kunt herkennen. Zo hebben we ook de groenpootruiter en rosse franjepoot als vogelnamen.

Na dit bonte verhaal over kleuren van vogels op naar de muziek, een kwartierlang ‘vogelnummers’.

 

Waarom vliegen vogels vanzelf en wij niet? 

In de inleiding wierpen we de vraag op, waarom de natuur de vogels heeft 'uitgevonden'.. Het vliegen als vorm van voortbewegen is een energieverslindende bezigheid en het vereist nogal wat aanpassingen van het lichaam van warmbloedige dieren. Hoe is dat zo gekomen? Er zijn diverse hypotheses in omloop hoe loop- of zwembeesten de lucht in gingen , en: er vliegt meer dan vogels alleen. Vliegende insecten zijn er al zo'n 350 miljoen jaar, maar er vlogen al vogels ten tijde van de dinosauriërs. Er zijn fossielen gevonden van oervogels, evenals van de vliegende reptielen. Er wordt nog steeds onderzocht of de vliegende dino's koud- of toch warmbloedig waren, want dat maakt nogal wat uit in de energiehuishouding bij het vliegen. Raadsels zat.

Over een ding zijn de geleerden het eens: vogels hebben veren. Over een ander fenomeen is men het ook eens. Ongeveer 65 miljoen jaar geleden werd de aarde getroffen door iets uit de ruimte, een asteroïde of iets dergelijks, wat catastrofale gevolgen had voor het toenmalige leven aarde. De zon verdween tijdenlang achter enorme stofwolken van die geweldige explosie. Veel levende wezens stierven. Ook de dinosauriërs  en vele soorten reptielen die in de zee en in de lucht leefden, verdwenen in het niets. Ook de grote oervogels gingen verloren.

Maar… een paar kleinere soorten, verre voorouders van eenden, ganzen en kustvogels, als plevieren en waadvogels overleefden op een of andere manier 'ergens'  de ramp. Ze hadden een hele aarde voor zich, die nu vrijwel leeg was. De grote joekels van beesten waren er niet meer en zeker die grote vliegende reptielen niet. De concurrentie was weg. Binnen tien miljoen jaar had die diergroep met veren het luchtruim veroverd, op de kleine zangvogels na. Uit die tijd zijn al duizenden fossiele resten bekend, die in de klei van Engeland en Wyoming (USA) bewaard waren gebleven. 

 

Vogelvleugels, hoed u voor namaak... 

Het betekent dat de vogels zich volledig hebben aangepast aan het vliegend bestaan (we laten het ingewikkelde verhaal van de loopvogels maar even buiten beschouwing). Hun vleugels zorgen voor de lift, de opwaartse kracht die je in de lucht houdt. Door de beweging  wordt dat opgewekt of versterkt. Zware vogels hebben een aanloop nodig als starthulp, om in de lucht te komen. Kijk maar hoe een zwaan watertrappend los komt. Verder zijn de vleugels aangepast aan de wijze van vliegen, bijvoorbeeld zwevend, pijlsnel jagend of gewoon fladderen om een kleine afstand te overbruggen. Vogelvleugels zijn geweldige dingen, uiterst wendbaar en zeer effectief. Geen wonder dat de eerste mensen die wilden vliegen, vooral vogelvleugels probeerden na te bouwen!

De grote zwaan is aangepast aan het luchtverkeer. Hij is dus lichter dan een zoodier van dezelfde grootte. Vogelbotten zijn hol, maar verstevigd met dwarsverbindingen. Vogels hebben geen bek met kaken en tanden, maar een lichtere en gestroomlijnde snavel. Ze hebben geen benige staart, maar een waaier van veren en hun lichaam zit vol luchtzakken. Ik citeer nu uit het schitterende boek 'Vogels' van David Attenborough. De meeste vogels hebben negen luchtzakken, verdeeld over het hele lijf. Die vormen een deel van het ademhalingsysteem, waarbij de vogel meer zuurstof uit de lucht haalt dan elk ander warmbloedig dier. Ook is er een slim systeem van in- en uitademen, zodat de luchtstroom effectief gebruikt wordt en niet tegenwerkt in de vlucht. En dan is er het verenpak, dat de vogel een perfecte stroomlijn geeft.

 

Efficiënt vliegen 

Dan nòg is het de kunst om de energie voor het vliegen zo effectief mogelijk in te zetten. Dus soms even zweven tussen twee vogelslagen in, of in formatie gaan vliegen zodat je van elkaars uplift in de turbulentie profiteert. Wie ooit een stel pelikanen in formatie vlak over de golftoppen van de Pacific heeft zien scheren, snapt hoe dat werkt. De Amerikaanse luchtmacht is nu met straaljagers aan het oefenen om in zeer nauwe vogelformaties te gaan vliegen, want het scheelt tonnen brandstof hebben ze uitgerekend! Wat vliegtechniek betreft, zijn vogels nog steeds het voorbeeld voor de mens. Lees daarover meer in het fraaie boek van Stephen Dalton, 'De Magie van het Vliegen'. U merkt dat we bijna weer in het programma 'Vliegwerk' over luchtvaart & vliegerij verzeild raken. Om weer in de vogelwereld terecht te komen, kunt u nu luisteren naar een Engelse traditional over de koekoek  "The Cuckoo", gezongen door de Koorschool Viva la Musica o.l.v Wilma ten Wolde, uit het Drentse Zuidwolde. Het staat op hun CD 'Vlindertuin, de natuur gezongen'. Mooi werk en 'dat dankt je de koekoek', want de Koorschool van Wilma ten Wolde maakt mooie muziek. Ik heb ze zien optreden in het bezoekerscentrum van het nationaal park Dwingelderveld te Ruinen, tijdens een speciale vlinderweek.

 

Jaja, ‘Dat dank je de koekoek’  

We zijn terecht gekomen bij de vogels in taal en geloof en bijgeloof. Al vanouds worden vogels vereerd èn verguisd, vaak door onwetendheid of angst. Dat een koekoek een trekvogel is, wilde er vroeger niet in. De inwoners van het Drentse dorp Elp worden nog 'koekoeken' genoemd. Dart komt omdat ze daar 's winters de koekoek bewaarden. De oudste inwoner  stopte hem in een kist. Als de eerste koekoek zich in het voorjaar liet horen, zei men in Drenthe: "De Elpers hebt 'm weer löslaoten". Het gezegde 'Dat haal je (of: dat dank je) de koekoek' betekent dat zal waarachtig wel waar zijn, of 't zal wel zo uitkomen. De koekoek is hier een bedekte aanduiding voor de duivel, in de zin van 'de duvel moge je erom halen dat dit zo is' aldus Nederlandse Spreekwoorden & Gezegden van F.A Stoet (7de druk bewerkt door C.Kruyskamp, uitg.1950). Er zijn meer vogels die steeds weer opduiken in bijgeloof en in gezegden en spreekwoorden. In het Oude Testament hebben de raaf en de duif al een plekje gevonden. Na veertig dagen varen zond Noach deze vogels uit om te kijken of de waterspiegel op aarde al was gezakt. Nadien zijn duif en raaf boodschapvogels gebleven. Eigenlijk waren ze dat al, want in de Germaanse mythologie duiken de raven Hugin (gedachte) en Munin (herinnering) al op als metgezel van de god Odin. Het zegswijze 'Al zouden de raven het uitbrengen' herinnert daar aan. Het betekent dat 'heimelijk bedreven kwaad altijd aan de dag komt'  In het oudgermaanse geloof brachten de raven de tijdingen aan hun heer, van al wat zij gehoord en gezien hadden.

 

Duif in een hokkie - Haantje op een stokkie                                                      .

Duiven brengen geluk in huis en behoeden de bewoners voor ziekte en kwalen, volgens een oud geloof. In sommige huizen van stand heeft men daarom binnenshuis duiven in ee. kooitje, zoals in de havezate Mensinge te Roden, waar de duivenkooi boven de keukendeur zit..

We hebben Pasen en Palmpasen nu een week of wat achter de rug, maar weet u .of van de palmpaas, het 'haantje op een stokkie'?  Zo'n palmpaas heeft verschillende elementen in zich, van de christelijke palmtakken tot de groene meiboom uit voorchristelijke tijden. He. 'haantje op een stokkie' wordt gezien als een restant van een oud gebruik om op de Meiboom e.n levende vogel te houden ,als symbool van vruchtbaarheid. Later werd het levende beest vervangen door een figuur van hout, karton of gebakken brooddeeg. Die laatste heette dan haantje.of zwaan, eendje of gansje en soms ook duifje of kloek. Je kunt met symboolvogels alle kanten op. 

Dit is het eind van het vogelverhaal bij Radio LOEP, dan wel Radio Tynaarlo. U mag nu naar buiten en kijken en luisteren of het allemaal klopt!

(uitgezonden op de lokale omroep Radio Loep, c.q. Radio Tynaarlo april 2002; productie, teksten en presentatie Jan Tuttel)

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.