|
RADIOPROGRAMMA ‘VLIEGWERK’
Je
mag er van uitgaan dat je op vliegveld Eelde geen vliegboten ziet. Een
watervliegtuig, een vliegtuig met drijvers kàn, maar dan zitten daar wèl
wieltjes onder om te kunnen taxiën. Het
bekendste watervliegtuig dat op 'Eelde' is geweest, was de eenmotorige
Beaver die meespeelde in de film 'Soldaat van Oranje'. Die Beaver was
het watervliegtuig, dat op het Tjeukemeer moest landen -als u zich die
film, met Rutger Hauer in de hoofdrol, nog voor de geest kunt halen. Het
toestel is op vliegveld Eelde (achter de RLS-hangars) in de filmkleuren
gespoten en is daar later ook weer schoongemaakt. Een gewoon
vliegtuigtype eigenlijk, met drijvers als landingsgestel. Het hadden ook
ski's kunnen zijn voor het vliegen in gletsjers- en ijsgebieden. Wat je
maar wilt. Met
vliegboten is het een heel ander verhaal. Dat zijn vliegtuigen, die
uitsluitend op water kunnen starten en landen. Op hun romp kunnen ze
varen (taxiën op 't water, eigenlijk) en ze gebruiken de drijvers aan
de vleugels als steuntje om in evenwicht te blijven. De vleugels zitten
hoog aan, of zelfs boven, de romp. De motoren zitten natuurlijk helemáál
aan de bovenkant. Je hebt reuzenvliegboten en je hebt kleine vliegboten,
die zelfs als sport- en zakenvliegtuig gebruikt worden. Diverse
afgedankte militaire en passagiersvliegboten hebben een tweede leven
gevonden als blusvliegtuig bij grote, langdurige bosbranden, de
'waterbombers'. Ze landen op meren of grote rivieren in natuurgebieden
met bosbranden en nemen al taxiënd water in het laadruim in. In Canada,
in British Comumbia vliegen zo nog 2 Martin Mars JRM vliegboten (uit
1945). Het
grootste vliegtuig dat ooit gevlogen heeft, is een vliegboot. Het is de
Houten Gans, of de 'Spruce Goose' van Howard Hughes, die in november
1947 z'n eerste en enige vlucht maakte. Het gevaarte was zo hoog als een
huis van acht verdiepingen, de vleugelspanwijdte omvatte de breedte van
een voetbalveld en het was gebouwd om 750 militairen over de oceaan te
brengen (Zoveel passagiers gaan er nog niet eens de nieuw te bouwen
Airbus Superjumbo!). Acht propellermotoren van elk 3000pk en 53.000
liter peut konden deze geweldige vliegboot ongeveer 3.500 mijl verder
brengen. Dat is nooit gebeurd, want de HK-1 zoals zijn oorspronkelijke
typeaanduiding was, is een museumstuk geworden. Hij was al verouderd bij
zijn eerste vlucht. Er
zijn tijden geweest toen vliegboten een goed bestaan hadden. Dat was in
de militaire luchtvaart als patrouillevliegtuig, en in de periode toen
men nog geen transatlantisch vliegverkeer kende. Het eerste vliegtuig op
drijvers maakte de Franse vliegtuigbouwer Fabre, maar de Amerikaan
Curtiss was de man die in 1911 de eerste praktische vliegboot bouwde. In
1912 werd zijn ontwerp van de vliegtuigromp de wereldstandaard voor
vliegboten. Twee jaar later bouwde Curtiss de eerste tweemotorige
vliegboot. Hij maakte drie vliegboten voor de Amerikaanse Navy, die pas
na de Eerste Wereldoorlog een oceaanvlucht waagden. Eentje daarvan kwam
aan volgens plan. Alle latere vliegbootbouwers als Martin, Boeing,
Sikorsky in Amerika en Short Brothers, Supermarine en Dornier in Europa,
gebruikten het basisontwerp van Curtiss voor hun grote transatlantische
(en transcontinentale) vliegboten. De
grote oceaanroutes voor passagiersvervoer konden aanvankelijk alleen met
vliegboten gevlogen worden. Groot-Brittannië en Duitsland waren hier in
de periode 1920-1928 de grote koplopers. Dit type
lange-afstandvliegtuigen kon zich met de Boeing 314 Clipper, de Dornier
X (met tien motoren), Sikorsky S-42, Martin 130 en de Short 'Empire' en
de Short 'Sunderlands' handhaven, tot ongeveer het begin van de Tweede
Wereldoorlog. De
grote 'Saunders-Roe Princess Flying Boat' met 10 turbopropmotoren,
bestemd voor 150 passagiers, maakte in 1952 nog wel een proefvlucht,
maar is nooit in gebruik genomen. Het
militaire gebruik van vliegboten duurde langer. In oorlogstijd en lang
daarna werden ze gebruikt voor uitgebreide patrouillevluchten over zee
en over archipels. Sunderland-vliegboten van de Britse 'Far East Flying
Boat Wing' moesten in de jaren vijftig ook nog verkenningsvluchten - en
zelfs bombardementsvluchten- uitvoeren boven de jungle van Maleisië om
communistische opstandelingen de baas te worden. In 1959 vlogen de
laatste twee resterende vliegboten van de Engelsen een afscheidsrondje
over Singapore. In de jaren zestig vloog de Nieuw-Zeelandse marine met
drie vliegboten weer in de buurt. De oude, weliswaar verwaarloosde
vlieghaven Selatar met landingsboeien e.d. werd toen weer in gebruik
genomen. Ook
Nederland vloog met vliegboten in Nederlands-Indië, waarbij vooral de
'Consolidated PBY Catalina' (de 'Cat') het werkpaard was. U hoort in
deze uitzending ook het verhaal van Tom Kroeze, die als militair
passagier indertijd met die kist meevloog.
De Stichting Neptune Association is bezig de Catalina PH-PBY
volledig operationeel te krijgen. Vorig jaar hebben ze tien 'ground
engineers' opgeleid om de kist te kunnen onderhouden. De
meeste klassieke vliegboten zijn in diverse musea te bekijken. In het
Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg staat een complete
driemotorige 'Dornier Do-24' vliegboot van de Marineluchtvaartdienst
opgesteld. In Ierland is het Foynes Flying Boat Museum. In Australië
vindt u bij Swan Hill het Lake Boga Flying Boat Museum, compleet met een
heel WOII-historisch overzicht. De
'Spruce Goose', de roemruchte Hughes HK-1 is sinds kort opnieuw
opgesteld in het Evergreen Aviation Museum te McMinnville in Oregon Ook
in de VS van Amerika, in Oakland (Californië) kunt u het Western
Aerospace Museum bezoeken, waar een grote 4-motorige Short 'Solent'
vliegboot uit 1945 gekoesterd wordt. Presentatie: Jan Tuttel
Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
|