INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:24

naamkunde

 
Beestenbende bij waterplanten

Sommige wilde planten in en aan het water krijgen bijnamen of volksnamen, anderen juist helemaal niet. Riet is zo'n uitzondering, die zichzelf blijft. In elke taal of dialect, want riet blijft reed, reet, reid of rait heten. Alleen de klank varieert. Hooguit dat je het Duitse woord Schilf als een andere naam kunt zien, maar daar wordt vooral de dichte oevervegetatie met veel riet of biezen mee bedoeld.

Een interessante waterplant, die je in verlandingssituaties bij schoon water kunt aantreffen, is de krabbescheer. Hij duikt 's winters onder en komt in het voorjaar weer omhoog drijven en vormt dan zomers dichte groene velden op het wateroppervlak. De noordelijke bijnamen zijn aolstiekel en ielstiekel, waar de aal of paling in vernoemd wordt. Zijn blad is scherp aan de randen, vandaar dat stiekelige. Dat element komt terug in de bijnaam stekelroos, waar 'roos' symbolisch is voor mooie bloem (In Noordwest-Overijssel komt dat compliment ook voor in de lokale naam "roosjes over 't meer" voor het harig wilgenroosje - toch een gewone plant van de waterkant en de rietzoom). Andere bijnamen voor krabbescheer zijn: stiekelkreuze, wateraloë, waterkaarde en kikkerkruid. Waterscheer en scheren zijn streeknamen uit Oost-Nederland en het laagveengebied van Utrecht en Zuid-Holland. De losgestoken scheren zijn -totdat de kunstmest in gebruik kwam- nog lang gebruikt als bemesting voor aardappelakkers bij Steenwijk en omgeving. Het transport van die lange slierten drijvende planten achter de punter aan, was het heve- of scherenslepen.  In de vorige eeuw vermeldde men de naam 'kragge' voor de scheren. De kragge wordt nu gebruikt als aanduiding voor het moerassig land, waar in De Weerribben riet geteeld wordt ("hij is op de kragge bezig"). 

We zagen al dat bij planten die in of  aan het water groeien, diernamen als kikker en aal gebruikt worden in de volksnamen. Zo kennen we de officiële waterplant kikkerbeet, die elders als kikkerbloem en kikkerkruid bekend staat. Vanwege zijn ronde drijvende blaadjes heet hij ook duiteblad, kleine duitjes en centenblad. In Vlaanderen heette kikkerbeet echter schellingskruid en geld-op 't water. De kleingeld-namen duit, schelling en cent geven wel aan dat deze volksnamen een behoorlijke ouderdom hebben.

Nu slaat de verwarring toe, want kikkerbeet is op zijn beurt weer de streeknaam voor de brakwaterplant lepelblad en voor de koekoeksbloem, waterlelie en de gele plomp. In Walcheren kreeg de blaartrekkende boterbloem ooit het extra etiket kikkerbloempje opgeplakt. Zelfs de zwanebloem, wat op zich al een waterdiernaam is, werd in de Hoekse Waard en op Voorne ook wel kikkerbloem genoemd. 

De kalmoes, een plant van wat steil aflopende oevers, staat bekend onder de streeknamen zwanebrood en earrebarrebrea (ooievaarsbrood)  waarin fraaie watervogels vernoemd zijn. Het kan ook minder prozaïsch: een Friese volksnaam voor kalmoes luidt kattekloten. Soms is het plantennamen echt een beestenbende!

 

Jan Tuttel

(bewerking 04 februari 2000 van in 1997 verschenen artikel in 'de Kraggekraante' van het nationaal park De Weerribben)

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.