INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:20

naamkunde

 
Waarom zijn het Zwarte Laantje, ‘t Zwartepad en de Zwarteweg ‘zwart’?

Het kan spannend zijn om naspeuringen te doen naar een duister verleden, een donker krocht vol geheimen, of desnoods naar het zwarte schaap van de familie. De aanleiding voor dit stukje is minder mysterieus. Het begon met de vraag uit Almere, wèlk Zwart laantje in Almelo wij bedoelen in een artikeltje op deze website www.tuttel.com. Er bleken kennelijk meerdere Zwarte laantjes bekend te zijn (geweest) in verschillende hoeken van ’t Almelose territorium. En we kenden ‘van horen zeggen’, zo’n halve eeuw geleden, ook al d’n Duustern Diek (de Duistere Dijk) in dit gebied.
Reden voor ons en voor de familie in Almelo, om ons bezig te gaan houden met de duistere geheimen van het Zwarte laantje, het Zwartepad, de Zwarteweg en ’n Duustern Diek. Wat zijn dat voor wegen, waar vind je ze en waarom is het allemaal zo zwart?

Een zoekopdracht op internet leidde naar vijf Zwarte laantjes: Almelo, Zevenhuizen, Ede, Amsterdam/Duivendrecht en bij v/h ‘den ouden Briel, bij de vuurtoren’. Ik woon zelf aan een voormalige Zwart laantje in Eelde, dat begin jaren zeventig verdween bij het bouwrijp maken van de omgeving. De weg werd geasfalteerd.
De naam Zwartepad kwam dertien keer in beeld. Op Dedemsvaart, Stegeren, Berkel & Rodenrijs en een locatie op de Veluwe na, liggen deze wegnamen vooral in Holland. Het ‘Zwattepad’ ligt in Drenthe, in de boswachterij Schoonloo (daarover straks meer).
Vervolgens is de verschijning van de Zwarteweg nagegaan. Deze straatnaam dook op in 44 plaatsen, verspreid door het hele land. Van Tolkamer tot Noordwijk, van Spijk tot Venlo en van Rotterdam tot Nieuw-Amsterdam. Een wijnkoperij te Bennebroek met zijn kelders aan de Zwarteweg, vond hierin inspiratie om zijn Côte du Roussillon Villages te bottelen onder de naam ‘Cave Rue Noire’. Nederland en België tellen wel meer ‘zwarte’ wegen van naam, die echter niet op internet te vinden zijn. Sla de registers van de Topografische provincie-atlassen er maar op na. Wegnamen als Zwarte Dijk, het Zwarte Wegje en dergelijke hebben we niet eens nader onderzocht.

 

Waarom zo zwart?

In de naamkunde bestaan verschillende verklaringen voor straatnamen, plaatsnamen en veld- en waternamen die zo zwart bekend staan. De kleur van de grond of van het water kan de naam bepalen. Zwartebroek (bij Barneveld) is zo genoemd vanwege de zwarte grond in het voormalige ‘broek’(moerassig bos). De plaats Zwartemeer in ZO-Drenthe dankt zijn naam aan het al lang verdwenen veenmeer met het donkere water. Maar… niet elk Zwarte meer of Zwarte water is van die donkere afkomst.
In Drenthe liggen ook enkele vennen die ‘Zwarte water’ heten, maar die hun naam ontlenen aan hun ligging op een (vroegere) gebiedsgrens. Swette is een oude aanduiding voor grens, nog steeds terug te vinden in het woord ‘zwetsloot’. Een water als swette gaat in de loop der tijden vanzelf veranderen in swattewater, wat nadien op topografische kaarten keurig ingetekend is als ‘Zwarte water’. Een mooi voorbeeld vormt ‘het Zwattepad’, een wandelroute van Staatsbosbeheer door de boswachterij Schoonloo in het midden van Drenthe.
Die route is genoemd naar de oude markegrens tussen de dorpen Elp en Schoonloo, die precies over het Elpermeer of het Zwattewater ligt. Tegenwoordig is het de grens tussen de (fusie)gemeenten ‘Midden-Drenthe’ en ‘Aa & Hunze’.

Om bij de veentjes te blijven, de namen Zwarteveen of ‘Zwarte turfveen’ horen bij de donkere veengrond. Juist het zwartveen leverde de beste brandstof op.
Bij de wegnamen Zwartepad, Zwarteweg en Zwarte laantje zijn diverse naamsverklaringen mogelijk. Er bestaat een Zwarte Weg die de kilometers lange, lijnrechte grens vormt tussen de v.m. gemeenten Gieten en Gasselte. Ik ken de historie niet, maar het zou me niet verbazen als hier sprake is van een grensaanduiding. Op de topografische kaarten van 1852/1853 komt deze weg niet voor, maar de grens is goed herkenbaar aan de andere percelering bij de veenontginning ter weerszijden van de grens.

Het ligt voor de hand om de donkere kleur van de weg of van de wegverharding te zien als verklaring voor deze wegnamen. In enkele gevallen klopt dat helemaal. Er is dan sprake van een sintelverharding (Zaandam) of de weg ligt naast een spoor- of havenempacement, waar ook vaak zwart afvalmateriaal als verharding benut werd. Ook gasfabrieken, ijzergieterijen en hoogovens gebruikten veel steenkool en hadden daarvan afvalstoffen, die ze goedkoop kwijt moesten.
In geval van verharding van afgelegen weggetjes, parkeerterreinen, emplacementen en opslagterreinen, kan het ook om ‘mijnsteen’ gaan. Een afvalproduct uit de steenkoolmijnen dat teveel steen en te weinig kool bevatte. Ze vormden de grote puntvormige bergen bij de mijnen. Mijnsteen werd in elk geval tot in de jaren zeventig gebruikt. Ook in Twente, want een trouwdiner in 1969 vond plaats in restaurant ‘het Steerntje’ aan de rand van Hengelo/O. Hun parkeerplaats zag zwart van de mijnsteen. Omdat we geologen in de familie hebben, hebben we daar –in ons goeie pak- toch gauw even naar Carboon-fossielen gezocht…

Het zwarte kan dus in de grensfunctie zitten (swette), het kan op kleur van de verharding slaan (sintels en andere afvalmateriaal van steenkool als brandstof) en de weg zelf kan een uitermate donkere ondergrond hebben. Dat valt dan met name op in zandstreken, waar onverharde wegen normalerwijze een lichte kleur hebben.
Tot slot kan er ook sprake zijn van een ‘Zwart laantje’ dat buiten de bebouwde kom door een donkere en onverlichte omgeving voert, met bomen, bosjes en sloten. Maar met een zwarte verharding erbij wordt pas echt een ‘pikzwart’ laantje…

 

De Almelose Zwarte laantjes

Er zijn er met zekerheid twee geweest. Het bekendste Zwarte laantje liep door het voormalige landelijke gebied ten westen van Almelo, wat nu de wijk Aaldrinkshoek is geworden. Verspreid staande grote eiken tussen de bebouwing verraden het tracé van het geliefde wandellaantje, dat tot de het midden van de 20ste eeuw nog intact was. Je begon bij de Wierdenseweg naast ‘de villa van ten Cate’, slingerde langs enkele kleine boerderijen - die in bezit waren van de Graaf van Almelo - als het erve Aaldrink (gevelsteen uit 1774), Hammink en Schuilenborg, en kwam dan weer uit bij de uitspanning ‘de Mosterdpot’.
Dat was hèt Zwarte laantje, een onverlichte smalle zandweg tussen hoge eiken, met sloten aan weerszijden. Op de hoek, waar een doodlopend zijwegje richting (in 1977 afgebroken) boerderij ‘de Oorlog’ de voerde, stond zelfs nog een oud eikenhouten stuwtje. Het laantje (op wat eiken na), de boerderijtjes (op één na) en de café-uitspanning zijn thans verdwenen.

Het tweede Zwarte laantje is van oudere datum. Op een stadskaart uit de jaren dertig (uitgave Nutsspaarbank Almelo) staat dat laantje met naam ingetekend. Het begint ook ter hoogte van de ‘villa van ten Cate aan de Wierdensestraat’ en voert ongeveer noordwaarts naar de Noordhoeksweg, die naar de brug over het kanaal richting ‘het Eiland’ leidde. Vergeleken met de route van de huidige Aaldrinkssingel meer naar de kant van het centrum toe. Het weggetje kwam uit bij de voormalige brug ter hoogte van het recent afgebroken Chinees restaurant, dat op de locatie van het voormalige café Klein-Scheveningen stond.
Halverwege dat zwarte laantje staat een wegje naar het oosten getekend, de Aaldrinksweg. Dat stukje verdween toen de wijken Kerkelanden en later Aaldrinkshoek gebouwd werden

Het derde Zwarte laantje is nergens ‘zwart op wit’ weer te vinden, maar het zal inderdaad een duister weggetje geweest zijn als de Bosrand in de omgeving van het erve Noordik. Er wordt mondeling verder onderzoek gedaan. Oudere inwoners menen dat er best meerdere achteraf-weggetjes als ‘Zwarte laantje’ bekend kunnen zijn geweest. Vroeger kwam je niet zo gauw in een andere buurt hélemaal aan de andere kant van de stad. Ieder kind kende dus gewoon zijn ‘eigen’ Zwarte laantje.

Er waren wel meer weggetjes die een verharding met zwart materiaal hadden, maar die een eigen straatnaam kenden. Ik herinner me als zwarte, halfverharde weggetjes de Schuttemansweg (zijweg Maardijk) en een wegje noordelijk van café Klein-Scheveningen, richting Visschedijk, eer de fabriekscomplexen van ten Cate uitgebreid werden. Ook tegen het spoor aan, bij de Bellavistastraat, zie ik een stuk zwarte weggetje voor me. Toch? De Ossenkoppelerlaan (bij de sportvelden van v.v.Almelo) zie ik als zwartverhard wegje voor me, evenals een particuliere tussenweg bij de boerderij de Sumpel met een wit afsluithek en een bordje ‘Eigen Weg’. Nog meer?

En de ‘Duistere Dijk’ van Almelo?
De voormalige Duistere Dijk (d’n Duuster’n Diek) maakte, volgens de lokale historische literatuur, deel uit van de oude route Kampen-Osnabrück. Op de stadskaarten staat hij met naam ingetekend vanaf de kruising Rohofstraat-Wierdensestraat noordoostwaarts lopend richting NS-station. Het betreffende zijstraatje van de Appelstraat is daarna Dijkstraat gaan heten. Trek je dat tracé door (over het spoor, over het Overijssels kanaal) naar het noorden, dan kom je via de v.m. Spoorstraat en de Brugstraat bij de v.m.Duistere Brug over het Almelo-Nordhornkanaal.
En nu wordt het ingewikkeld, want een andere bron meldt het volgende:
“Den sintelweg ‘de Duistere Dijk’ volgende komt men langs het Tijhofsbosch (ook Nachtegaalsbosje genoemd) en het erve Vrielink, bij het huis Harwig aan den grindweg naar Vriezenveen.”
Aan de hand van de stadskaarten van de jaren dertig en de topografische kaarten van 1903 (ged.herzien in 1921) praat je dan over de Tijhofslaan en de Vrielinkslaan. En vlakbij – op een paar honderd meter afstand - liep dan de Noordikslaan ongeveer ook in Noordelijke richting. En was daar misschien niet ook een Zwart laantje? Een duister verhaal nog, maar wie het weet mag het zeggen.

Literatuur:
-‘Veldnamen in Almelo’, uitg. Van de Berg, Enschede 1991
-J. Okker, ‘Almelo Vroeger en Thans’, uitg. Almelo’s Dagblad, Almelo 1936
-H. Hagens & Jac. Niewerth Azn ‘Almelo in oude ansichten, deel 1’, uitg. Zaltbommel ??
-Idem deel 2
-G.J.I.Kokhuis, ‘Historie van Almelo’, uitg. Hengelo 1985
-G.J.I.Kokhuis & H.Kroeze, ‘Almelo in het verleden’, uitg. Enschede 1992
-stadsplattegrond als reclame van Almelosche Brandstoffenhandel en Expeditie v/h Vogelsang Azn ,uit Adresboek Almelo (jaartal onbekend)
-stadsplattegrond uitgegeven door Nutsspaarbank Almelo, Adastraat 5 (z.j.)
-Kaart 1:100.000 van de Rijwielpaden, Wandelwegen en Ruiterwegen in Twenthe en Salland, uitg. ANWB Toeristenbond voor Nederland, ’s Gravenhage/Amsterdam 1932
-Topografische Atlas Overijssel 1:25000 (kaartblad Almelo, verkend in 1882 en 1993, herzien in 1903 en ged. Herzien tot 1921), uitg. Den Ilp 1990
-wandelfolder ‘Het Zwattepad in de boswachterij Schoonloo’, uitg. Staatsbosbeheer 2002
-Grote Provincie Atlas 1:25000 Overijssel, uitg. Wolters-Noordhoff te Groningen & Topgrafische Dienst Emmen 1991
-Jan Tuttel, ‘Verdwenen Plekjes Almelo 1945-1979’, uitg.Groningen 1980


(tekst: Jan Tuttel 19/1/2004, met dank aan Marian Vreeswijk-Tuttel, Dick Vreeswijk en Harald van der Kooi)

 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.