INDEX

 
bullet hoe de RLS op Eelde kwam
bullet jubileum uitzending
bullet vliegboten
bullet vogelaanvaringen
bullet long range vluchten
bullet vlieglimieten
bullet box a/d baan
bullet vrouwen als vlieger
bullet vliegshow & demo
bullet luchtvaart veilig?
bullet linktrainer & 'sim'
bullet vleugels
bullet vliegheide
bullet Wright Flyer crashes again
bullet peut mee
 
bullet email Vliegwerk
 


Freak Productions

 

RADIOPROGRAMMA   ‘VLIEGWERK’

horizontal rule

 

Leren vliegen en flightsimulators 

Leren vliegen kan tegenwoordig -in theorie- al beginnen op de computer thuis. Er zijn tientallen programma's in de handel, die op het beeldscherm de illusie geven dat je bezig bent met vliegen. Het kan er best op lijken dat je een vliegtuig bestuurt - maar het is nep. Echt vliegen gebeurt driedimensionaal en daarbij moet je een hele vliegmachine in de lucht zien te houden. Maar ja, hoe leer je dat? 

In de begintijd van de vliegerij leerde men, door het gewoon te proberen. Dat leverde veel ongelukken op, omdat je -na wat grondtheorie- tòch in je eentje omhoog moest. Pas toen er vliegtuigen kwamen met twee zitplaatsen en dubbele besturing, kon een leerling veilig mee omhoog. Nieuw probleem: vliegtuigen zijn er voor het luchtverkeer, of voor de militaire vliegerij en hebben zodoende een druk werkprogramma. Ze zijn niet vaak beschikbaar om wat mee te gaan 'spelevaren'. Er ontstonden dus speciale vliegscholen, met uitsluitend lestoestellen.

Dan nòg is leren vliegen in de lucht een dure grap, met een één-op-één situatie qua instructeur. Bovendien ben je met lesvluchten altijd afhankelijk van mooi weer. Dat is ook de reden dat veel praktijkvliegerij van Europese vliegscholen in mooiweer-gebieden in Amerika plaatsvinden. Zo heeft de KLM-Vliegschool een vliegklas draaien in Tucson, Arizona. 

Een ander probleem is, dat je vastloopt als je ineens veel piloten moet opleiden. Dan onstaat een tekort aan instructeurs en/of lesvliegtuigen. Ook is er verschil in wat je leren moet: als beginner leren vliegen, òf als bekwaam piloot leren omgaan met nieuwe vliegtuigtypen (je 'type rating' halen). Ook kun je procedures moeten oefenen voor het instrumentvliegen, of voor de naderingen en landingen op vliegvelden. Kortom: er moet in de vliegerij heel wat geoefend en getraind worden en hoe doe je dat?  

In 1927 schreef men over het leren vliegen op instrumenten het volgende:
 
"Van een vliegtuig uitgerust met dubbele besturing, wordt een der zitplaatsen met donker doek geheel dichtgemaakt, zodat de bestuurder die daaronder zit, niets kan zien -behalve zijn instrumenten, die verlicht zijn met een klein elektrisch lampje. Op de andere zitplaats, die nog het vrije uitzicht heeft, neemt een tweede vlieger plaats. Deze laatste start en landt het vliegtuig en brengt de machine naar een hoogte van 500 meter ongeveer. Hier krijgt de 'blinde' vlieger  bijv. de opdracht om 20 minuten rechtuit te vliegen, daarna een bocht te beschrijven en wederom terug te vliegen. Achterin zit een waarnemer met een kaart, die de juiste baan waarlangs de machine zich beweegt, optekent. Aldus wordt verschillende keren geoefend en krijgt men uit de lijn op de kaart een goed beeld in hoeverre de vlieger het vliegen zonder zicht beheerst. Behalve voor het vliegen in mist en door de wolken, is een dergelijke oefening eveneens van grote waarde bij het vliegen in donkere nachten."

Men had hiervoor toen nog een compleet KLM-verkeersvliegtuig nodig, dat 'even' beschikbaar was… 

Omstreeks 1929 kwam er een oplossing. De Amerikaanse Link Aviation Inc. construeerde een 'vluchtnabootser', voor òp de grond. In een afgesloten hokje werd een vliegtuigcockpit nagebouwd, voorzien van vlieginstrumenten. Het gehele geval kon àlle bewegingen maken, die bij het besturen van een vliegtuig voorkwamen. Zo'n oefenmachine op de grond heette daarna, zelfs tot eind 20ste eeuw, een 'linktrainer'. Leerling-piloten moesten ook zoveel uur  'in de link' oefenen. Pas nà de jaren zestig, toen de computers opkwamen, is dit type vluchtnabootser geleidelijk aan vervangen door computergestuurde 'flight simulators'. Zowel leerling-vliegers als ervaren piloten moeten nu zoveel trainingsuren op de 'sim' draaien. 

Het voordeel van de moderne 'flight simulators' is dat hij gemaakt kan worden voor elk vliegtuigtype en voor elk besturingssysteem. Ook kunnen er procedures voor naderingen en landingen op vliegvelden mee geoefend worden. Ze kunnen een aantal dure vlieguren vervangen. Het vliegen zèlf is natuurlijk niet te vervangen. Maar de 'flight simulators' zijn nu zo geavanceerd, dat vrijwel alle situaties er op geoefend kunnen.

En wat minstens zo belangrijk is: men kan er ook ongelukken en bijna-ongelukken mee nabootsen, om oorzaken op te sporen en om daar lering uit te trekken. Moderne luchtvaart zonder 'flight simulators' is ondenkbaar geworden.

Presentatie: Jack Wijker
Tekst: Jan Tuttel

 

horizontal rule

Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.

horizontal rule