Waarom zijn het Zwarte Laantje, ‘t Zwartepad en de Zwarteweg ‘zwart’?
Het kan spannend zijn om naspeuringen te doen naar een duister verleden, een
donker krocht vol geheimen, of desnoods naar het zwarte schaap van de familie.
De aanleiding voor dit stukje is minder mysterieus. Het begon met de vraag uit
Almere, wèlk Zwart laantje in Almelo wij bedoelen in een artikeltje op deze
website www.tuttel.com. Er bleken kennelijk meerdere Zwarte laantjes bekend te
zijn (geweest) in verschillende hoeken van ’t Almelose territorium. En we kenden
‘van horen zeggen’, zo’n halve eeuw geleden, ook al d’n Duustern Diek (de
Duistere Dijk) in dit gebied.
Reden voor ons en voor de familie in Almelo, om ons bezig te gaan houden met de
duistere geheimen van het Zwarte laantje, het Zwartepad, de Zwarteweg en ’n
Duustern Diek. Wat zijn dat voor wegen, waar vind je ze en waarom is het
allemaal zo zwart?
Een zoekopdracht op internet leidde naar vijf Zwarte laantjes: Almelo,
Zevenhuizen, Ede, Amsterdam/Duivendrecht en bij v/h ‘den ouden Briel, bij de
vuurtoren’. Ik woon zelf aan een voormalige Zwart laantje in Eelde, dat begin
jaren zeventig verdween bij het bouwrijp maken van de omgeving. De weg werd
geasfalteerd.
De naam Zwartepad kwam dertien keer in beeld. Op Dedemsvaart, Stegeren, Berkel &
Rodenrijs en een locatie op de Veluwe na, liggen deze wegnamen vooral in
Holland. Het ‘Zwattepad’ ligt in Drenthe, in de boswachterij Schoonloo (daarover
straks meer).
Vervolgens is de verschijning van de Zwarteweg nagegaan. Deze straatnaam dook op
in 44 plaatsen, verspreid door het hele land. Van Tolkamer tot Noordwijk, van
Spijk tot Venlo en van Rotterdam tot Nieuw-Amsterdam. Een wijnkoperij te
Bennebroek met zijn kelders aan de Zwarteweg, vond hierin inspiratie om zijn
Côte du Roussillon Villages te bottelen onder de naam ‘Cave Rue Noire’.
Nederland en België tellen wel meer ‘zwarte’ wegen van naam, die echter niet op
internet te vinden zijn. Sla de registers van de Topografische
provincie-atlassen er maar op na. Wegnamen als Zwarte Dijk, het Zwarte Wegje en
dergelijke hebben we niet eens nader onderzocht.
Waarom zo zwart?
In de naamkunde bestaan verschillende verklaringen voor straatnamen, plaatsnamen
en veld- en waternamen die zo zwart bekend staan. De kleur van de grond of van
het water kan de naam bepalen. Zwartebroek (bij Barneveld) is zo genoemd vanwege
de zwarte grond in het voormalige ‘broek’(moerassig bos). De plaats Zwartemeer
in ZO-Drenthe dankt zijn naam aan het al lang verdwenen veenmeer met het donkere
water. Maar… niet elk Zwarte meer of Zwarte water is van die donkere afkomst.
In Drenthe liggen ook enkele vennen die ‘Zwarte water’ heten, maar die hun naam
ontlenen aan hun ligging op een (vroegere) gebiedsgrens. Swette is een oude
aanduiding voor grens, nog steeds terug te vinden in het woord ‘zwetsloot’. Een
water als swette gaat in de loop der tijden vanzelf veranderen in swattewater,
wat nadien op topografische kaarten keurig ingetekend is als ‘Zwarte water’. Een
mooi voorbeeld vormt ‘het Zwattepad’, een wandelroute van Staatsbosbeheer door
de boswachterij Schoonloo in het midden van Drenthe.
Die route is genoemd naar de oude markegrens tussen de dorpen Elp en Schoonloo,
die precies over het Elpermeer of het Zwattewater ligt. Tegenwoordig is het de
grens tussen de (fusie)gemeenten ‘Midden-Drenthe’ en ‘Aa & Hunze’.
Om bij de veentjes te blijven, de namen Zwarteveen of ‘Zwarte turfveen’ horen
bij de donkere veengrond. Juist het zwartveen leverde de beste brandstof op.
Bij de wegnamen Zwartepad, Zwarteweg en Zwarte laantje zijn diverse
naamsverklaringen mogelijk. Er bestaat een Zwarte Weg die de kilometers lange,
lijnrechte grens vormt tussen de v.m. gemeenten Gieten en Gasselte. Ik ken de
historie niet, maar het zou me niet verbazen als hier sprake is van een
grensaanduiding. Op de topografische kaarten van 1852/1853 komt deze weg niet
voor, maar de grens is goed herkenbaar aan de andere percelering bij de
veenontginning ter weerszijden van de grens.
Het ligt voor de hand om de donkere kleur van de weg of van de wegverharding te
zien als verklaring voor deze wegnamen. In enkele gevallen klopt dat helemaal.
Er is dan sprake van een sintelverharding (Zaandam) of de weg ligt naast een
spoor- of havenempacement, waar ook vaak zwart afvalmateriaal als verharding
benut werd. Ook gasfabrieken, ijzergieterijen en hoogovens gebruikten veel
steenkool en hadden daarvan afvalstoffen, die ze goedkoop kwijt moesten.
In geval van verharding van afgelegen weggetjes, parkeerterreinen, emplacementen
en opslagterreinen, kan het ook om ‘mijnsteen’ gaan. Een afvalproduct uit de
steenkoolmijnen dat teveel steen en te weinig kool bevatte. Ze vormden de grote
puntvormige bergen bij de mijnen. Mijnsteen werd in elk geval tot in de jaren
zeventig gebruikt. Ook in Twente, want een trouwdiner in 1969 vond plaats in
restaurant ‘het Steerntje’ aan de rand van Hengelo/O. Hun parkeerplaats zag
zwart van de mijnsteen. Omdat we geologen in de familie hebben, hebben we daar
–in ons goeie pak- toch gauw even naar Carboon-fossielen gezocht…
Het zwarte kan dus in de grensfunctie zitten (swette), het kan op kleur van de
verharding slaan (sintels en andere afvalmateriaal van steenkool als brandstof)
en de weg zelf kan een uitermate donkere ondergrond hebben. Dat valt dan met
name op in zandstreken, waar onverharde wegen normalerwijze een lichte kleur
hebben.
Tot slot kan er ook sprake zijn van een ‘Zwart laantje’ dat buiten de bebouwde
kom door een donkere en onverlichte omgeving voert, met bomen, bosjes en sloten.
Maar met een zwarte verharding erbij wordt pas echt een ‘pikzwart’ laantje…
De Almelose Zwarte laantjes
Er zijn er met zekerheid twee geweest. Het bekendste Zwarte laantje liep door
het voormalige landelijke gebied ten westen van Almelo, wat nu de wijk
Aaldrinkshoek is geworden. Verspreid staande grote eiken tussen de bebouwing
verraden het tracé van het geliefde wandellaantje, dat tot de het midden van de
20ste eeuw nog intact was. Je begon bij de Wierdenseweg naast ‘de villa van ten
Cate’, slingerde langs enkele kleine boerderijen - die in bezit waren van de
Graaf van Almelo - als het erve Aaldrink (gevelsteen uit 1774), Hammink en
Schuilenborg, en kwam dan weer uit bij de uitspanning ‘de Mosterdpot’.
Dat was hèt Zwarte laantje, een onverlichte smalle zandweg tussen hoge eiken,
met sloten aan weerszijden. Op de hoek, waar een doodlopend zijwegje richting
(in 1977 afgebroken) boerderij ‘de Oorlog’ de voerde, stond zelfs nog een oud
eikenhouten stuwtje. Het laantje (op wat eiken na), de boerderijtjes (op één na)
en de café-uitspanning zijn thans verdwenen.
Het tweede Zwarte laantje is van oudere datum. Op een stadskaart uit de jaren
dertig (uitgave Nutsspaarbank Almelo) staat dat laantje met naam ingetekend. Het
begint ook ter hoogte van de ‘villa van ten Cate aan de Wierdensestraat’ en
voert ongeveer noordwaarts naar de Noordhoeksweg, die naar de brug over het
kanaal richting ‘het Eiland’ leidde. Vergeleken met de route van de huidige
Aaldrinkssingel meer naar de kant van het centrum toe. Het weggetje kwam uit bij
de voormalige brug ter hoogte van het recent afgebroken Chinees restaurant, dat
op de locatie van het voormalige café Klein-Scheveningen stond.
Halverwege dat zwarte laantje staat een wegje naar het oosten getekend, de
Aaldrinksweg. Dat stukje verdween toen de wijken Kerkelanden en later
Aaldrinkshoek gebouwd werden
Het derde Zwarte laantje is nergens ‘zwart op wit’ weer te vinden, maar het zal
inderdaad een duister weggetje geweest zijn als de Bosrand in de omgeving van
het erve Noordik. Er wordt mondeling verder onderzoek gedaan. Oudere inwoners
menen dat er best meerdere achteraf-weggetjes als ‘Zwarte laantje’ bekend kunnen
zijn geweest. Vroeger kwam je niet zo gauw in een andere buurt hélemaal aan de
andere kant van de stad. Ieder kind kende dus gewoon zijn ‘eigen’ Zwarte
laantje.
Er waren wel meer weggetjes die een verharding met zwart materiaal hadden, maar
die een eigen straatnaam kenden. Ik herinner me als zwarte, halfverharde
weggetjes de Schuttemansweg (zijweg Maardijk) en een wegje noordelijk van café
Klein-Scheveningen, richting Visschedijk, eer de fabriekscomplexen van ten Cate
uitgebreid werden. Ook tegen het spoor aan, bij de Bellavistastraat, zie ik een
stuk zwarte weggetje voor me. Toch? De Ossenkoppelerlaan (bij de sportvelden van
v.v.Almelo) zie ik als zwartverhard wegje voor me, evenals een particuliere
tussenweg bij de boerderij de Sumpel met een wit afsluithek en een bordje ‘Eigen
Weg’. Nog meer?
En de ‘Duistere Dijk’ van Almelo?
De voormalige Duistere Dijk (d’n Duuster’n Diek) maakte, volgens de lokale
historische literatuur, deel uit van de oude route Kampen-Osnabrück. Op de
stadskaarten staat hij met naam ingetekend vanaf de kruising
Rohofstraat-Wierdensestraat noordoostwaarts lopend richting NS-station. Het
betreffende zijstraatje van de Appelstraat is daarna Dijkstraat gaan heten. Trek
je dat tracé door (over het spoor, over het Overijssels kanaal) naar het
noorden, dan kom je via de v.m. Spoorstraat en de Brugstraat bij de v.m.Duistere
Brug over het Almelo-Nordhornkanaal.
En nu wordt het ingewikkeld, want een andere bron meldt het volgende:
“Den sintelweg ‘de Duistere Dijk’ volgende komt men langs het Tijhofsbosch (ook
Nachtegaalsbosje genoemd) en het erve Vrielink, bij het huis Harwig aan den
grindweg naar Vriezenveen.”
Aan de hand van de stadskaarten van de jaren dertig en de topografische kaarten
van 1903 (ged.herzien in 1921) praat je dan over de Tijhofslaan en de
Vrielinkslaan. En vlakbij – op een paar honderd meter afstand - liep dan de
Noordikslaan ongeveer ook in Noordelijke richting. En was daar misschien niet
ook een Zwart laantje? Een duister verhaal nog, maar wie het weet mag het
zeggen.
Literatuur:
-‘Veldnamen in Almelo’, uitg. Van de Berg, Enschede 1991
-J. Okker, ‘Almelo Vroeger en Thans’, uitg. Almelo’s Dagblad, Almelo 1936
-H. Hagens & Jac. Niewerth Azn ‘Almelo in oude ansichten, deel 1’, uitg.
Zaltbommel ??
-Idem deel 2
-G.J.I.Kokhuis, ‘Historie van Almelo’, uitg. Hengelo 1985
-G.J.I.Kokhuis & H.Kroeze, ‘Almelo in het verleden’, uitg. Enschede 1992
-stadsplattegrond als reclame van Almelosche Brandstoffenhandel en Expeditie v/h
Vogelsang Azn ,uit Adresboek Almelo (jaartal onbekend)
-stadsplattegrond uitgegeven door Nutsspaarbank Almelo, Adastraat 5 (z.j.)
-Kaart 1:100.000 van de Rijwielpaden, Wandelwegen en Ruiterwegen in Twenthe en
Salland, uitg. ANWB Toeristenbond voor Nederland, ’s Gravenhage/Amsterdam 1932
-Topografische Atlas Overijssel 1:25000 (kaartblad Almelo, verkend in 1882 en
1993, herzien in 1903 en ged. Herzien tot 1921), uitg. Den Ilp 1990
-wandelfolder ‘Het Zwattepad in de boswachterij Schoonloo’, uitg.
Staatsbosbeheer 2002
-Grote Provincie Atlas 1:25000 Overijssel, uitg. Wolters-Noordhoff te Groningen
& Topgrafische Dienst Emmen 1991
-Jan Tuttel, ‘Verdwenen Plekjes Almelo 1945-1979’, uitg.Groningen 1980
(tekst: Jan Tuttel 19/1/2004, met dank aan Marian Vreeswijk-Tuttel, Dick
Vreeswijk en Harald van der Kooi) |